Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond

Ars Aequi-prijs 1996

In dit artikel wordt het winnende artikel van de Ars Aequi-prijs van 1996 besproken. Het titel handelde over 'Conlfictenrecht en buitenlands recht in kort geding´.

Overig | Juryrapport | Verdieping | Studentartikel
maart 1997
AA19970140

De afstemmingsregel

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 24 april 2020, nr. 19/00155, ECLI:NL:HR:2020:806 (mr. Meulenberg q.q./Alsi Beheer)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2020
AA20200802

De beoordeling van een vordering tot opheffing van een conservatoir beslag

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 17 april 2015, nr. 14/01028, ECLI:NL:HR:2015:1074 (Hwang/Nidera c.s.; Pine trader)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2015
AA20150794

De civielrechtelijke dwangsom

G.R. Rutgers

Benelux-Gerechtshof 25 mei 1999, ECLI:NL:XX:1999:AD3060, nr. A 97/2, RvdW 1999, 95 C (Greenib Car BV t. de vennootschap onder firma Autobedrijf Joh. Aaltink) Benelux Gerechtshof Eenvormige Benelux wet betreffende dwangsom;‘onmogelijkheid’ in de zin van artikel 4 lid Eenvormige Wet/artikel 611d Rv. Vraag of er sprake is van ‘onmogelijkheid’ in de zin van artikel 4 lid 1 Eenvormige Wet, ofwel artikel 611d Rv, gedurende de periode dat een in een eerste kort gedingvonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom gegeven verbod, niet is nagekomen, nadat en omdat de veroordeelde door dezelfde president in een tweede, uitvoerbaar bij voorraad verklaarde, uitspraak in kort geding was ontslagen van de verplichting tot naleving van dat verbod. Een bijzondere omstandigheid was dat het tweede kort gedingvonnis nadien in hoger beroep is vernietigd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000049

Het incasso kort geding bij het Nederlands Arbitrage Instituut

G.W. van der Bend, M.A. Leijten

Het arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) voorziet sinds 1 januari 1998 in de mogelijkheid van een arbitraal kort geding. De praktijk wijst uit dat NAI arbiters geneigd zijn om in een kort geding waarin een geldvordering aan de orde is, de rechtspraak van de Hoge Raad die is gevormd onder artikel 289 Rv (oud), thans artikel 254 Rv, toe te passen. Wij vragen ons in dit artikel af in hoeverre dat gezien de huidige tekst en de toelichting op het NAI-reglement juist is, in het bijzonder in zaken waarin buitenlandse partijen betrokken zijn.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020553

Het inzagerecht van de ex-mentor na het overlijden van de betrokkene

D. Pos

Op 29 januari 1998 wees de civiele kortgedingkamer van het gerechtshof te Amsterdam een belangwekkend arrest. Inzet van het onderhavige kort geding was inzage in het medisch dossier van eenoverleden psychiatrische patiënte door haar vader, tevens haar ex-mentor. Het Hof wees de vorderingvan de vader toe en vernietigde het vonnis van de president in eerste aanleg.

Verdieping | Studentartikel
juni 1998
AA19980547

Ik ben niet overtuigd (Digitaal boek)

Opstellen aangeboden aan mr. P. Ingelse

G.C. Makkink, M.P. Nieuwe Weme, A.J. van Wees

Post thumbnail Een substantieel aantal opstellen gerelateerd aan de Ondernemingskamer en bijdragen over het kort geding, collegiale rechtspraak, publicitaire en journalistieke nevenactiviteiten, het strafrecht en de sociale advocatuur.

9789069166193 - 29-05-2015

maart 1989

Katern 30: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, J.W. Rutgers

maart 1994

Katern 50: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

maart 2000

Katern 74: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

Naar ons voorlopig oordeel (Digitaal boek)

W.A.M. van Schendel

Post thumbnail Het kort geding blijft een fascinerende rechtsgang. Dit boekje geeft door middel van een diversiteit aan onderwerpen een beeld van wat de verschillende partijen in kort geding zoal bezighoudt.

9789069163918 - 26-03-2001

Over het behoud van het spoedeisende karakter van het kort geding in hoger beroep

M.E. Bruning

Het kort geding voorziet in een grote maatschappelijke behoefte aan snel-rechtspraak in zaken met een spoedeisend karakter. Wanneer tegen het in eerste aanleg met voortvarendheid uitgesproken vonnis hoger beroep wordt aangetekend, volgt in de praktijk veelal een meer of minder tijdrovende rechtsgang die weinig verschilt van de gewone bodemprocedure. Aangetoond zal worden dat deze gang van zaken onverenigbaar is met de aard van het kort geding. Voorts zal een voorstel worden geformuleerd om te bereiken dat het hoger beroep in kort geding eveneens vlot wordt afgedaan.

Verdieping | Studentartikel
februari 1996
AA19960094

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond