Shop

maart 2016

KwartaalSignaal 138: Volkenrecht

I.F. Dekker, N.J. Schrijver

Ars Aequi maart 2016

Beoordeling van politiegeweld: tuchtrecht eerst

M. van der Steeg, J.S. Timmer

Een rechtsstaat moet voorzien in een onafhankelijke toetsing van politiegeweld. Momenteel vindt die vooral via het strafrecht plaats, dat niet primair is bedoeld om professionele handelingen van welke professie ook te beoordelen, ook niet het ambtshalve handelen van agenten met een wettelijke bevoegdheid tot geweldgebruik. De politie zou een eigen tuchtrechtelijk systeem moeten krijgen voor het trekken van lering, het corrigeren van ongewenste situaties en handelingen, genoegdoening voor het slachtoffer en voor de doorontwikkeling van het vakmanschap. Het vermogen van de politie tot kritische zelfreflectie is daarvoor een voorwaarde.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2016
AA20160171

De joyrider, het strafrecht en het goederenrecht

J.E. Jansen

Post thumbnail

De joyrider: is hij dief? Houder? Bezitter? Maakt het nog iets uit of hij de auto na gebruik (voor de wekelijkse boodschappen of een vakantie op Sicilië) terugbrengt, of elders achterlaat? Jelle Jansen schrijft over de joyrider in het straf- en goederenrecht.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
maart 2016
AA20160156

Het EU-handelsakkoord met Marokko: ook van toepassing in de Westelijke Sahara?

C.M.J. Ryngaert

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 10 december 2015, nr. T-512/12, ECLI:EU:T:2015:953 (Front Polisario/Raad van de EU)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2016
AA20160208

Het recht op pleidooi, mede in het licht en zicht van ‘KEI’: een terug- en vooruitblik

C.J.M. Klaassen

Hoge Raad 31 oktober 2014, nr. 13/04367, ECLI:NL:HR:2014:3076 (Verhoeven c.s./Staat). Ook bekend als Hervormingsdag-arrest.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2016
AA20160185

Kunst of geen kunst, de jurist zal het zeggen…

S.J.C. Hemels

Post thumbnail

Wat is kunst? Het antwoord op deze vraag is belangrijk voor de btw en het douanerecht. Voor deze rechtsgebieden is in de EU een limitatieve opsomming van kunst gemaakt. Deze opsomming is nogal ouderwets en lijkt vele ontwikkelingen sinds 1917 te hebben gemist. Dat leidt soms tot uit kunsthistorisch opzicht wonderlijke jurisprudentie. Zouden juristen wellicht wat vaker kunstdeskundigen moeten raadplegen?

Opinie | Amuse
maart 2016
AA20160158

Meavita: van ‘wanbeleid rechtspersoon’ naar aansprakelijkheid bestuurders-commissarissen?!

M.J.G.C. Raaijmakers

Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 6 juni 2014, maar pas uitgesproken op 2 november 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4454, nrs. 200.135.666/01 OK en 200.135.666/02 OK (Abvakabo FNV tegen de failliete Stichting Meavita Nederland en Mediagroep, een 12-tal daarmee verbonden stichtingen en BV’s, hun curatoren en belanghebbenden (bestuurders, commissarissen))

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2016
AA20160191

Met open armen ontvangen door de strafrechtsketen

T. Kooijmans

Hoge Raad 22 september 2015, nr. 14/05583, ECLI:NL:HR:2015:2753, RvdW 2015/1038

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2016
AA20160201

Moot Court: de rol van de oefenrechtbank in het juridisch vaardighedenonderwijs

C.G. Breedveld-de Voogd

Bij de opleiding tot jurist behoorde van oudsher ook de oefening in het pleiten. Aan het einde van de vorige eeuw leek de aandacht hiervoor echter verdwenen. Met de introductie van vakken zoals het Leidse Moot Court is deze onderwijstraditie weer nieuw leven ingeblazen. In dit artikel staat centraal de ontwikkeling en de inhoud van deze vorm van vaardighedenonderwijs.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2016
AA20160219

Nederlands recht uit den vreemde

E.H. Hondius

Maken wij in Nederland voldoende gebruik van wat buitenlandse juristen ons over Nederlands recht te zeggen hebben? Ewoud Hondius meent van niet.

Opinie | Column
maart 2016
AA20160170

Over vaders, seks en afstamming: het afstammingsrecht voor verwekkers kritisch beschouwd

W.M. Schrama

Post thumbnail

In deze bijdrage wordt ingegaan op de rechtspositie van vaders die geen formele relatie met de moeder van het kind hebben. Een vergelijking van de uiteenlopende situaties laat zien dat er grote verschillen bestaan tussen de rechtsposities van biologische vaders en hun kinderen. Gelet op maatschappelijke en medische ontwikkelingen lijkt de tijd op een aantal punten rijp voor een heroverweging van het afstammingsrecht.

Rode draad | Recht en seksualiteit
maart 2016
AA20160212