verjaring

Resultaat 1–12 van de 40 resultaten wordt getoond

‘(On)eerlijk duurt het langst’ of hoe het Burgerlijk Wetboek een gelegenheid tot (kunst)diefstal schept

R. Huyten, A. Piëtte

De regeling van de verkrijgende verjaring in het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat na verloop van twintig jaar een dief van kunstvoorwerpen civielrechtelijk niets meer te duchten heeft. Hij is zelfs eigenaar geworden. Er bestaat echter de mogelijkheid dat hij door het Openbaar Ministerie (strafrechtelijk) vervolgd zou kunnen worden wegens heling indien hij het gestolen goed alsnog probeert te verkopen. Daarnaast bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om het gestolen voorwerp aan het bezit van de dief-heler en/of koper-heler te onttrekken. Het strafrecht disharmonieert op dit punt met het privaatrecht. Deze discrepantie tussen strafrecht en privaatrecht zal in het onderstaande stuk nader onderzocht worden.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950454

A whiter shade of pale: bye bye lords!

E.H. Hondius

Column over een opzienbarende uitspraak van het Engelse House of Lords waarbij aan een componist 38 jaar na dato nog vergoedingen voor het gebruik van diens melodie werden toegekend. Daarop aanhakend gaat de columnist in op dat dit de laatste uitspraak is van de House of Lords nu deze is opgegaan in the Supreme Court of the United Kingdom.

Opinie | Column
november 2009
AA20090721

Beroepsaansprakelijkheid

M.F. Benningen, S. Colsen, H.J. Delhaas, L.C. Dufour, D.M. Gouweloos, N.F. Klein Nagelvoort, M.W.E. Lohman

Post thumbnail Na een bespreking van een aantal algemene onderwerpen die voor alle beroepsaansprakelijkheidsclaims van belang kunnen zijn (de verhouding tot het tuchtrecht, de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en verjaring) worden de strekking en omvang van de zorgplicht van acht beroepsbeoefenaren: de advocaat, de notaris, de arts, de bedrijfsarts, de makelaar, de assurantietussenpersoon, de faillissementscurator en de financieel adviseur uiteengezet.

9789493199804 - 22-12-2022

Blijft de Koning onschendbaar?

CPO Extra_Beroepsaansprakelijkheid

M.F. Benningen, S. Colsen, H.J. Delhaas, L.C. Dufour, D.M. Gouweloos, N.F. Klein Nagelvoort, M.W.E. Lohman

Post thumbnail Na een bespreking van een aantal algemene onderwerpen die voor alle beroepsaansprakelijkheidsclaims van belang kunnen zijn (de verhouding tot het tuchtrecht, de beroepsaansprakelijkheidsverzekering en verjaring) worden de strekking en omvang van de zorgplicht van acht beroepsbeoefenaren: de advocaat, de notaris, de arts, de bedrijfsarts, de makelaar, de assurantietussenpersoon, de faillissementscurator en de financieel adviseur uiteengezet.

9789493199804 - 22-12-2022

De irrelevantie van de wil voor de vaststelling van bezit

E.F. Verheul

Post thumbnail In deze bijdrage keer ik mij tegen de opvatting dat het verschil tussen bezit en houderschap gelegen is in het feit dat een bezitter een (naar buiten blijkende) wil heeft om de zaak voor zichzelf te houden. In plaats daarvan is bepalend of sprake is van een rechtsverhouding, die meebrengt dat de houder niet voor zichzelf, maar voor een ander houdt.

Rode draad | Dissenting opinions
juni 2024
AA20240568

De modernisering van het arbitragerecht

K. Redeker-Gieteling

Op 1 januari 2015 is de Wet tot wijziging van Boek 3, Boek 6 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en het Vierde Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de modernisering van het Arbitragerecht in werking getreden. In deze bijdrage wordt kort uiteen gezet wat het doel is van de nieuwe Arbitragewet, hoe deze wet tot stand is gekomen en welke wijzigingen eruit voortvloeien.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 2015
AA20150227

De onverjaarbaarheid van internationale misdrijven

R.A. Kok

Dit proefschrift behandelt het al dan niet onverjaarbaar zijn van de ernstigste internationale misdrijven.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juli 2007
AA20070615

De rechter: onafhankelijk en autonoom?

Rechtsvraag (334) Rechtsfilosofie

C.E. Smith

In deze rechtsvraag komen verschillende rechtsfilosofische rechtsvragen rondom de onafhankelijkheid en onpartijdigheid aan de orde in het kader van een civielrechtelijke casus aan de orde.

Perspectief | Rechtsvraag
december 2007
AA20071005

De rechter: onafhankelijk en autonoom?

Beantwoording rechtsvraag (334) rechtsfilosofie

C.E. Smith

Rechtsfilosofische rechtsvraag waarbij gekeken wordt naar de verjaringstermijn en de onafhankelijke rechter in een bepaalde zaak.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 2008
AA20080386

Een grensoverschrijdende treurwilg

S.E. Bartels

Hoge Raad 20 mei 2011, nr. 10/00077, ECLI:NL:HR:2011:BP9997, LJN: BP9997, NJ 2011, 241 (Stichting De Luwte/Verweerders Treurwilg en De Luwte/Van Velten) Een boom vlakbij of – zoals in het onderhavige geval – zelfs op de erfgrens kan aanleiding zijn voor een hoogoplopende burenruzie. Zo’n boom kan ook interessante juridische vragen opwerpen over natrekking, mandeligheid en verjaring. Op 20 mei 2011 deed de Hoge Raad uitspraak over de eigendom van een treurwilg die aanvankelijk op één perceel stond maar zo groeide dat hij de erfgrens passeerde. De voet van de stam stond dus deels op het ene perceel en deels op het buurperceel. De vraag die in cassatie centraal stond was: van wie is die boom?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2011
AA20110636

Geldlening en gewone gang

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 5 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1027 (mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en G.C. Makkink; A-G mr. E.B. Rank-Berenschot) Huwelijksvermogensrecht. Verbintenissenrecht. Verjaring. Aansprakelijkheid van ene echtgenoot voor verbintenissen, aangegaan door andere echtgenoot ten behoeve van de gewone gang van de huishouding (art. 1:85 BW). Kan verbintenis uit geldlening verbintenis zijn als bedoeld in artikel 1:85 BW? Overeenkomstige toepassing verjaringsbepalingen uit titel 3.11 BW (art. 3:326 BW)? Verjaringstermijn van artikel 3:307 lid 1 BW van toepassing?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2024
AA20240757

Resultaat 1–12 van de 40 resultaten wordt getoond