Resultaat 25–36 van de 36 resultaten wordt getoond

Meer dan geld alleen

Resultaten van een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot civiele aansprakelijkheid

A.J. Akkermans, H. Elffers, R.M.E. Huver, K.A.P.C. van Wees

Bij herzieningen van het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht worden vaak veronderstellingen gedaan over hoe slachtoffers en naasten over de betreffende herziening denken en in hoeverre deze aan hun behoeftes tegemoet komt. Dat zijn echter vaak niet meer dan hypotheses. Exemplarisch is in dit verband de discussie rond het wetsvoorstel affectieschade. In die discussie hebben allerlei partijen het nodige aangevoerd over wat slachtoffers wel en niet zouden willen, maar empirische gegevens om deze veronderstellingen te onderbouwen ontbreken grotendeels. Dit heeft toenmalig minister Donner ertoe gebracht om onderzoek te laten verrichten naar de verwachtingen die slachtoffers en hun naasten van het aansprakelijkheidsrecht hebben (ook in meer brede zin dan enkel ten aanzien van affectieschade), en wat in deze hun behoeftes zijn. In dit kader is door het Interfacultair samenwerkingsverband Gezondheid en Recht (IGER) van de Vrije Universiteit Amsterdam onlangs een eerste verkennend onderzoek afgerond. In dit artikel zullen de belangrijkste bevindingen van dit onderzoek worden gepresenteerd. Allereerst zal echter kort worden stilgestaan bij een belangrijke aanleiding voor dit onderzoek: het debat over het wetsvoorstel affectieschade.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070852

Moordkuilen: het verschil tussen hangplek en webstek

M. van der Linden

In dit artikel wordt ingegaan op de vrijheid van meningsuiting of uitingsvrijheid. Allereerst wordt er ingegaan op het wezen en de reikwijdte van de uitingsvrijheid. Daarna over de bijzondere kant van internet hierbij. In de vierde paragraaf wordt er stilgestaan bij de uitingsdelicten en inbreuken op eer en goede naam vanuit privaatrechtelijk perspectief. Tenslotte wordt de van toepassing zijnde jurisprudentie behandeld.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080541

Ombudsmanwerk tussen overheid en burger

P. Langbroek

In dit artikel wordt ingegaan op de functies die een ombudsman kan vervullen in de verhouding tussen overheidsorganisaties en burgers, en wordt aandacht gevraagd voor de bijdrage die een ombudsman kan leveren aan de ontwikkeling van een praktische ethiek voor verhouding tussen overheid en burger. Het onderscheid tussen behoorlijkheidsnormen en rechtsnormen als maatstaven ter beoordeling van overheidshandelen is daartoe een sine qua non. Aan de hand van voorbeelden uit de online database van rapporten van de Nationale ombudsman over de jaren 2005 en 2006 wordt gedemonstreerd wat daarom de zin van het onderscheid is, zonder dat daarbij overigens beweerd wordt dat een ombudsman de rechtmatigheid van overheidshandelen niet mag beoordelen.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070910

Proloog

D. Kokkini-Iatridou

De timing van de verschijning van de onderhavige bundel is bijna perfect te noemen en de initiatiefnemers hiervan verdienen alle lof. Het is immers onontbeerlijk aan de vooravond van een eeuw geschiedenis moderne rechtsvergelijking, die met het Parijse Congres van 1900 is begonnen, de cruciale vraag nog eens aan de orde te stellen: Bestaat er een paradigma voor rechtsvergelijking?

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940273

Recht en ontwikkeling: ‘the problem of knowledge’ nader bekeken

J.M. Otto

Sinds 1990 hebben de internationale programma's ter bevordering van de rechtsstaat in ontwikkelingslanden (rule of law promotion) een hoge vlucht genomen. Maar volgens ingewijden bestaat er een problem of knowledge. Immers, wat is eigenlijk de kennisbasis van al deze activiteiten? Wordt voldoende gebruik gemaakt van de lessen geleerd bij eerdere projecten? Is de rechtswetenschap, in het bijzonder de Nederlandse, toegerust om bijvoorbeeld te bepalen of het zinvol is informeel grondbezit te legaliseren ter bestrijding van armoede? Na een kritische rondgang langs beleidstrends en disciplines wordt een balans opgemaakt. In de huidige law, governance and development (LGD) studies worden pogingen gedaan de studie van recht in ontwikkelingslanden terug te brengen naar de context. Lessen van de koloniale rechtswetenschap, de rechtsantropologie, de develop- ment administration n de rojectenpraktijk zijn daarbij an nut.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070883

Rechtsvergelijking, rechtsgeschiedenis en ius commune

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een recente polemiek

R. Zimmerman

Wat behoort het doel van het onderwijs en de bestudering van het Romeinse recht aan een hedendaagse universiteit te zijn? Moet daarbij het klassieke Romeinse recht of het ius commune dat daarop gegrond is, beklemtoond worden? Moet de accent liggen op elegantia of op utilitas? Behoort de bestudering van derechtsgeschiedenis binnen rechtenfaculteiten te geschieden, of is dit eerder een taak van de geschiedkundige? Dit zijn sommige van de belangrijke vragen die naar voren zijn gekomen in een recente polemiek tussen professor Ankum en professor Zwalve. Aangezien het dit tijdschrift was, dat voorzag in het forum voor deze polemiek, en aangezien zowel Ankum als Zwalve daarnaast verwijzen naar een van mijn werken ten einde hun argumenten te ondersteunen, wil ik graag gebruikmaken om hier mijn eigen mening te geven over sommige van de onderwerpen die aangeroerd zijn. Deze onderwerpen zijn nauw verbonden met het onderwerp dat mij is voorgeschreven door de redactiecommissie van dit bijzonder nummer: rechtsvergelijking, rechtsgeschiedenis en ius commune. Ik wil de nadruk leggen op bevindingen in Duitsland, maar ik denk dat veel van mijn waarnemingen ook opgaan, mutatis mutandis, voor andere landen van west-Europa.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940276

Regels en legitimiteit: bedoelde en onbedoelde effecten van regelgeving

N.J.H. Huls

In mei 2006 besloot Rita Verdonk, de toenmalige minister voor het vreemdelingenbeleid, het paspoort van het Tweede Kamerlid voor de VVD, Ayaan Hirsi Ali, in te trekken. In een recent arrest had de Hoge Raad beslist dat het liegen over de identiteit een reden kon zijn om iemands nationaliteit met terugwerkende kracht te laten vervallen. Daarom besloot minister Verdonk het paspoort van haar partijgenoot in te trekken. Omdat Ayaan had gelogen over haar ware naam, kon de minister niet anders beslissen, zei zij, want: ‘regels zijn regels’ en die gelden voor iedereen. Vervolgens gingen kamerleden en de minister in het parlement een hele avond met elkaar in debat over de vraag over hoeveel discretionaire ruimte de minister beschikte om van een regel af te wijken. Politici en bestuurders klagen wel over rechters, die zich te veel met politiek zouden bezighouden, maar in dit parlementaire debat vond het tegenovergestelde plaats. De minister en volksvertegenwoordigers redetwistten als een soort pseudo-annotatoren met elkaar over de ruimte die de jurisprudentie van de Hoge Raad liet voor afwijking in individuele gevallen van regels die zij zelf hadden opgesteld!

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070862

Tappen uit een ander buisje: regulering en technologie vraagt om multidisciplinair onderzoek

E. Asscher, B.J. Koops

Ontwikkelingen in technologie, zoals internetbellen en het kunnen onderzoeken van achtcellige embryo’s, dagen het recht uit. Regulering van nieuwe technologie vraagt om een multidisciplinaire aanpak en een brede blik. In dit artikel schetsen wij aan de hand van twee voorbeelden, de aftapbaarheid van telecommunicatie en pre-implantatie genetische diagnostiek, waarom het nodig is om inzichten uit andere disciplines dan het recht, zoals ethiek, economie, ICT en genetica, te betrekken bij hedendaagse reguleringsvragen. Een multidisciplinaire aanpak helpt de wetgever bij het maken of actualiseren van wetten, maar leert ook dat een brede blik nodig is: andere reguleringsvormen, zoals organisatorische maatregelen, standaardisatie en voorlichting, zijn even belangrijk om actuele maatschappelijke vragen op te lossen.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070844

Vennootschapsrechtelijke aspecten bij de beoordeling van joint ventures in de Europese mededingingsregelgeving

M.E. Honée

Vanuit het oogpunt van de toepasselijke mededingingsregelgeving heeft de concentratieve joint venture over het algemeen de voorkeur boven de coöperatieve joint venture. In hoeverre speelt de statutaire inrichting van de joint venture hierbij een rol? Wat bepalen de oude en de nieuwe Mededeling hieromtrent?

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950420

Wetgevingskwaliteit en onderzoek

Ph. Eijlander

De redactie van Ars Aequi heeft mij gevraagd om voor dit bijzonder nummer over multidisciplinair onderzoek in de rechtswetenschap een bijdrage te schrijven over de betekenis van kennis, verkregen uit multidisciplinair onderzoek, voor de wetgeving en de kwaliteit van wetgeving. Tevens is de vraag opgeworpen welke rol de zogenoemde evaluatie ex-ante in dat verband kan spelen. Ik heb dat verzoek graag aanvaard en zal in het vervolg ingaan op de gestelde vragen. Ik volg daarbij de volgende opzet en indeling. Eerst ga ik in paragraaf twee in op de verhouding tussen het onderwijs en onderzoek op het terrein van de wetgeving en de rechtswetenschap. Welke disciplines vormen – de kern van – de wetgevingsleer? Vervolgens werp ik de vraag op hoe het is gesteld met de feitelijke onderbouwing van de wetgeving die tot stand komt. Paragraaf drie gaat daar op in. In het proces van wetgeving strijden uiteenlopende perspectieven om de voorrang en in die arena kan meer of minder ruimte worden gegeven aan inzichten en gegevens op basis van onderzoek. In die context kan ook de genoemde evaluatie exante worden geplaatst. De vraag is overigens, of het gebruik van het begrip evaluatie hier wel op zijn plaats is. Is dit niet een te pretentieuze benaming voor wat in de wetgevingspraktijk geschiedt? De nadere uitwerking van dit algemene punt van de kennis- en informatiegevoeligheid van de wetgeving volgt in paragraaf vier. Daar gaat het bijvoorbeeld over verschillende soorten informatie en onderzoek en ook over de diversiteit in wetgevingsprojecten. Dan kan ook de kwestie van de bijzondere betekenis van multidisciplinair onderzoek worden geadresseerd. Deze bijdrage besluit met de belangrijkste conclusies.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070904

Woord vooraf

J. van Dijk, E.E. Nauta, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, D.B. Sander

Dit is het Woord Vooraf van de redactiecommissie bij het Bijzonder Nummer 2020 van Ars Aequi over 'Concurrentie'.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200650

Woord vooraf: Autonomie en recht

Woord vooraf

P.H.M. Broere, C.C. de Kluiver, L. Münchow, L. Noyon, O. Oost

Post thumbnail

Dit is de inleiding van het Bijzonder Nummer 2017 van Ars Aequi, gewijd aan het thema ‘autonomie’. Het nummer behelst een zoektocht naar de betekenis van autonomie in het huidig recht.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170578

Resultaat 25–36 van de 36 resultaten wordt getoond