Sociaal-economisch recht

Resultaat 181–192 van de 1565 resultaten wordt getoond

De mens als hoofdrolspeler in het auteurs- en octrooirecht

F. van der Lecq, J.R. Torenbosch

Post thumbnail Het auteurs- en octrooirecht beschermen bij uitstek creatieve voortbrengselen van de menselijke geest. In dit artikel wordt de rol van de menselijke geest in het auteursrecht en het octrooirecht ontleed en gekoppeld aan de dubbele beschermingsratio die aan deze intellectuele-eigendomsrechten ten grondslag ligt.

Rode draad | Recht & Geest
maart 2021
AA20210292

De muzikant als uitvoerende kunstenaar en zijn naburige rechten

C. Bollen

Als gevolg van de voorgenomen toetreding van Nederland tot de Internationale Conventie voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Conventie van Rome) lag in 1992 het ontwerp van de Wet op de naburige rechten bij de Tweede Kamer. Het was de bedoeling dat deze wet medio 1993 ingevoerd werd. Vanaf dat moment zou de bescherming die de wet muzikanten biedt met betrekking tot hun prestaties, er anders uit gaan zien dan nu het geval is.

Verdieping | Studentartikel
september 1992
AA19920447

De mythe van bestuurdersaansprakelijkheid

P.H.M. Broere, O. Oost

In het nieuwe Belgische vennootschapsrecht wordt de aansprakelijkheid van bestuurders kwantitatief beperkt. Een bestuurder kan slechts tot een bepaald wettelijk maximum aansprakelijk worden gesteld voor de schade die hij door bestuurshandelen heeft veroorzaakt. Een interessante en creatieve nieuwe richting voor het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht, maar een kwalitatieve toets, zoals de Nederlandse ernstigverwijtmaatstaf, is wat ons betreft te prefereren.

Opinie | Redactioneel
april 2018
AA20180275

De mythe van de rationele belegger

Van eigen verantwoordelijkheid naar productinterventie

J.W.H. Lemmen, J.T. Tegelaar

De mens als rationeel handelende homo economicus is een mythe. Het beleggersbeschermingsregime is echter in belangrijke mate op deze mythe gebaseerd, waarbij de autonomie en eigen verantwoordelijkheid van de belegger het uitgangspunt zijn. Met de introductie van de bevoegdheid de verkoop van bepaalde financiële instrumenten te beperken of zelfs te verbieden lijkt een meer paternalistische richting te zijn ingeslagen. Is die stap wenselijk?

Opinie | Redactioneel
september 2018
AA20180675

De Nederlandse chipswet

J.M.H.D. Meijer-van der Aa

Artikel waarin de Nederlandse chipswet centraal staat. Het object waar de wet op ziet zijn `halfgeleiders´. In dit artikel komt de voorgeschiedenis van de wet en daarop gebaseerde regelgeving aan de orde. Ook wordt de verhouding met Europese regelgeving behandeld. Daarna wordt het subject en de bescherming behandeld. Verderop komt het ontstaan en het voortbestaan van het uitsluitend recht aan de orde, alsmede de duur, inhoud en beperking van die laatste.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1988
AA19880444

De negende van oma

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 mei 1994, nr. 15305, ECLI:NL:HR:1994:ZC1366, NJ 1995, 691, mrs. Royer, Roelvink, Korthals Altes, Neleman en Nieuwenhuis; A-G Hartkamp (Körmeling/Vlaardingen). Ook bekend als Negende van Oma.  In deze noot bij een arrest van de Hoge Raad wordt ingegaan in hoeverre een kunstenaar recht heeft op plaatsing van zijn kunstwerk nadat er bezwaren zijn gekomen van omwonenden en in een belangenafweging deze belangen zwaarder wegen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1998
AA19980046

De nieuwe cookieregels, onduidelijk, onjuist en ineffectief

M.M.E. Antic

Post thumbnail Op 22 juni 2011 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewet aangenomen. Een van de onderdelen daarvan betreft een nieuwe (strengere) regelgeving voor het gebruik van cookies. De regeling komt voort uit de gewijzigde e-Privacyrichtlijn. Dit artikel gaat niet over het nut of (on)wenselijkheid van het gebruik van cookies, maar over het nut en (on)wenselijkheid van het aangenomen wetsvoorstel. In het artikel wordt de oorsprong en ratio van de regeling behandeld, en wordt dieper ingegaan op het Nederlandse wetsvoorstel. De conclusie is dat de Nederlandse cookieregeling strenger is dan de gewijzigde e-Privacyrichtlijn voorschrijft, juridisch-inhoudelijk gebreken vertoont, en bovendien zijn doel voorbij schiet.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2012
AA20120103

De nieuwe Wet ter Bescherming Koopvaardij

C.M.J. Ryngaert

Post thumbnail De Tweede Kamer heeft onlangs een voorstel van wet aangenomen houdende regels voor de inzet van gewapende particuliere maritieme beveiligers aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen, kort gezegd Wet ter Bescherming Koopvaardij. Het voorstel maakt het reders mogelijk om onder strikte voorwaarden particuliere (private) maritieme beveiligingsbedrijven in te zetten aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen bij de doorgang van gevaarlijke zeegebieden.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2018
AA20180787

De octrooieerbaarheid van computerprogramma’s

M.H.M. Schellekens

Post thumbnail Software is octrooieerbaar. Zoveel is wel duidelijk uit de rechtspraak van de technische kamers van beroep van het Europees octrooibureau. Dat neemt niet weg dat software octrooien in de praktijk niet zonder problemen zijn. Deze problemen geven relevantie aan de vraag hoe moeilijk of gemakkelijk het gemaakt moet worden om een octrooi op software te verkrijgen. Dat is de vraag die in dit artikel centraal staat.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2014
AA20140272

De onafhankelijkheid van de (beginnende) advocaat

D.J.B. de Wolff

Post thumbnail Van advocaten wordt verwacht dat zij zich onafhankelijk opstellen: onafhankelijk van de klant, maar ook van hun werkgever. Onafhankelijkheid is een kernwaarde van de advocatuur. Beginnende advocaten kunnen zich niet verschuilen achter een instructie van het kantoor, maar moeten zelf beroepsethische afwegingen maken.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2019
AA20190904

De onbepaaldheid van het bepaaldheidsvereiste: ING v de Curator c.s. en Lira v Ziggo c.s. in perspectief geplaatst

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:590, IEPT20200403, NJ 2020/152 (ING v de curator c.s.) (raadsheren: C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh; conclusie A-G E.B. Rank-Berenschot) en Hoge Raad 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1548 (Lira v Ziggo) (raadsheren: C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210284

De Ongevallenwet

R.J.S. Schwitters

In 1901 werd na veel tumult de Ongevallenwet aangenomen. Met deze wet verzekerde de staat een uitkering aan in een groot aantal bedrijfstakkenwerkzame werknemers die op hun werk door een ongeval getroffen waren. In deze bijdrage bij de 'Canon van het recht' worden de achtergronden bij deze wet besproken.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090683

Resultaat 181–192 van de 1565 resultaten wordt getoond