Rechtsbescherming in jeugdbeschermingszaken steeds doorslaggevend?

UCERF 16 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht


Lieke Coenraad vraagt zich in haar bijdrage af of de rechter in geval van jeugdbeschermingsmaatregelen niet de mogelijkheid zou moeten hebben om een afweging te maken tussen het belang van rechtsbescherming enerzijds en dat van snelle rechtszekerheid en minder ingrijpende middelen anderzijds. Rechtspraak van de Hoge Raad lijkt daaraan in de weg te staan, nu de regel is dat indien een gecertificeerde instelling een specifieke bevoegdheid heeft, hij dan geen gebruik kan maken van de algemene aanwijzingsbevoegdheid of van de algemene geschillenregeling. Het idee daarachter is dat ouders met gezag in dat geval minder rechtsbescherming hebben, onder meer omdat hoger beroep en cassatie niet mogelijk zijn. Coenraad wijst er echter op dat deze twee opties leiden tot snelle duidelijkheid en dat de geschillenregeling bovendien minder ingrijpend kan zijn.