bijzondere zorgplicht

Toont alle 8 resultaten

De bijzondere zorgplicht van de bank als beleggingsadviseur

D. Busch

Hoge Raad 3 februari 2012, nr. 10/04578, ECLI:NL:HR:2012:BU4914, LJN: BU4914 (Coöperatieve Rabobank Vaart en Vecht UA/X)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2012
AA20120752

Gevaarzetting en doorbraak van aansprakelijkheid

S.M. Bartman

Hoge Raad 1 september 2009, nr. C07/203HR, ECLI:NL:HR:2009:BH4033, LJN: BH4033, NJ 2009/565, m. nt. PvS, JOR 2009/309, m. nt. Spinath (Comsys/Van den End q.q.) Faillissementsrecht. Procesrecht. Schending van de verplichting in de appeldagvaarding ex art. art. 111 lid 2, aanhef en onder j, Rv. het in art. 140 lid 2 Rv., genoemde rechtsgevolg te vermelden dat intreedt indien niet alle gedaagden op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnen; voor de geïntimeerde jegens wie verstek is verleend en die in hoger beroep in het ongelijk is gesteld, stond zowel het rechtsmiddel van verzet als het rechtsmiddel van cassatieberoep open; nu cassatieberoep is ingesteld, kon geen verzet meer worden ingesteld; doorbraak van aansprakelijkheid; holding moedermaatschappij en enig aandeelhouder van dochtervennootschappen; vordering tot schadevergoeding bestaande in tekort faillissement dochter; bijzondere zorgplicht holding jegens crediteuren van gefailleerde dochter, welke zijn grondslag vindt in de door holding opgezette structuur met daaraan inherente risico’s voor de crediteuren van de gefailleerde dochter en de keuze om de activiteiten van de betreffende dochter ‘going concern’ voort te zetten in de wetenschap dat daardoor binnen de groep de crediteuren zouden worden benadeeld zodra de financiering in rekening-courant door holding zou worden beëindigd; in de gegeven omstandigheden diende holding zich de belangen van schuldeisers aan te trekken; holding die schuldeisers niet heeft gewaarschuwd voor penibele financiële positie van gefailleerde aansprakelijk voor tekort in faillissement van dochter; handelingen holding niet aan dochter toegerekend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2010
AA20100102

Zorgplicht van scholen voor de kwaliteit van het onderwijs

B.M. Paijmans

Post thumbnail Op 17 mei 2013 promoveerde Brechtje Paijmans aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift De zorgplicht van scholen. De grondslag en reikwijdte van de civielrechtelijke zorgvuldigheidsnorm van scholen jegens leerlingen. Promotor was prof.mr. I. Giesen. In deze bijdrage schrijft zij over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2014
AA20140156

De levensbeëindiging van een gehandicapte mongoloïde pasgeborene

C. Kelk

Hoge Raad 28 april 1989, nr. 2238, ECLI:NL:HR:1989:AD0762 (mrs. Bronkhorst, Van den Blink, Beekhuis, Mout en Govaerts) (gegeven na conclusie van A-G Fokkens tot verwerping van het beroep). De beslissing van een medicus om niet over te gaan tot de operatie van het mongoloïde kind (geboren met het syndroom van Down), dat leed aan een duodenum atresie (afsluiting van de maag en de twaalfvingerige darm) alsmede tot het beëindigen van de medische behandeling, welke het kind genoot, waarna het kind is overleden, kan naar het oordeel van het Hof en van de Hoge Raad de toets van de redelijkheid doorstaan. Hierbij waren een aantal omstandigheden van belang. Deze worden in onderstaande bijdrage nader toegelicht. Ook wordt ingegaan op de gecompliceerde materie van de omissiedelicten, de bijzondere zorgplichten, de wijze van marginale toetsing in de bezwaarschriftprocedure alsmede de rol van de arts. In de noot wordt tevens kritiek geuit op de bezwaarschriftprocedure, waarin een omstreden en zeer gecompliceerde kwestie werd beslecht. Hiermee wordt volgens de auteur zowel de aard van de bezwaarschriftprocedure als het belang van de zaak zelf geweld aangedaan: voor een vóórprocedure was het onderzoek te verstrekkend, voor een onderzoek ten gronde was het té oppervlakkig.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1989
AA19890862

Van woekerpolissen, rechtszekerheid en privaatrechtelijke gevolgen door een Luxemburgse bril

T.M.C. Arons, D. Busch

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 29 april 2015, zaak C-51/13, ECLI:​EU:​C:​2015:​286 (Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij NV/Hubertus Wilhelmus van Leeuwen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2015
AA20150696

Toont alle 8 resultaten