Bijzonder nummer

Sea level rise and international nature conservation law: the case of migratory waterbirds in the Wadden Sea

N. Verbeek

Post thumbnail Future sea level rise (SLR) is in part unavoidable and poses a significant threat to migratory waterbirds in the Wadden Sea. Against this backdrop, this article interrogates the Ramsar Convention and the African-Eurasian Migratory Waterbird Agreement (AEWA) to assess to what extent these nature conservation regimes require and encourage adaptation action that can help migratory waterbirds in the Wadden Sea cope with SLR. The article shows that both regimes indirectly require parties to take SLR adaptation action and contain soft law that can fulfil a supplementary role.

Bijzonder nummer | Recht door zee
juli 2025
AA20250564

Tappen uit een ander buisje: regulering en technologie vraagt om multidisciplinair onderzoek

E. Asscher, B.J. Koops

Ontwikkelingen in technologie, zoals internetbellen en het kunnen onderzoeken van achtcellige embryo’s, dagen het recht uit. Regulering van nieuwe technologie vraagt om een multidisciplinaire aanpak en een brede blik. In dit artikel schetsen wij aan de hand van twee voorbeelden, de aftapbaarheid van telecommunicatie en pre-implantatie genetische diagnostiek, waarom het nodig is om inzichten uit andere disciplines dan het recht, zoals ethiek, economie, ICT en genetica, te betrekken bij hedendaagse reguleringsvragen. Een multidisciplinaire aanpak helpt de wetgever bij het maken of actualiseren van wetten, maar leert ook dat een brede blik nodig is: andere reguleringsvormen, zoals organisatorische maatregelen, standaardisatie en voorlichting, zijn even belangrijk om actuele maatschappelijke vragen op te lossen.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070844

Vennootschapsrechtelijke aspecten bij de beoordeling van joint ventures in de Europese mededingingsregelgeving

M.E. Honée

Vanuit het oogpunt van de toepasselijke mededingingsregelgeving heeft de concentratieve joint venture over het algemeen de voorkeur boven de coöperatieve joint venture. In hoeverre speelt de statutaire inrichting van de joint venture hierbij een rol? Wat bepalen de oude en de nieuwe Mededeling hieromtrent?

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950420

Verliezen aan de zee: over geschiedenis en rechtvaardiging van beperking van maritieme aansprakelijkheid

T. Lubbers

Post thumbnail Waar een debiteur op het land met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden, is dat op zee niet altijd het geval. De scheepseigenaar kan zijn aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen namelijk beperken. Vroeger kon hij zelfs volstaan met afstand van zijn schip aan de crediteur. Dit eeuwenoude privilege wordt doorgaans uitgelegd als een welbewuste inbreuk op de rechten van de crediteur en op de rechtvaardigheid, ter stimulering van investeringen in de maritieme economie. Maar klopt dat beeld wel?

Bijzonder nummer | Recht door zee
juli 2025
AA20250486

Verplichtingen jegens migranten op zee: recente ontwikkelingen

K.C.N. Gombeer

Post thumbnail Kristof Gombeer onderzoekt in deze bijdrage aan het Bijzonder Nummer ‘Recht door zee’ de spanningen tussen het internationale zeerecht en de mensenrechten in het kader van maritieme migratie. Gombeer toont aan hoe mensenrechten de laatste decennia een correctieve rol zijn gaan spelen bij situaties waarin migranten op zee in nood verkeren. Aan de hand van recente jurisprudentie en het optreden van verschillende staten analyseert hij hoe drie zeerechtregimes onvoldoende soelaas bieden wanneer nationale belangen botsen met mensenrechtelijke verplichtingen.

Bijzonder nummer | Recht door zee
juli 2025
AA20250508

Wetgevingskwaliteit en onderzoek

Ph. Eijlander

De redactie van Ars Aequi heeft mij gevraagd om voor dit bijzonder nummer over multidisciplinair onderzoek in de rechtswetenschap een bijdrage te schrijven over de betekenis van kennis, verkregen uit multidisciplinair onderzoek, voor de wetgeving en de kwaliteit van wetgeving. Tevens is de vraag opgeworpen welke rol de zogenoemde evaluatie ex-ante in dat verband kan spelen. Ik heb dat verzoek graag aanvaard en zal in het vervolg ingaan op de gestelde vragen. Ik volg daarbij de volgende opzet en indeling. Eerst ga ik in paragraaf twee in op de verhouding tussen het onderwijs en onderzoek op het terrein van de wetgeving en de rechtswetenschap. Welke disciplines vormen – de kern van – de wetgevingsleer? Vervolgens werp ik de vraag op hoe het is gesteld met de feitelijke onderbouwing van de wetgeving die tot stand komt. Paragraaf drie gaat daar op in. In het proces van wetgeving strijden uiteenlopende perspectieven om de voorrang en in die arena kan meer of minder ruimte worden gegeven aan inzichten en gegevens op basis van onderzoek. In die context kan ook de genoemde evaluatie exante worden geplaatst. De vraag is overigens, of het gebruik van het begrip evaluatie hier wel op zijn plaats is. Is dit niet een te pretentieuze benaming voor wat in de wetgevingspraktijk geschiedt? De nadere uitwerking van dit algemene punt van de kennis- en informatiegevoeligheid van de wetgeving volgt in paragraaf vier. Daar gaat het bijvoorbeeld over verschillende soorten informatie en onderzoek en ook over de diversiteit in wetgevingsprojecten. Dan kan ook de kwestie van de bijzondere betekenis van multidisciplinair onderzoek worden geadresseerd. Deze bijdrage besluit met de belangrijkste conclusies.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070904

Woord vooraf

J. van Dijk, E.E. Nauta, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, D.B. Sander

Dit is het Woord Vooraf van de redactiecommissie bij het Bijzonder Nummer 2020 van Ars Aequi over 'Concurrentie'.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200650

Woord vooraf

J.H.L. van Banning, M.H. van Bellen, S.W.M. Eggen, E. ten Hoor, D. Pistora, C.P.J. Smeulders, I.M. Smits, M.J.P. de Zwart

Het recht dat de verhoudingen tussen staten en burgers op zee regelt, is van oudsher het domein van specialisten geweest. In de meeste rechtenstudies komt het onderwerp slechts zijdelings aan bod, om vervolgens snel weer terug te keren naar de rechtsverhoudingen op het vasteland. Tegelijkertijd is het zeerecht van ontegenzeggelijk belang voor de jurist die zich wil bezighouden met de mondiale kwesties van onze tijd. Vandaar dat in het Ars Aequi Bijzonder Nummer 2025 ‘Recht door zee’ het zeerecht en zijn verschillende facetten centraal staan. In dit woord vooraf worden kort de verschillende bijdragen en onderwerpen ingeleid.

Bijzonder nummer | Recht door zee
juli 2025
AA20250483

Woord vooraf

K. Haex, W.Y. Hu, B.C.J. van Kemenade, M.W. Kouwenberg, E.E. Maathuis, D. Pistora

In dit Ars Aequi Bijzonder Nummer 2024 staat niet een inhoudelijk thema, maar een juridische onderzoeksmethode centraal: de externe rechtsvergelijking. Want in een periode waarin veel lezers hun blik verbreden en het buitenland bezoeken, is het interessant ook juridisch een kijkje over de landsgrenzen te nemen. Externe rechtsvergelijking biedt ons niet alleen de mogelijkheid om buitenlandse rechtssystemen te begrijpen, maar het stelt ons ook in staat om te leren van de sterke punten en tekortkomingen van andere juridische systemen. Van het recht van andere landen is immers veel te leren: niet alleen hoe leerstukken daar worden toegepast, maar ook welke fundamentele uitgangspunten verschillen. Reden genoeg dus om in dit Bijzonder Nummer te Reizen naar (buitenlands) Recht.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240611

Woord vooraf: Autonomie en recht

Woord vooraf

P.H.M. Broere, C.C. de Kluiver, L. Münchow, L. Noyon, O. Oost

Post thumbnail

Dit is de inleiding van het Bijzonder Nummer 2017 van Ars Aequi, gewijd aan het thema ‘autonomie’. Het nummer behelst een zoektocht naar de betekenis van autonomie in het huidig recht.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170578

Wordt er eindelijk werk gemaakt van de bescherming van de oceaan?

A.G. Oude Elferink

Post thumbnail Dit artikel bespreekt een in 2023 tot stand gekomen internationale overeenkomst voor het behoud en duurzaam gebruik van de biologische diversiteit van de oceaan. Het artikel gaat in op de achtergrond en onderhandeling van de overeenkomst en de inhoud ervan. Het artikel concludeert dat de overeenkomst een belangrijke stap kan zijn voor de bescherming van de oceaan, maar dat veel zal afhangen van zijn toekomstige uitvoering.

Bijzonder nummer | Recht door zee
juli 2025
AA20250552