trias politica
Resultaat 13–24 van de 62 resultaten wordt getoond
Digitalisering en de (dis)balans binnen de trias politica
R. Passchier
Digitalisering brengt negatieve gevolgen voor het machtsevenwicht binnen de trias politica met zich mee: vooral het bestuur profiteert; de rechter en de wetgever blijven achter. Door zelf ook digitale technologie te gebruiken, meer ondersteuning van digitaliseringsexperts te organiseren en digitalisering beter te reguleren kunnen de niet-bestuurlijke ambten van de overheid hun been wellicht nog bijtrekken.
Reijer Passchier zegt alles wat ik ook zou willen zeggen, maar hij zegt het duizend keer beter en geleerder.Aldus Maxim Februari in zijn column 'De macht ligt allang niet meer bij het parlement' in NRC Handelsblad.
Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200916
Resultaat 13–24 van de 62 resultaten wordt getoond





In deze bijdrage wordt de stelling verdedigd dat het na de Urgenda-uitspraak van de Hoge Raad niet meer goed mogelijk is de rechtsstaat te beschermen zonder acht te slaan op de klimatologische omstandigheden die ons momenteel beroeren. Betoogd wordt dat de Urgenda-uitspraak ons in dat opzicht heeft teruggevoerd naar Montesquieu en juist niet van zijn denken verwijderd, zoals sommige critici beweren.
Over het werk van Charles de Montesquieu (1689-1755) bestaan veel misverstanden. Zo wordt zijn naam vaak in verband gebracht met strenge machtenscheiding en slaafse rechterlijke wetstoepassing. Maar in werkelijkheid schreef Montesquieu juist over een stelsel van macht en tegenmacht waarin de wetgever, het bestuur en de rechter weliswaar elk hun eigen plaats hebben, maar elkaar vooral ook aanvullen en corrigeren waar nodig. Precies aan die opvatting van de trias politica bestaat in de huidige tijd van rechtsstatelijk verval en opkomend populisme een sterke behoefte.
Nederland maakt deel uit van de gelaagde rechtsorde die Europese Unie heet. In hoeverre krijgt de trias politica daarbinnen nog een zuivere plaats, welke implicaties heeft een dergelijke gelaagdheid voor de machtenscheiding in Nederland, en welke rol speelt het Hof van Justitie precies? Dit artikel geeft antwoord op deze vragen, waarbij het aan de hand van actuele voorbeelden inzicht verschaft in hoe de nationale en supranationale actoren zich tot elkaar verhouden. Het intensief met elkaar verknoopt zijn maakt dat ongerijmdheden op het ene niveau soms tot knelpunten en verzet leiden op het andere. Zoals recente ontwikkelingen suggereren, kan wrijving tussen de verschillende publieke sferen zorgen voor prachtige glans, maar riskeert die tevens te leiden tot krassen op beider blazoen.
Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.
In zijn bijdrage in Ars Aequi van oktober 2020 beschrijft Reijer Passchier de (dis)balans in de trias politica als gevolg van digitalisering. Passchier verdient terecht waardering voor het erkennen van het belang van digitalisering en de effecten daarvan op de machtsverhoudingen in onze democratische rechtsstaat. Juist vanwege het belang van het onderwerp, is een kritische reflectie op zijn betoog noodzakelijk. Een kritische reflectie niet zozeer vanuit juridisch perspectief, maar met name vanuit het perspectief van een ‘digitaliseringexpert’.