zorgvuldigheidsbeginsel

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond

‘Een bewindsman moet de Tweede Kamer geen sprookjes vertellen’

L.J.A. Damen

Hoge Raad 25 september 2009, nr. 07/13362, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, LJN: BJ8524, NJB 2009, p. 2370, nr. 1812 Geen heffingsrente bij te late vaststelling van een belastingaanslag? Zorgvuldigheidsbeginsel doorbreekt ‘lex dura, sed tamen lex’. Legaliteitsbeginsel. Artikel 30f Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR); artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb); artikel 81, 82, 104 Grondwet; artikel 81 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2010
AA20100032

Het zorgvuldigheidsbeginsel als schakel tussen bestuursrecht en privaatrecht

J.M. Polak

In het artikel worden voorbeelden gegeven van toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel in het bestuursrecht. Daarna wordt er ingegaan op de codificering van het beginsel in de Awb. Van daaruit maakt de auteur de brug naar het privaatrecht en gaat in op de zorgvuldigheidsnorm voor behoorlijk handelen, zowel in bestuurs- als privaatrecht.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910908

Indringender exceptieve toetsing: herijking rechterlijke positie in ons staatsbestel?

R. Ortlep, M. van Zanten

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 29 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1155 De hier in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica geannoteerde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft uitvoering aan de recente rechtspraak over de indringender exceptieve toetsing van algemeen verbindende voorschriften aan algemene rechtsbeginselen. Met exceptieve toetsing kan een algemeen verbindend voorschrift door de bestuursrechter worden beoordeeld op strijd met een hoger wettelijk voorschrift of een algemeen rechtsbeginsel ondanks de uitsluiting van rechtstreeks beroep tegen een algemeen verbindend voorschrift in artikel 8:3, eerste lid aanhef en onder a, Awb. Tot voor kort was deze exceptieve toetsing door de bestuursrechter terughoudender. Dit heeft met name te maken met de positie van de rechter in ons staatsbestel, in het bijzonder zijn verhouding ten opzichte van de andere staatsmachten, de wetgever en het bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200961

maart 1996

Katern 58: Bestuursrecht

S. Borger, H.B. Winter

juni 2004

Katern 91: Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening

F. de Lange

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2002 nr. 20

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2004 nr. 99

informatieplicht, gunstigere verblijfskaart

Noot: H. Oosterom-Staples

07-07-2004 Nationale Ombudsman zaaknummer: 2004/278

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2005 nr. 28

alleenstaande minderjarige vreemdeling en voortgezet verblijf

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2007 nr. 70

omvang besluitvorming bij aanvraag onbepaalde tijd

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2007 nr. 82

medische aspecten en het nader gehoor in het AC

Noot: B. Hoekstra

02-07-2007 Rechtbank 's-Gravenhage zaaknummer: AWB 07/23785

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2009 nr. 57

taalanalyse en bewijslastverdeling: contra-expertise niet noodzakelijk

Van marginale rechterlijke toetsing naar toetsing op maat: einde van een geconditioneerde respons?

R. Ortlep, W.S. Zorg

Post thumbnail

Bij beleids- of beoordelingsvrijheid van het bestuursorgaan is doorgaans de geconditioneerde respons dat de bestuursrechter marginaal toetst. De doctrine lijkt zich evenwel steeds meer te ontwikkelen richting een toetsing op maat. Besproken wordt of van een dergelijke ontwikkeling sprake is en, zo ja, of zij van algemene aard is.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2018
AA20180020

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond