Toont alle 9 resultaten

De onafhankelijkheid van de internationale strafrechter

G. Sluiter

Post thumbnail Ik beperk mij tot een korte verkennende analyse van een aantal problemen ten aanzien van de onafhankelijkheid van de internationale strafrechtspraak. Deze problemen betreffen niet alleen het gebrek aan onafhankelijkheid, maar ook een te grote onafhankelijkheid, als mogelijke bedreiging voor een effectieve en eerlijke internationale strafrechtspleging. Deze analyse kan alleen verkennend zijn, omdat een evenwichtige toetsingsmaatstaf niet kan worden gegeven. Ik beperk mij tot drie kwesties: de relatie tot de Veiligheidsraad (paragraaf 3), de wetgevende activiteiten van de internationale strafrechter (paragraaf 4), en het afleggen van verantwoording (paragraaf 5). Enige inleidende opmerkingen wijd ik aan de positie van de internationale strafrechtspraak in de internationale rechtsorde (paragraaf 2).

Verdieping | Studentartikel
april 2008
AA20080272

De Verenigde Naties en zware mensenrechtenschendingen

Amnesty International

Zware, grootschalige mensenrechtenschendingen — moordpartijen, politieke moorden en 'verdwijningen', martelpraktijken — vinden niet zelden plaats in het kader van een gewapend conflict, of een eroderende staatsmacht. Schendingen blijven in deze omstandigheden doorgaans onbestraft. Voorbeelden van landen die recentelijk een dergelijk patroon te zien hebben gegeven, zijn Rwanda, Bosnië-Herzegovina, Algerije, Irak, Peru, Soedan en Sierra Leone. Welke middelen staan de Verenigde Naties, waarin sinds vijftig jaar de internationale gemeenschap is georganiseerd, ter beschikking om van dergelijke mensenrechtenschendingen kennis te nemen en ertegen op te treden? Hieronder volgt een korte verkenning van het optreden van de twee belangrijkste organen van de VN op dit gebied: de Commissie voor de Rechten van de Mens, die van meet af een centrale rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van een VN-regime voor de bescherming van de mensenrechten, en de Veiligheidsraad, die zich de afgelopen vijf jaar heeft geprofileerd met pogingen tot vredeshandhaving in internationale en nationale conflicten.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 1995
AA19950948

Het is bon ton om European Union bashing te bedrijven

Interview met P.H. Kooijmans, hoogleraar Volkenrecht te Leiden en oud-Minister van Buitenlandse Zaken

S.E. Bartels, I. Giesen

P.H. Kooijmans (1933) studeerde rechten en economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Aan diezelfde instelling promoveerde hij in 1964 en werd hij in 1965 benoemd tot hoogleraar Volkenrecht. In de periode 1973-1977 was hij staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl. Van 1978 tot eind 1992 was hij wederom hoogleraar Volkenrecht, ditmaal aan de Rijksuniversiteit Leiden. Al deze werkzaamheden vormden geen beletsel voor inspanningen in het kader van de Verenigde Naties. Kooijmans was voorzitter van de Commissie voor de Rechten van de Mens en speciaal rapporteur inzake foltering. Vanaf 1 januari 1993 heeft hij als minister van Buitenlandse Zaken het kabinet-Lubbers-III versterkt. Kooijmans is tegenwoordig weer terug op zijn oude stek aan de RUL. Wij spraken 50 jaar na D-Day met de demissionaire minister, voornamelijk over de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Verdieping | Interview
november 1994
AA19940725

Humanitair ingrijpen zonder humanitaire interventie

Een antwoord aan Kenneth Manusama

C.M.J. Ryngaert

Post thumbnail In deze bijdrage reageert Cedric Ryngaert op het artikel ‘De humanitaire grenzen aan het volkenrechtelijk mandaat’. Hij argumenteert in deze bijdrage met name dat Nederland, in het belang van de menselijke waardigheid die ook ten grondslag ligt aan het Responsibility to Protect-discours, zijn verzet dient op te geven tegen een liberale interpretatie van het recht op zelfverdediging jegens niet-statelijke actoren zoals IS.

Opinie | Tweeluik
juni 2015
AA20150470

december 1994

Katern 53: Volkenrecht

I.F. Dekker, N.J. Schrijver

Kosovo, de NAVO en de Veiligheidsraad

Over gesloten gelederen

N.M. Blokker

In deze bijdrage zal worden aangegeven dat de NAVO-gelederen juridisch niet gesloten zijn, en dat een voorwaarde voor het bereiken van een oplossing voor de crisis is dat de Veiligheidsraad-gelederen worden gesloten.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1999
AA19990467

Nationale rechterlijke toetsing van VN-sanctiemaatregelen

C.M.J. Ryngaert

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 21 juni 2016, ECLI:CE:ECHR:2013:1126JUD000580908, nr. 5809/08 (Al-Dulimi en Montana Management, Inc. tegen Zwitserland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2016
AA20160766

Sancties

F. Grünfeld

Dit artikel gaat over de rol van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bij het oplossen van conflicten door gebruikmaking van sancties. In het bijzonder komt de effectiviteit van sancties aan de orde. De Veiligheidsraad kan dan worden beschouwd als hoogste geschillenrechter die partij kiest ter handhaving van de internationale vrede en veiligheid en ter bescherming van de rechten van de mens. De diplomatieke stappen die de VN met instemming van de partijen kunnen zetten, hebben dan geen resultaat opgeleverd. Met sancties wordt gekozen voor een vreedzame oplossing met besluiten die verplichtend zijn voor de hele wereldgemeenschap. Sancties kunnen bestaan uit een wapenembargo, brede economische sancties of de meer gerichte slimme sancties van bijvoorbeeld bevriezing van geldtegoeden, visa en andere reisbeperkingen van de heersende elite. Het geweldgebruik wordt nog uitgesloten al kan daar wel mee gedreigd worden. De vraag is of slimme sancties wel slim genoeg zijn voor een effectieve oplossing van het conflict.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020571

UN Supervision of Post-Conflict Reconstruction and the Domestic Jurisdiction of States

E. de Brabandere

Post thumbnail In dit Engelstalige artikel wordt ingegaan op de veranderende taken en bevoegdheden van de VN Veiligheidsraad. Waar in het verleden veel zaken nog als uitsluitende interne aangelegenheden werden gezien, worden deze tegenwoordig gezien als bedreigingen van de internationale vrede en veiligheid. Ook heeft de VN Veiligheidsraad meer invloed gekregen door de steeds verdergaande democratisering van staatsstructuren en is de 'internationale jurisdictie' uitgebreid. In het artikel wordt deze ontwikkeling besproken.

Verdieping | Studentartikel
februari 2009
AA20090103

Toont alle 9 resultaten