Redelijke termijn in strafzaken


Europese Hof voor de rechten van de mens (EHRM/ECHR) 25 november 1992, Application no. 12728/87, ECLI:CE:ECHR:1992:1125JUD001272887, NJ 1993, 24 m. nt. EAA (Abdoella v. The Netherlands)

In deze uitspraak van het EHRM is de redelijke termijn als uitvloeisel van de fair trial-regel aan de orde. Het EHRM oordeelt dat de in het arrest geschetste periode niet buitenproportioneel is. Wel oordeelt het EHRM dat de toezending van de stukken bij de ingestelde cassaties te lang is. In de noot wordt dieper ingegaan op de redelijke termijn in strafzaken.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): A.H.J. Swart

Verschijning: april 1993

Archiefcode: AA19930309

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 25-11-1992 (ECLI:CE:ECHR:1992:1125JUD001272887) zaaknummer: 12728/87

fair trial redelijke termijn strafzaken voorlopige hechtenis

Internationaal Europees en buitenlands recht Staats- en bestuursrecht Mensenrechten

Annotaties en wetgeving Annotatie