Resultaat 1681–1692 van de 1887 resultaten wordt getoond
F.C.M.A. Michiels
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 20 november 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0834, nrs. 200106021/1 en 200201516/1, AB 2003, 1 en 2 m.nt. dG. Spontane vernietiging bouwvergunning, verlening bouwvergunning in strijd met de wet; toetsing aan criteria voor hanteren vernietigingsbevoegdheid; wetenschap bij bouwer van onrechtmatige vergunningverlening.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 2003AA20030196
M. Geerdink, E. de Zwaan
Om de betrokkenheid met de Europese Unie te vergroten heeft de tweede kamer besloten om aan leden van het Europees Parlement een beperkt spreekrecht toe te kennen. Auteurs betwijfelen echter of dit grondwettelijk geen problemen oplevert.
Opinie | Redactioneelseptember 1999AA19990607
R. Nehmelman
Tot voor kort genoot artikel 71 Grondwet een slapend bestaan. Deze bepaling garandeert dat iedereen die deelneemt aan het parlementaire debat in één van de Kamers van de Staten-Generaal, niet in rechte kan worden vervolgd of aangesproken over hetgeen hij of zij heeft gezegd of geschreven ten behoeve van dat debat. Door de vervolging van het Tweede Kamerlid Geert Wilders is de vraag weer actueel geworden of het leerstuk van de parlementaire immuniteit, zoals dat in Nederland grondwettelijk is vastgelegd, nog wel voldoet. In deze opiniërende bijdrage staat de vraag dan ook centraal of de parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers moet worden uitgebreid.
Opinie | Opiniërend artikelmei 2011AA20110355
A. Kristic, R.J.B. Schutgens
Interview met prof. mr. C.A.J.M. Kortmann die eind februari 2009 met emeritaat ging. In het artikel wordt ingegaan op het leven, staatsrechtelijke veranderingen en stommiteiten in Den Haag. De invloed van andere wetenschappen op de juristerij, het staatsrecht en de politiek. Ook komt aan de orde in hoeverre studenten zijn veranderd.
Verdieping | Interviewmaart 2009AA20090196
Th.G. Drupsteen
Hoge Raad 22 oktober 1993 nr. 15164, ECLI:NL:HR:1993:ZC1107, Rechtspraak van de Week 1993, 211c, NJB-katern 1993. p, 502 (Staat/Magnus) Arrest van de Hoge Raad waarbij de twee-wegen- of doorkruisingsleer centraal staat. In deze milieurechtelijke zaak staat de vraag centraal of de Staat in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat zij door gebruikmaking van een onrechtmatige daadsvordering een mogelijk publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze doorkruist. De Hoge Raad oordeelt aan de hand van de Windmill-criteria dat dit i.c. niet het geval is. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de verhouding tussen publiek- en privaatrecht en de doorkruisingsleer in het bijzonder.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1994AA19940157
J. Hijma
Hoge Raad 30 september 1994, nr. 15308, ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, RvdW 1994 (Staat/Shell) In deze zaak is aan de orde in hoeverre Shell onrechtmatig heeft gehandeld en in die zin aansprakelijk is om de kosten voor de sanering van een stuk vervuilde grond te dragen. Het gaat hierbij om bodemvervuiling die al lang geleden, in de jaren '50, is veroorzaakt en het onduidelijk is of de betreffende wet (art. 21 Interimwet bodemsanering) van toepassing is en of er in die überhaupt een zorgvuldigheidsnorm ten aanzien van het lozen van afval bestond.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1995AA19950273
A.M.J.A. Berkvens
In dit artikel wordt de staatsrechtelijke betekenis an de provincie Limburg voor Nederland beschreven. De geschiedenis van de provincie Limburg zoals wij deze nu kennen is er roerig geweest en Limburg maakt in haar huidige vorm pas sinds 1867 deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Daarvoor was het zowel een provincie van Nederland als een hertogdom in de Duitse Bond.
Verdieping | Studentartikeldecember 2008AA20080886
L.E. van Waas
Verspreid over de wereld leven (voor zover bekend) circa 12 miljoen staatlozen. Deze mensen kunnen geen aanspraak maken op een hele reeks rechten die anderen wel hebben, en ze staan bloot aan marginalisatie en misbruik, gedwongen migratie en mensenhandel. Laura van Waas schetst een beeld van de huidige situatie voor staatlozen en de aandacht die ervoor is bij onder andere de VN.
Opinie | Amusenovember 2012AA20120800
A.C.M. Meuwese
Wij hebben in Nederland een lange traditie om mogelijke grondwetswijzigingen te laten voorbereiden door een staatscommissie. Sinds 1917 lijkt het een bijkomende traditie te worden dat de adviezen van deze staatscommissies niet of nauwelijks worden opgevolgd. Nu het in staatsrechtelijke kringen vurig geanticipeerde rapport van de Staatscommissie-Thomassen met slechts één maand vertraging op 11 november 2010 gepresenteerd is, rijst de vraag hoe het de aanbevelingen ditmaal zal vergaan.
Verdieping | Verdiepend artikelapril 2011AA20110291
J. Doomen
Deze bijdrage is gericht op een specifiek onderdeel van de modernisering van het staatsnoodrecht. De centrale vraag is of de separate inwerkingstelling van noodwetgeving in het licht van actuele en toekomstige dreigingen en maatschappelijke ontwikkelingen aanpassing behoeft. In de analyse betrek ik de mogelijkheid van directe ministeriële inzet van separate noodbevoegdheden en de rol van de Staten-Generaal in de besluitvorming omtrent het voortduren van die separate inwerkingstelling van noodwetgeving.
Rode draad | Grenzeloze Grondwettenoktober 2022AA20220806
S. Daniëls
De coronacrisis en het kabinetsvoornemen om het staatsnoodrecht te moderniseren leiden tot een stevig debat over de vraag hoe het staatsnoodrecht eruit moet komen te zien. Dit debat wordt gekleurd door een onjuist begrip van de toepassingscriteria van het staatsnoodrecht, met als mogelijk gevolg dat toekomstige noodwetgeving het staatsnoodrecht complexer maakt. Het zou beter zijn om het staatsnoodrecht overeenkomstig reeds gehanteerde terminologie te harmoniseren, om zodoende tot consistentie en vereenvoudiging te komen.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2022AA20220778
C. Syrier
‘Het parlementair stelsel is verkracht’, oordeelde staatsrechtgeleerde Bovend’Eert. Naar mening van Kortmann werd door de gang van zaken rond de kabinetscrisis van december 2006 honderdvijftig jaar staatsrecht in de prullenbak gegooid. Deze ferme uitspraken bleven niet onweersproken. Bij confrontaties zoals die van december 2006, zo betoogde Boon, eist het politieke spelelement een eigen, zelfstandige rol voor zich op. ‘Het Nederlandse staatsrecht biedt voor zo’n rol alle ruimte.’ De kwestie over een generaal pardon voor asielzoekers heeft veel stof doen opwaaien. Daarbij was het niet zelden de demissionaire status van het kabinet die tot controverse leidde. In dit artikel staat de analyse en de beoordeling van de staatsrechtelijke gang van zaken tijdens de kabinetscrisis van december 2006 centraal.
Verdieping | Studentartikelapril 2008AA20080261