Exceptio plurium litis consortium


Hoge Raad 2 december 2005, nr. C04/263HR, ECLI:NL:HR:2005:AU5661, RvdW 2005, 135 (Rijpma/Groot, Lelieteler)

De vraag die hier speelt is of een rechtsverhouding processueel ondeelbaar is indien, wanneer twee partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld door de rechtbank en er slechts een in beroep gaat, dit zou kunnen leiden tot een uitspraak waarbij degene die in beroep ging gelijk krijgt en degene die niet in beroep ging eigenlijk het hele bedrag zou moeten vergoeden, nu slechts een gedeelte van het bedrag hoeft te vergoeden, omdat dat nu eenmaal de in kracht van gewijsde gedane uitspraak van de rechtbank is.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): G.R. Rutgers

Verschijning: april 2006

Archiefcode: AA20060292

Hoge Raad 02-12-2005 (ECLI:NL:HR:2005:AU5661) zaaknummer: C04/263HR

processueel ondeelbare rechtsverhouding

Burgerlijk recht Vermogensrecht

Annotaties en wetgeving Annotatie