Hoofdstuk 1. Inleiding
Hoofdstuk 2. Geschiedenis en achtergronden
2.1 Introductie
2.2 Geschiedenis
2.2.1 Athene en de Griekse staatsleer
2.2.2 Christendom en Middeleeuwen
2.2.3 Achtergrond van de opkomst van de idee van grondrechten
2.2.4 Contractstheorieën: Hobbes en Locke
2.2.5 Positivering van grondrechten
2.2.6 Nederland: Zeven Provinciën en Bataafse Republiek
2.2.7 Nederland: 1813 – heden
2.2.8 Internationalisering: Verenigde Naties
2.2.9 Internationalisering: Europa
2.3 Drie themata
2.3.1 Klassieke en sociale grondrechten
2.3.2 Universaliteit van grondrechten
2.3.3 Grondslagen: menselijke waardigheid en democratie
2.4 Conclusie
Hoofdstuk 3. Dragers van grondrechten
3.1 Inleiding
3.2 Individuen
3.3 Groepen en rechtspersonen
3.4 Overheid
3.5 Conclusie
Hoofdstuk 4. Rechtsbescherming
4.1 Inleiding
4.2 Instellingen en organen
4.3 De Nederlandse rechter
4.3.1 Verdragsbepalingen
4.3.2 Grondwet
4.4 Europa
4.4.1 Het EHRM
4.4.2 Europese Unie
4.5 Internationale procedures
4.6 Conclusie
Hoofdstuk 5. Reikwijdte en interpretatie
5.1 Inleiding
5.2 Reikwijdte en beperkingsmogelijkheden
5.3 De wijze van formulering
5.3.1 Typerend element
5.3.2 Juridisch-technische omschrijving of open norm
5.3.3 Onderscheid binnen de reikwijdte
5.3.4 Accessoire rechten
5.4 Objectivering reikwijdte
5.4.1 Objectivering reikwijdte vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
5.4.2 Objectivering reikwijdte vrijheid van meningsuiting
5.4.3 Objectiveren reikwijdte respect voor het privé-leven
5.4.4 Afstand van grondrechten
5.5 Interpretatiemethoden
5.5.1 Tekstuele interpretatie
5.5.2 Wetshistorische interpretatie
5.5.3 Analoge interpretatie
5.5.4 Systematische interpretatie
5.5.5 Teleologische interpretatie
5.6 Interpretatie op meer niveaus
5.7 Conclusie
Hoofdstuk 6. Beperking van grondrechten
6.1 Inleiding
6.2 Overzicht van soorten bepalingen
6.2.1 Absoluut geformuleerd
6.2.2 Duidelijk omschreven uitzonderingen
6.2.3 Bepalingen met een clausulering
6.3 Beperkingsclausules EVRM en HvEU
6.3.1 Introductie
6.3.2 Clausulering artikel 8 t/m 11 EVRM
6.3.3 Bij wet voorzien
6.3.4 Legitiem doel
6.3.5 Noodzakelijkheidstoets
6.3.6 Democratische samenleving
6.3.6.1 Vrijheid voor politieke partijen
6.3.6.2 Maatschappelijke discussie en democratische samenleving
6.3.7 Overige beperkingsmogelijkheden EVRM en HvEU
6.4 Grondwettelijke beperkingssysteem
6.4.1 Grondwettelijke clausulering
6.4.2 Delegatie
6.4.3 Algemene en bijzondere beperkingen
6.4.4 Bijzondere rechtsposities
6.4.5 Geen misbruik van grondrecht bepaling in Grondwet
6.5 Conclusie
Hoofdstuk 7. Positieve verplichtingen
7.1 Inleiding
7.2 Positieve verplichtingen en de Grondwet
7.3 Internationale theorievorming
7.4 Positieve verplichtingen en het EVRM
7.5 Voorbeelden van positieve verplichtingen
Hoofdstuk 8. Horizontale werking
8.1 Inleiding
8.2 Voors en tegens van horizontale werking
8.3 Horizontale werking en de Grondwet
8.4 Directe en indirecte werking
8.5 Nadere regeling door de wetgever
8.6 Horizontale werking in Straatsburg
8.7 Receptie in het Nederlandse recht
Hoofdstuk 9. Samenloop en botsing
9.1 Inleiding
9.2 Samenloop
9.2.1 Samenloop van grondrechten bij de Nederlandse rechter
9.2.2 Samenloop van grondrechten bij het EHRM
9.3 Botsing
9.3.1 Botsende grondrechten bij de Nederlandse rechter
9.3.2 Botsende grondrechten en de Nederlandse wetgever
9.3.3 Botsende grondrechten en de Europese Unie
9.3.4 Botsende grondrechten bij het EHRM
Hoofdstuk 10. Interactie van rechtsordes
10.1 Inleiding
10.2 De verhouding tussen de Europese Unie en het EVRM
10.2.1 De Europese Unie in de rechtspraak van het EHRM
10.2.2 Mensenrechten in de Europese Unie
10.3 Botsende rechtsordes
10.3.1 Conflictoplossing
10.3.2 Conflictvermijding
10.3.3 De Solange-benadering
10.3.4 Toerekening en rechtsmacht
10.4 Conclusie
Hoofdstuk 11. Rechter en wetgever
11.1 Introductie
11.2 Sociale grondrechten
11.3 Voorziening door rechter of wetgever?
11.4 Verdergaande bescherming – op grond van het EVRM?
11.5 Conclusie
Afkortingen
Jurisprudentie register