Kinderontvoering en mensenrechten

UCERF 8 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht


Kinderontvoering door een van de ouders werd in eerste instantie op nationaal niveau via wetgeving aangepakt in de grote federale staten, de Verenigde Staten van Noord-Amerika en Canada. Pogingen om door internationale samenwerking ook kinderontvoering over nationale grenzen heen tegen te gaan, begonnen in 1972 in de Raad van Europa. Daarop volgden vanaf 1976, op voorstel van Canada, onderhandelingen in het kader van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht. Deze mondden uit in het Verdrag van 25 oktober 1980 inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale kinderontvoering (HKOV).

In deze bijdrage komen, na een korte beschouwing over het HKOV en het belang van het kind, aan de orde hoe het HKOV zich verhoudt tot, achtereenvolgens, het Verdrag over de Rechten van het Kind, het Europees Verdrag over de Rechten van de Mens en de Verordening Brussel IIbis – mede in verband met het EVRM –, waarna in de slotparagraaf enkele conclusies worden getrokken.