Sleutels voor personenvennootschapsrecht

Boekbespreking. Waar moet het heen met de personenvennootschappen? Over die vraag zijn de afgelopen jaren niet minder dan drie wetsontwerpen, vier proefschriften en ettelijke artikelen verschenen, om nog maar te zwijgen van de stevige bijdrage die de Hoge Raad met enkele kernarresten leverde. Stokkermans voegt een vijfde proefschrift toe. Sleutels voor personenvennootschapsrecht is een knap geschreven werk dat het tot dusver verschenen materiaal in een soepele stijl met elkaar in verband brengt. Het biedt een grondige beschouwing die de kernvragen van het personenvennootschapsrecht aan de orde stelt tegen de achtergrond van het algemeen vermogensrecht en met behulp van enkele buitenlandse stelsels. Alles tezamen komt Stokkermans tot een eigen voorstel voor een regeling van de personenvennootschappen. Een sleutelwerk.

Moeilijk is de keuze voor de ‘vennootschapsvarianten’ die een moderne regeling moet bevatten. Stokkermans kiest allereerst voor de drie vertrouwde vennootschappen. Wel krijgen de maatschap, VOF en CV een heel andere lading dan ze naar huidig recht hebben. Stokkermans’ maatschap moet het stellen zonder rechtspersoonlijkheid en zelfs zonder rechtssubjectiviteit. Zelfs als de maten gemeenschappelijk naar buiten treden, wordt hun handelen niet aan de maatschap maar slechts aan henzelf toegerekend. Overeenkomsten worden dus niet met de maatschap maar met de maten van tijd tot tijd gesloten, zodat een nieuwe maat niet aansprakelijk is voor schulden die van vóór zijn toetreding dateren (anders de Hoge Raad in Biek Holdings). Gelukkig trekt Stokkermans het ontbreken van rechtssubjectiviteit niet tot het uiterste door, zodat het bijvoorbeeld mogelijk blijft de maatschap (en niet alle maten) te dagvaarden.

Daarentegen behouden de VOF en CV in de visie van Stokkermans hun rechtssubjectiviteit. Als gevolg daarvan zijn die vennootschappen vooreerst aansprakelijk voor alle schulden en blijven ze na het uittreden van een vennoot in principe bestaan. Hoewel ik me afvraag of rechtssubjectiviteit als onderscheidend kenmerk niet te subtiel is voor de rechtspraktijk, spreekt het betoog van Stokkermans dogmatisch aan. Hoe dan ook is het uiterst praktisch dat Stokkermans het verschil tussen maatschap en VOF ophangt aan een formeel criterium: de inschrijving in het Handelsregister. Een maatschap ontstaat dan informeel – zodra aan zijn wettelijke omschrijving is voldaan – terwijl men voor een VOF even naar de Kamer van Koophandel moet. We zijn dan niet langer aangewezen op het mistige, achterhaalde verschil tussen beroep en bedrijf, noch op het wankele vereiste van de gemeenschappelijke naam. Bovendien komt daarmee een ongerechtvaardigde ongelijkheid tussen maatschap en VOF te vervallen. Dat vennoten in een VOF hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn (art. 18 K) maar de maten slechts voor gelijke delen (art. 7A:1680 BW), is niet uit te leggen. Aantrekkelijk is het voorstel van Stokkermans om de aansprakelijkheid in de maatschap te richten naar de regels van het algemene burgerlijk recht.

Nieuw zijn de door Stokkermans bepleite maatschap met beperkte aansprakelijkheid (M-BA) en de zelfstandige met beperkte aansprakelijkheid (ZA). De M-BA is een maatschap die de maten vergaand voor aansprakelijkheid behoedt, vergelijkbaar met de bescherming die aandeelhouders in een BV genieten. De wel vaker geopperde invoering van een rechtsvorm als deze behoeft mijns inziens nadere overdenking. Welke meerwaarde heeft de M-BA precies als die zo op de BV lijkt? Een combinatie van veel inrichtingsvrijheid met geringe aansprakelijkheid klinkt (fiscaal) aantrekkelijk, maar zijn daaraan ook nadelen verbonden? Nu de Brexit de dreiging van LLP-loodgieters zal verminderen, is voor invoering van deze nieuwe vennootschapsvariant wellicht minder reden. Hoe dan ook is de M-BA van Stokkermans het bestuderen waard. Dat geldt ook voor de ZA, die zelfstandigen bescherming tegen aansprakelijkheid biedt.

Al met al is de wetgever aan zet, die aan een nieuwe regeling van de personenvennootschappen een hele kluif zal hebben. Met het boek van Stokkermans op het nachtkastje zal minister Dekker evenwel goed beslagen ten ijs kunnen komen. (KvV)

Chr.M. Stokkermans
Sleutels voor personenvennootschapsrecht
Diss. Rotterdam, Serie IvO 102, Deventer: Wolters Kluwer 2017, XXII + 693 p., € 82,50

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *