De semi-monistische invloed van het Statuut van het Internationaal Strafhof op nationaalrechtelijke vervolging van internationale misdrijven


Rechtbank Rotterdam 7 april 2004, nr. 10/000050-03, ECLI:NL:RBROT:2004:AO7178, LJN-nummer AO7178

Deze zaak kan worden gezien als een eerste voorbeeld waarbij zich de semi-monistische rol van het internationaal strafrecht als het gaat om de doorwerking naar de nationale rechtssfeer voordeed. Immers, deze zaak betrof een vervolging ten overstaan van een Nederlandse strafrechter: – van een niet-Nederlander – voor feiten gepleegd buiten Nederland, en – Welke feiten zijn gepleegd jegens een niet-Nederlands slachtoffer.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): G.G.J. Knoops

Verschijning: oktober 2004

Archiefcode: AA20040729

Rechtbank Rotterdam 07-04-2004 (ECLI:NL:RBROT:2004:AO7178) zaaknummer: 10/000050-03

foltering semi-monisme universele rechtsmacht

Internationaal Europees en buitenlands recht Internationaal en Europees strafrechtStrafrecht en criminologie

Annotaties en wetgeving Annotatie