Shop

Schending van het recht als cassatiegrond

W.D.H. Asser

Vanaf april 2009 verschijnt in Ars Aequi de ‘canon van het recht’ met daarin alles wat je moet weten om bij juridisch triviant een kans te maken. Elke maand komen drie of vier vensters aan bod. De canon is samengesteld door een commissie van gerenommeerde hoogleraren uit verschillende rechtsgebieden en van verschillende faculteiten, te weten: Tineke Cleiren, Corjo Jansen, Tijn Kortmann, Hans Nieuwenhuis, Sacha Prechal en Raymond Schlössels onder voorzitterschap van Jan Lokin.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
februari 2010
AA20100125

Selectie aan de poort, een reactie op Van der Wiel

A. Hammerstein

In het decembernummer 2009 legde Bart van der Wiel uit waarom hij de instelling van een selectiekamer die tot doel heeft de voor cassatierechtspraak ongeschikt zaken buiten behandeling te plaatsen niet noodzakelijk vindt. Het voorstel om een dergelijke selectiekamer in te stellen staat in het rapport Hammerstein. Mr. Hammerstein stuurde ons een reactie op dit artikel. Aan Bart van der Wiel gaven wij de gelegenheid op deze reactie te reageren.

Opinie | Reactie/nawoord
februari 2010
AA20100112

Straffen: hoe zwaarder hoe beter?

C. Kelk

Opinie | Column
februari 2010
AA20100095

Van Gend en Loos, de autonomie van de Europese ­rechtsorde en het leerstuk van de rechtstreekse werking

M. Claes

Vanaf april 2009 verschijnt in Ars Aequi de ‘canon van het recht’ met daarin alles wat je moet weten om bij juridisch triviant een kans te maken. Elke maand komen drie of vier vensters aan bod. De canon is samengesteld door een commissie van gerenommeerde hoogleraren uit verschillende rechtsgebieden en van verschillende faculteiten, te weten: Tineke Cleiren, Corjo Jansen, Tijn Kortmann, Hans Nieuwenhuis, Sacha Prechal en Raymond Schlössels onder voorzitterschap van Jan Lokin.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
februari 2010
AA20100122

De cabrio-methode: zo gewonnen, zo geronnen?

H.D.S. van der Kaaij, D.J. van Leeuwen

Al enige tijd gebruiken het openbaar ministerie en de politie een nieuwe wijze van het opsporen van strafbare feiten. De methode wordt cabrio-methode genoemd. Uitgangspunt is dat personen die een onverklaarbaar vermogen voorhanden lijken te hebben, worden nagetrokken bij verschillende instanties. Kenmerkend voor deze methode is het zogenaamd ‘omgekeerd rechercheren’. Onderzoek wordt hier niet gedaan naar aanleiding van het feit waarmee het vermogen is verkregen, het vermogen is juist beginpunt van het onderzoek. Hier wringt, onzes inziens, de schoen.

Opinie | Redactioneel
februari 2010
AA20100077

De Nederlandse implementatie van het UNESCO Verdrag – best of two worlds or wishful thinking?

K.R.M. Lubina, H.E.G.S. Schneider

Post thumbnail De kunstmarkt is altijd al grensoverschrijdend geweest. Met de steeds verdergaande globalisering is ook de kunstmarkt alsmaar internationaler geworden. Deze trend is echter niet alleen waar te nemen bij de reguliere of legale handel maar ook in het illegale circuit. De illegale handel in kunst en antiquiteiten is een winstgevende zwarte markt en wordt steeds vaker in verband gebracht met de handel in drugs en vuurwapens. Eén van de gevolgen van deze internationalisering is dat juristen in toenemende mate geconfronteerd worden met vragen over de rechtmatigheid van bezit en eigendom van kunstvoorwerpen en antiquiteiten.

Opinie | Amuse
februari 2010
AA20100080

‘Als de rook om je hoofd is verdwenen…’

Enkele bedenkingen bij het woonlandbeginsel voor toegang tot coffeeshops

S. van de Bogaert, J.J. Rijpma

Post thumbnail Nederland wordt wereldwijd geassocieerd met een liberaal softdrugsbeleid. Toch staat het binnen Europa geenszins alleen: in meerdere lidstaten van de EU, waaronder Duitsland en België, wordt het bezit van cannabis in de praktijk gedoogd. In één lidstaat, Portugal, is het bezit en gebruik van cannabis zelfs niet langer strafbaar. Waarin Nederland wel afwijkt van andere Europese landen is in het bijkomende gedogen van de handel in softdrugs via coffeeshops. Vooral in grensgemeenten veroorzaken drugstoeristen vaak overlast. Daarom is in 2006 in de gemeente Maastricht een APV ingesteld die coffeeshophouders verbiedt anderen dan ingezetenen van Nederland hun etablissement te laten bezoeken. In dit artikel plaatsen Stefaan Van den Bogaert en Jorrit Rijpma kanttekeningen bij het woonlandbeginsel voor toegang tot coffeeshops.

februari 2010
AA20100083

Commissies sluiten versterking parlementair onderzoek niet uit

H.-M.Th.D. ten Napel

Tweede Kamervoorzitter Verbeet stelde onlangs dat er in tijden van crisis aanleiding bestaat om terug te grijpen naar de fundamenten van ons bestel: ‘Naar wat nou precies de staatsrechtelijk bepaalde rolverdeling is tussen de verschillende actoren – tussen Regering en Parlement, tussen Eerste en Tweede Kamer, tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Om te kijken of we nog wel rolvast zijn met elkaar. Zodat we, met het oog op de crisis, er stevig voorstaan.’ Zij voegde eraan toe: ‘Het baart me zorgen dat bij veel bewoners van het Binnenhof de kennis van de staatsrechtelijke verhoudingen te wensen overlaat. […].’ De vraag die in deze bijdrage centraal staat is of de instelling van onderzoeks- en adviescommissies eveneens te rekenen valt onder de door Verbeet geconstateerde neiging om de staatsrechtelijke rolverdeling uit het oog te verliezen.

februari 2010
AA20100096

Gevaarzetting en doorbraak van aansprakelijkheid

S.M. Bartman

Hoge Raad 1 september 2009, nr. C07/203HR, ECLI:NL:HR:2009:BH4033, LJN: BH4033, NJ 2009/565, m. nt. PvS, JOR 2009/309, m. nt. Spinath (Comsys/Van den End q.q.) Faillissementsrecht. Procesrecht. Schending van de verplichting in de appeldagvaarding ex art. art. 111 lid 2, aanhef en onder j, Rv. het in art. 140 lid 2 Rv., genoemde rechtsgevolg te vermelden dat intreedt indien niet alle gedaagden op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnen; voor de geïntimeerde jegens wie verstek is verleend en die in hoger beroep in het ongelijk is gesteld, stond zowel het rechtsmiddel van verzet als het rechtsmiddel van cassatieberoep open; nu cassatieberoep is ingesteld, kon geen verzet meer worden ingesteld; doorbraak van aansprakelijkheid; holding moedermaatschappij en enig aandeelhouder van dochtervennootschappen; vordering tot schadevergoeding bestaande in tekort faillissement dochter; bijzondere zorgplicht holding jegens crediteuren van gefailleerde dochter, welke zijn grondslag vindt in de door holding opgezette structuur met daaraan inherente risico’s voor de crediteuren van de gefailleerde dochter en de keuze om de activiteiten van de betreffende dochter ‘going concern’ voort te zetten in de wetenschap dat daardoor binnen de groep de crediteuren zouden worden benadeeld zodra de financiering in rekening-courant door holding zou worden beëindigd; in de gegeven omstandigheden diende holding zich de belangen van schuldeisers aan te trekken; holding die schuldeisers niet heeft gewaarschuwd voor penibele financiële positie van gefailleerde aansprakelijk voor tekort in faillissement van dochter; handelingen holding niet aan dochter toegerekend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2010
AA20100102

Situatief arbeidsongeschikt – wie moet dat betalen?

J. Riphagen

Hoge Raad 27 juni 2008, nr. C07/021HR, ECLI:NL:HR:2008:BC7669, LJN: BC7669, JAR 2009, 188 (eiser/SGBO). Ook wel bekend als Situatieve arbeidsongeschiktheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2010
AA20100106

Beroepsethiek bij rechters: politieke macht of onafhankelijkheid?

E.A. Huppes-Cluysenaer

Pas in de loop van 1990 is er aandacht ontstaan voor de beroepsethiek van rechters, zo schrijft Hooft Graafland in Trema.1 Daarvóór leek het niet nodig. Anders dan bij andere beroepsgroepen zijn bij rechters de belangrijkste aspecten van de beroepsuitoefening namelijk al in wettelijke regels vastgelegd. Daarbij kan gedacht worden aan de regels die de procesgang vormgeven en aan de regels die de onafhankelijke en neutrale positie van de rechter institutioneel waarborgen, zoals zijn benoeming voor het leven en de mogelijkheid van verschoning en wraking. Vanouds is er bij rechtsfilosofen wél aandacht voor het met de ethiek verbonden onderwerp van de methode van rechtsvinding.

februari 2010
AA20100133

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2010 nr. 1

A. tegen Nederland: reëel risico sur place door media