Toont alle 6 resultaten

Een economisch-juridische benadering van reclame

D.Y.M. Biemans, R.W. Holzhauer

Bijdrage bij de rode draad 'Recht en reclame' waarbij wordt ingegaan op de economische en psychologische aspecten van reclame en de verhouding met het juridische kader daarbij. Vragen als 'Is reclame per definitie misleidend, nu zij afkomstig is van een direct belanghebbende?' komen onder andere aan de orde.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
november 1993
AA19930786

maart 2001

Katern 78: Ondernemingsrecht

G. van Solinge

Regels en legitimiteit: bedoelde en onbedoelde effecten van regelgeving

N.J.H. Huls

In mei 2006 besloot Rita Verdonk, de toenmalige minister voor het vreemdelingenbeleid, het paspoort van het Tweede Kamerlid voor de VVD, Ayaan Hirsi Ali, in te trekken. In een recent arrest had de Hoge Raad beslist dat het liegen over de identiteit een reden kon zijn om iemands nationaliteit met terugwerkende kracht te laten vervallen. Daarom besloot minister Verdonk het paspoort van haar partijgenoot in te trekken. Omdat Ayaan had gelogen over haar ware naam, kon de minister niet anders beslissen, zei zij, want: ‘regels zijn regels’ en die gelden voor iedereen. Vervolgens gingen kamerleden en de minister in het parlement een hele avond met elkaar in debat over de vraag over hoeveel discretionaire ruimte de minister beschikte om van een regel af te wijken. Politici en bestuurders klagen wel over rechters, die zich te veel met politiek zouden bezighouden, maar in dit parlementaire debat vond het tegenovergestelde plaats. De minister en volksvertegenwoordigers redetwistten als een soort pseudo-annotatoren met elkaar over de ruimte die de jurisprudentie van de Hoge Raad liet voor afwijking in individuele gevallen van regels die zij zelf hadden opgesteld!

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070862

Van bestuurdersaansprakelijkheid en het vertrouwen in de kapitaalmarkten; een internationaal perspectief

M.A.M. Wagemakers

In dit artikel wordt ingegaan op de invloed van de economie aan de wet- en regelgeving op het gebied van de bestuurdersaansprakelijkheid door de toegenomen deelname van particulieren aan effecten.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2005
AA20050138

VEH/CSM

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 25 juni 1999, nr. C98/051HR, ECLI:NL:HR:1999:AD3069, RvdW 1999, 109 (Vereniging voor de Effectenhandel/CSM NV) Karakter noteringsovereenkomst tussen 'beurs-NV' en Amsterdamse beurs. Opzegging of beëindiging daarop grond van gewijzigde rechtsopvattingen omtrent de toelaatbaarheid van 'beschermingsconstructies' op grond van art 6:248 lid 1/lid2/ 6:258 BW. Gevolgen van beëindiging voor de notering van effecten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1999
AA19990746

Wetgevingskwaliteit en onderzoek

Ph. Eijlander

De redactie van Ars Aequi heeft mij gevraagd om voor dit bijzonder nummer over multidisciplinair onderzoek in de rechtswetenschap een bijdrage te schrijven over de betekenis van kennis, verkregen uit multidisciplinair onderzoek, voor de wetgeving en de kwaliteit van wetgeving. Tevens is de vraag opgeworpen welke rol de zogenoemde evaluatie ex-ante in dat verband kan spelen. Ik heb dat verzoek graag aanvaard en zal in het vervolg ingaan op de gestelde vragen. Ik volg daarbij de volgende opzet en indeling. Eerst ga ik in paragraaf twee in op de verhouding tussen het onderwijs en onderzoek op het terrein van de wetgeving en de rechtswetenschap. Welke disciplines vormen – de kern van – de wetgevingsleer? Vervolgens werp ik de vraag op hoe het is gesteld met de feitelijke onderbouwing van de wetgeving die tot stand komt. Paragraaf drie gaat daar op in. In het proces van wetgeving strijden uiteenlopende perspectieven om de voorrang en in die arena kan meer of minder ruimte worden gegeven aan inzichten en gegevens op basis van onderzoek. In die context kan ook de genoemde evaluatie exante worden geplaatst. De vraag is overigens, of het gebruik van het begrip evaluatie hier wel op zijn plaats is. Is dit niet een te pretentieuze benaming voor wat in de wetgevingspraktijk geschiedt? De nadere uitwerking van dit algemene punt van de kennis- en informatiegevoeligheid van de wetgeving volgt in paragraaf vier. Daar gaat het bijvoorbeeld over verschillende soorten informatie en onderzoek en ook over de diversiteit in wetgevingsprojecten. Dan kan ook de kwestie van de bijzondere betekenis van multidisciplinair onderzoek worden geadresseerd. Deze bijdrage besluit met de belangrijkste conclusies.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070904

Toont alle 6 resultaten