Het liberalisme en zijn schaduwzijden. Verdediging van een klassiek ideaal
Boekbespreking. Het is misschien wel een van de meest aangehaalde naoorlogse boeken: Het einde van de geschiedenis en de laatste mens (1992). De Amerikaanse politicoloog en filosoof Francis Fukuyama stelt daarin dat het einde van de Koude Oorlog de universalisering van de westerse liberale democratie als de uiteindelijke vorm van menselijk bestuur markeerde. Anno 2022 blijkt niets minder waar te zijn. De liberale democratie verkeert tegenwoordig in een staat van crisis, zo luidt het startpunt van Het liberalisme en zijn schaduwzijde.
In dit boek komt Fukuyama tot de volgende taxatie. Ditmaal is de crisis niet te wijten aan een rivaliserende ideologie, zoals in de Koude Oorlogsjaren wel het geval was, maar aan een perversie van de eigen liberale idealen. Politici aan beide zijden van het politieke spectrum treft blaam. De principes van het liberalisme zouden door zowel rechts als links tot uitersten zijn gedreven. Neoliberalen creëerden een cultus van economische vrijheid en veronachtzaamden het rechtssysteem, terwijl progressieven zich richtten op identiteit boven universaliteit en zich weinig toegeeflijk opstelden jegens andersdenkenden. Dit alles heeft geleid tot toenemende polarisatie en ondermijnt uiteindelijk democratische processen.
Fukuyama voelt zich geroepen om wat hij het ‘klassieke liberalisme’ noemt te verdedigen. Met dat begrip doelt hij op de doctrine die voor het eerst werd ontwikkeld in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Vanouds ligt daarin de nadruk op gelijke individuele rechten, wetgeving en vrijheden. Tegenwoordig worden juist die waarden en instituties frontaal aangevallen in een groeiend aantal gevestigde liberale democratieën. Denk maar aan Hongarije, Polen, Brazilië, Turkije en – last but certainly not least – de Verenigde Staten. Als gezegd, de dreigingen komen van twee kanten. Zij zijn evenwel niet symmetrisch. ‘De dreiging van rechts is directer en politiek van aard, die van links is voornamelijk cultureel en de uitvoering ervan is daarom trager’, aldus Fukuyama.
De oplossing? Een terugkeer naar de klassieke liberale waarden en een sterke nadruk op zelfbeheersing door politici. Meer concreet: zeg vaarwel tegen het neoliberale idee dat de staat een demonische vijand van economische groei en individuele vrijheid is; beleg de macht op het laagst mogelijke regeringsniveau; bescherm de vrijheid van meningsuiting; blijf individuele rechten prioriteren boven die van culturele groepen; erken dat menselijke autonomie niet onbeperkt is; en, tot slot, keer terug naar een zekere matiging in de politiek. De temperatuur is in liberale democratieën te hoog opgelopen en moet nu weer naar beneden.
Hoewel de actuele ontwikkelingen zonder twijfel verontrustend zijn, stemt Het liberalisme en zijn schaduwzijden niet per se pessimistisch. Ja, de problemen zijn groot, zo erkent Fukuyama, en zullen dat voorlopig nog wel blijven. Maar uit dit boek spreekt wel een rotsvast vertrouwen in het liberale gedachtegoed. In de woorden van de auteur: per slot van rekening zijn ‘liberale samenlevingen de motoren geweest van economische groei, de bedenkers van nieuwe technologieën en de scheppers van opwindende kunst en cultuur. Dat gebeurde juist omdát ze liberaal waren.’ Alleen al om dit soort historische duidingen is het boek de moeite van het lezen waard. (RJ)
Francis Fukuyama
Het liberalisme en zijn schaduwzijden. Verdediging van een klassiek ideaal
Amsterdam: Atlas Contact 2022, 224 p., € 21,99
Categorie: Boekbesprekingen