rechtszekerheid

Resultaat 37–48 van de 54 resultaten wordt getoond

Nogmaals de tongzoen

N. Rozemond

Hoge Raad 26 november 2013, nr. 12/05539, ECLI:NL:HR:2013:1431, NJ 2014/62 m.nt. N. Keijzer (vervolg op Hoge Raad 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2653, NJ 2013/437 m.nt. N. Keijzer, AA 2013, p. 839-845 m.nt. N. Rozemond (1AA20130839))

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2014
AA20140291

Onderwijsballonnen

F.G.H. Kristen, M. Thöenes

Redactioneel artikel over de onzekerheid die de uitlatingen van de minister van Onderwijs & Wetenschappen teweeg brengen over de veranderingen in het hoger onderwijs en die rechtspositie en rechtszekerheid van (aankomend) studenten aantast.

Opinie | Redactioneel
september 1995
AA19950657

Oordeelsvorming in de administratie

W.E. Haak

In de rubriek `recht in zicht´ wordt door een oud-redacteur teruggekeken op zijn of haar artikel dat deze redacteur destijds schreef en wat de uitwerkingen van het artikel waren.Door Haak wordt geschreven over zijn artikel waarin hij verslag doet van een betoog van Poelje op een congres in 1960 over administratieve oordeelsvorming waarbij decentralisatie, delegatie, rechtszekerheid en redelijkheid aan de orde komen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2001
AA20010730

Plas Valburg

M.L. van Oosten, J.L. Smeehuijzen

Post thumbnail

De Plas/Valburg-doctrine is in dogmatisch opzicht veelvuldig bekritiseerd. In deze bijdrage wordt getracht de doctrine te beoordelen vanuit een wat ander perspectief, te weten de klassieke tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid. Betoogd wordt, mede op basis van analyse van de feitenrechtspraak, dat de rechtszekerheidsnadelen van het leerstuk veel zwaarder wegen dan zijn vermogen de billijke oplossing mogelijk te maken.

Perspectief | Verdiepend artikel
januari 2015
AA20150072

Plas-Valburg en de klassieke tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid

Reactie op 'Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak'

M.L. van Oosten, J.L. Smeehuijzen

Reactie & Nawoord door Pieter Wolters In het januarinummer van dit tijdschrift bespreken Smeehuijzen en Van Oosten de Plas/Valburg-doctrine vanuit de tegenstelling tussen rechtszekerheid en billijkheid. Zij komen op basis van de analyse van 141 bodemzaken tot de conclusie dat de voordelen van de doctrine niet opwegen tegen de aantasting van de rechtszekerheid. De mogelijkheid tot vergoeding van het positief contractsbelang op grond van Plas/Valburg zou om deze reden moeten worden afgeschaft. In deze reactie betoog ik dat de gepresenteerde argumenten niet duidelijk maken dat er sprake is van een grote aantasting van de rechtszekerheid en de conclusie niet dragen. Naschrift bij bovenstaande reactie door Lodewijk Smeehuijzen & Meelf van Oosten Dit is een naschrift bij de reactie van Pieter Wolters op J.L. Smeehuijzen & M.L. van Oosten, ‘Plas/Valburg: veel rechtsonzekerheid en ondermaats resultaat in de feitenrechtspraak’, AA 2015, p. 72-77

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2015
AA20150475

Reaktie op: Rechtsbescherming op de tocht? (Inclusief nawoord)

L.J. Vester

In deze reactie wordt ingegaan op een redactioneel artikel dat eerder in Ars Aequi werd gepubliceerd (AA19880002) en dat verhaalde over de voorgestelde wetswijziging waardoor 'vormfouten' van het OM niet meer leiden tot het heenzenden en vrijspreken van vermeende criminelen. Inclusief nawoord door B. Emmerig en J. Melis.

Opinie | Reactie/nawoord
april 1988
AA19880221

Rechtsbescherming op de tocht?

B. Emmerig, J. Melis

In dit redactionele artikel staat het voorstel van de toenmalige minister Korthals Altes centraal waarin voorgesteld werd om vormfouten die het OM maakte en waardoor verdachten op vrije voeten kwamen achteraf terug te draaien. De redacteurs stellen dat de verdachte daardoor de dupe wordt en er afbreuk gedaan wordt aan diens rechtsbescherming.

Opinie | Redactioneel
januari 1988
AA19880002

Rechtszekerheid

A.F.M. Brenninkmeijer

In dit essay verken ik mede aan de hand van mijn ervaringen als Nationale ombudsman de betekenis van de rechtszekerheid in onze rechtsorde. Rechts(on)zekerheid kan mensen sterk raken. Onze rechtsorde biedt met wetten, redelijk betrouwbare uitvoering en een eerlijk proces in beginsel rechtszekerheid. Die rechtszekerheid kan echter lang op zich laten wachten. Dat is onwenselijk. Zijn er methoden om eerder rechtszekerheid te verkrijgen? Vertrouwen speelt daarbij een belangrijke rol. Partijen om de tafel krijgen blijkt een goede methode om vertrouwen te scheppen en daardoor de rechtszekerheid te bevorderen.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2012
AA20120879

Spontane vernietiging van bouwvergunningen

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 20 november 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0834, nrs. 200106021/1 en 200201516/1, AB 2003, 1 en 2 m.nt. dG. Spontane vernietiging bouwvergunning, verlening bouwvergunning in strijd met de wet; toetsing aan criteria voor hanteren vernietigingsbevoegdheid; wetenschap bij bouwer van onrechtmatige vergunningverlening.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2003
AA20030196

Terughoudend gebruik van vereenzelviging: dermate ernstig misbruik van recht als uitzonderlijke omstandigheid?

K. van Leusden

Studente Kirsten van Leusden schreef deze annotatie bij rechtbank Noord-Nederland 24 juli 2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:3323, over vereenzelviging.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2021
AA20210353

Toegang tot de rechter in het sociale verzekeringsrecht

J. Riphagen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 3 april 1990, (Cras, Hugenholtz, Spaas) Deze uitspraak van de CRvB laat duidelijk zien dat artikel 6 EVRM ook betekenis heeft voor het sociaal verzekeringsrecht. Het administratieve rechtsverkeer tussen uitvoeringsorganen en verzekerden valt als zodanig echter niet direct onder art. 6 EVRM. Wel volgt uit artikel 6 dat een uitvoeringsorgaan de gang tot de rechter niet duidelijk mag beperken of belemmeren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1990
AA19900851

Van marginale rechterlijke toetsing naar toetsing op maat: einde van een geconditioneerde respons?

R. Ortlep, W.S. Zorg

Post thumbnail

Bij beleids- of beoordelingsvrijheid van het bestuursorgaan is doorgaans de geconditioneerde respons dat de bestuursrechter marginaal toetst. De doctrine lijkt zich evenwel steeds meer te ontwikkelen richting een toetsing op maat. Besproken wordt of van een dergelijke ontwikkeling sprake is en, zo ja, of zij van algemene aard is.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2018
AA20180020

Resultaat 37–48 van de 54 resultaten wordt getoond