Opinie: reactie Spiertz Advocaten op de annotatie “De juridisering van de afwikkeling van de toeslagenaffaire”

Spiertz Advocaten heeft met interesse kennis genomen van genoemde annotatie van Bert Marseille zoals gepubliceerd in de Ars Aequi van september 2023. In deze annotatie worden enkele kritische opmerkingen gemaakt bij de vonnissen van de Rechtbank Overijssel van 25 april 2023 en de Rechtbank Rotterdam van 26 april 2023, waarin de civiele rechter kort gezegd voor recht heeft verklaard dat de Staat aansprakelijk is voor onrechtmatig handelen jegens gedupeerden van de toeslagenaffaire. Spiertz Advocaten treedt op als belangbehartiger van de gedupeerden c.q. eisers in beide procedures. Daarnaast staat zij meerdere gedupeerden bij, waarbij de ene zaak nog schrijnender is dan de andere.

De kritiek van de heer Marseille richt zich op de overwegingen van de rechter(s) ten aanzien van de (uitzondering op de) formele rechtskracht en het belang van eisers. Daarnaast vraagt hij zich af wat de relevantie en het nut is van beide vonnissen: hebben de vonnissen bijgedragen aan maatschappelijke geschilbeslechting, aan rechtsvorming en kunnen partijen vooruit met deze vonnissen?

Hoewel deze annotatie vanuit juridisch-wetenschappelijk oogpunt wellicht enkele relevante kanttekeningen plaatst, is de betekenis van deze vonnissen in de praktijk, in het bijzonder voor de gedupeerden zelf, niet te onderschatten. Waar het in essentie om gaat, is dat gedupeerden, dankzij deze vonnissen en de daaruit voortkomende erkenning van aansprakelijkheid door de Staat, in een gelijkwaardige positie komen te verkeren als eenieder die benadeeld is als gevolg van een onrechtmatige daad. Dit betekent dat gedupeerden gebruik kunnen maken van alle mogelijkheden die het civielrecht biedt bij het vaststellen van hun schade en het verhalen van die schade op de Staat én dat zij – zo nodig – de schade integraal en onafhankelijk kunnen laten (her)beoordelen door de civiele rechter. Hierdoor zijn gedupeerden niet meer exclusief aangewezen op de herstelregelingen, welke in feite worden uitgevoerd door dezelfde overheidsinstantie die hen al zoveel schade en leed heeft berokkend.

Nog steeds lijkt niet goed te worden beseft hoe ernstig en omvangrijk de gevolgen van de toeslagenaffaire kunnen zijn (geweest) voor zwaar gedupeerden. En hoe complex de daarmee samenhangende, werkelijke schade is, zowel op materieel als immaterieel vlak. In onze praktijk zien wij mensen wier levens jarenlang in puin hebben gelegen – en soms nog steeds in puin liggen – als gevolg van alle financiële en persoonlijke ellende die te herleiden is tot de terugvorderingen van kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst/Toeslagen. Het is bijna niet te bevatten hoe de levens van mensen, of zelfs hele gezinnen, stukje bij beetje in elkaar zijn gestort vanaf het moment dat ze te maken kregen met onbetaalbare, soms torenhoge terugvorderingen van een (destijds) genadeloze schuldeiser, de Belastingdienst/Toeslagen. Een greep uit de ellende die gedupeerden is overkomen: ernstige en langdurige schuldenproblematiek, huisuitzetting en noodgedwongen verhuizingen, gedwongen verkoop van goederen, faillissementen, stukgelopen relaties, uit huis geplaatste kinderen, arbeidsongeschiktheid, ernstige psychische problematiek zoals burn-out, depressie en zelfs suïcide pogingen. Kortom, de niet aflatende financiële druk en invorderings- en dwangmaatregelen hebben diep ingegrepen in de persoonlijke levens van gedupeerden. Door de jarenlange inwerking van stress en angst zijn mensen zowel mentaal als fysiek volledig uitgeput geraakt.

Het bestuursrechtelijke hersteltraject is niet goed geëquipeerd om dit soort omvangrijke en complexe schades op een rechtvaardige, efficiënte en waar nodig pragmatische wijze af te wikkelen. Waar (op papier) wordt gesproken over “ruimhartig herstel” en het slechts aannemelijk hoeven maken van schade, blijkt dat in de praktijk lang niet altijd zo eenvoudig te werken, of tot bevredigende resultaten te leiden. Trage besluitvorming en afhandeling van dossiers leidt ertoe dat levens langer in de wachtstand staan, met soms nieuwe schade tot gevolg. Ruimte voor onderhandeling ontbreekt.
De mogelijkheden, de rechtspositie en de rechtsbescherming van gedupeerden in het bestuursrechtelijke hersteltraject zijn niet gelijkwaardig aan het civielrecht en de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de bij het hersteltraject betrokken instanties zijn op zijn minst discutabel. We noemen een aantal voorbeelden.

Zoals bekend, kunnen erkend gedupeerden een integrale beoordeling aanvragen bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (‘UHT’), onderdeel van de Dienst Toeslagen. Deze beoordeling leidt tot het (al dan niet) toekennen van een compensatievergoeding (boven de Catshuisvergoeding) die meestal grotendeels bestaat uit de ten onrechte terugbetaalde of niet toegekende kinderopvangtoeslag, uit rentevergoeding en uit forfaitaire compensatiebedragen voor materiële en immateriële schade. Met de vergoeding van de werkelijk geleden schade van gedupeerden heeft dit nog weinig te maken.

Om te worden gecompenseerd voor de werkelijke schade, kunnen gedupeerden ná de integrale beoordeling een verzoek indienen bij de Commissie Werkelijk Schade (‘CWS‘). Echter, indien bezwaar en eventueel beroep wordt ingesteld tegen de integrale beoordeling, vormt dat een vertragende factor bij het afwikkelen van de werkelijke schade. De CWS neemt een verzoek pas in behandeling nadat de integrale beoordeling definitief is.

De doorlooptijden bij de CWS zelf zijn op zijn zachts gezegd niet positief te noemen. In een kamerbrief van 7 september 2023 schreef Staatssecretaris de Vries onder meer:

“De wachtrij is gegroeid naar circa 1350 ouders. Het gemiddeld aantal afgedane adviezen per week is gedaald ten opzichte van 2022 terwijl het aantal commissieleden toenam en ook de totale organisatieomvang bijna is verdubbeld. Bij de circa 380 uitgebrachte adviezen gaat ongeveer 50% van de ouders in bezwaar tegen de beschikking, wat de hersteloperatie nog verder belast.”

De UHT en CWS hebben de taak gekregen om de werkelijke schade van gedupeerden te beoordelen naar civiele maatstaven, maar dat wil niet zeggen dat een beoordeling door deze instanties (ook na een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure) leidt tot dezelfde resultaten als de ‘civiele route’.
De CWS is slechts een adviescommissie, die advies uitbrengt aan de UHT over de hoogte van de compensatie voor de werkelijke schade. De UHT neemt het advies van de CWS in principe over in een besluit. Als een gedupeerde het vervolgens met dát besluit niet eens is, bestaat wederom de mogelijkheid van bezwaar bij het bestuursorgaan (UHT) en beroep bij de bestuursrechter. In jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is inmiddels bevestigd dat ook de bestuursrechter de schade van gedupeerden ten volle dient te beoordelen overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht. Gelet op de wezenlijk andere aard van een bestuursrechtelijke procedure en de vele schakels die moeten worden doorlopen in het hersteltraject, is het echter zeer de vraag of (zwaar) gedupeerden aan het einde van de rit daarmee beter of sneller af zijn in vergelijking met de afwikkeling van een civiele schadeclaim op basis van onrechtmatige daad.

Een ander voorbeeld betreft het betrekken van deskundigen bij het vaststellen van (een deel van) de schade van gedupeerden. In het hersteltraject kán de CWS deskundigen inschakelen indien zij dat nodig acht voor het vaststellen van de schade. Gedupeerden hebben daarbij echter geen invloed op de te benoemen deskundige en de vraagstelling voor de deskundige. Ook kan geen formeel bezwaar worden gemaakt tegen de bevindingen van een deskundige.

Hoe anders is de positie van een gedupeerde in het civielrecht, waarbij de rechter, voorafgaand aan een eventuele (schadestaat)procedure, kan worden gevraagd om een onafhankelijke deskundige te benoemen: het verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht. De gedupeerde heeft daarbij zelf het initiatief ten aanzien van de voor te dragen deskundige, de vraagstelling voor de deskundige én krijgt nadien de mogelijkheid om inhoudelijk te reageren op de bevindingen van de deskundige.

Dit zijn slechts enkele voorbeelden waaruit blijkt dat het bestuursrechtelijke hersteltraject verre van optimaal is. In sommige, lichtere gevallen kan het hersteltraject wellicht leiden tot gunstigere en snellere resultaten dan het civielrecht, maar op basis van wat ons kantoor tot nu toe heeft gezien, biedt het hersteltraject voor zwaar gedupeerden met grote en complexe schades vaak geen deugdelijke oplossing. Niet voor niets hebben inmiddels naar schatting enkele honderden gedupeerden ervoor gekozen om naast, of in plaats van het bestaande hersteltraject, gebruik te maken van de mogelijkheden van het civielrecht.

Al met al hebben gedupeerden van de toeslagenaffaire in het civielrecht een wezenlijk andere uitgangspositie dan in het bestuursrechtelijke hersteltraject, waarin de burger opnieuw tegenover de overheid komt te staan en afhankelijk is van eenzijdig door de overheid uitgevoerde regelingen.
Het openstellen van de civielrechtelijke route zorgt, in ieder geval voor een bepaalde groep zwaar gedupeerden, voor betere mogelijkheden tot schadeverhaal, een meer onafhankelijke positie van gedupeerden, gelijkwaardigheid van partijen, minder (schijn van) partijdigheid en meer ruimte voor onderhandeling. Dit is waar de uitspraken van de Rechtbank Overijssel en Rechtbank Rotterdam, naast het verkrijgen van een stuk erkenning, aan hebben bijgedragen. Wellicht leidt het tot een begin van herstel van vertrouwen van gedupeerden in de overheid.

Team Spiertz Advocaten
Milan Jans, Cyril Spiertz, Ruben Verplanke

Categorie: Reactie

4 gedachten over “Opinie: reactie Spiertz Advocaten op de annotatie “De juridisering van de afwikkeling van de toeslagenaffaire”

  1. Aan de kaak kunnen stellen van een onrechtmatige daad vd overheid via de civielrechtelijke route is van belang voor de staat vd rechtsstaat. In een democratie horen geen Kafkaiaanse toestanden. Het Alfabet van de angst mag niet regeren. ( documentaire Herta Müller, nobelprijs. )

    .

  2. Volledig eens. Het CWStraject is een vage schim van in het aansprakelijksheidsrecht reeds uitgewerkte leerstukken. Men vindt opnieuw het wiel uit met secundaire victimistaie tot gevolg: ‘u was toch al alleenstaand ouder, dus u had het al zwaar, wordt als schadedrukkend opgevat. Waarom heeft u geen hulp gezocht? Alsof er ook maar iemand was die je geloofde. De Rechtbank Overijssel ( en ik was als toehoorder aanwezig bij de zitting van Mr Spiertz cs) heeft daarentegen een begin gemaakt met werkelijk herstel, zonder victimblaming. De Rechtbank deed wat veel eerder had moeten gebeuren, heeft onbevooroordeeld geluisterd naar twee overlevers en aansprakelijkheid vastgesteld. Met de Staat die zelfs ter zitting aansprakelijkheid weg wilde pleiten en de bestuursrechtelijke route via CWS als een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang willde neerzetten, werd ter plekke korte metten gemaakt. CWS is een totaal vastgelopen langdurig traject waar mensen misschien hun best doen maar sowieso geen notie hebben van aansprakelijkheidsrecht, litigation, laat staan van honger, de jarenlange gevolgen van gruwelijke armoede en de gevolgen van nooit, maar dan ook nooit geloofd worden. De rechtbank begreep dat, Spiertz cs ook. Verder maar weinigen. De weg naar herstel wordt door de staat niet geboden. De civiele rechter doet dat wel.

  3. Toen ik de kritiek van dhr. Marseille las, kon ik mijn ogen niet geloven. Hoe kon er met zo weinig empathie naar de ouders en naar de betrokken advocaten gereageerd worden? Wat ik de ‘Slag van Almelo’ genoemd heb, voelde nu als de ‘Slag van Marseille’. Het voelde als een poging om de opening van de civiele poorten te minimaliseren.
    De gevolgen voor de gedupeerden zijn immens. Bijna 5000 ondernemers zijn met grote schades geconfronteerd. Zowel zakelijk als privé. Uit een enquête onder ouders is gebleken dat ook de kinderen grote gevolgen ondervinden. Velen hebben hun studie onderbroken, zijn gestopt, of hebben vertraging opgelopen. Ze hebben grote DUO schulden. De relaties tussen ouders en kinderen zijn op zijn minst ernstig verstoord.
    Als Stichting Herstel Ongekend Onrecht zie ik dat de situaties van ouders en kinderen ongekend ernstig zijn. Er zijn bijna 1000 ouders en kinderen overleden. De stress is velen te groot geworden.
    Ook zijn er minstens 1000 ouders met kinderen naar het buitenland gevlucht en wordt hun terugkeer bemoeilijkt door gebrek aan geld en aan een woning. De weg naar herstel is onnodig lang.

    Woorden zoals die van het Team Spiertz Advocaten en van Chris Sent geven me moed, maken me blij, brengen me hoop.

    Bedankt!

  4. Het vertrouwen in de (rijks)overheid zal natuurlijk nooit meer terugkeren. Deze hele openbaring van het ware gezicht van de Nederlandse denk,- werk,- ziens,- en (be)handelswijzen wegens de aantoonbaarheid hiervan bij onze hoogste ambtenaren en bestuurders in de openbaarheid gekomen, betekend dat er nog een hele lange weg te gaan is. We zien nu dat de huidige afhandeling faalt. Deze beschadigd meer dan hersteld. Het gaat erom dat bij de beeldvorming t.o.v. ‘andere’ mensen men zich niet zo acuut van allerlei aannames en bevooroordeeldheden voorziet. Ook bij politie en justitie. Neem een voorbeeld aan de zorg. Daar is iedereen gelijk(?!)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *