Resultaat 1333–1344 van de 1540 resultaten wordt getoond

Organik v Dow Chemical: het achterhalen van geheim bewijs van een geheime inbreuk op een bedrijfsgeheim

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 28 september 2018, nr. 17/01264, ECLI:NL:HR:2018:1775, IEPT20180928, BIE 2018/34, m.nt. W.J.G. Maas, NJ 2019/70, m.nt. Ch. Gielen en A.I.M. van Mierlo, IER 2019/5, m.nt. F.W.E. Eijsvogels (Organik/Dow Chemical)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2019
AA20190687

Over aansprakelijkheid van advocaten en andere beroepsbeoefenaars

R.S. Meijer

Post thumbnail

Volgens de Hoge Raad vormt schending van de zorgvuldigheidsplicht door een advocaat, indien niet hijzelf maar zijn kantoor de contractspartij is, naast wanprestatie van dat kantoor, steeds een eigen onrechtmatige daad van die advocaat jegens de cliënt. Deze opinie bestrijdt die nieuwe regel als dogmatisch dubieus, praktisch problematisch en sociaal onwenselijk. 

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2016
AA20160441

Over bommeldingen, knokpartijen en diefstal van een paar sokken in het ontslagrecht

S.F. Sagel, A.M. Ubink

Vergeleken wordt in hoeverre het plegen van een delict in het civiele-en het ambtenarenrecht een geldige reden voor ontslag oplevert. Bezien wordt welke factoren bij de beoordeling van een ontslag om die reden meespelen. Aan de hand van twee ambtelijke ontslaggronden zal uiteen worden gezet dat de amb¬tenarenrechter onder invloed van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur altijd een nauwkeurige afweging van al die factoren vereist. De civiele jurisprudentie is niet zo eenduidig. Schrijvers onderscheiden met betrekking tot het ontslag op staande voet een 'harde' en een meer 'menselijke' lijn. Ook wordt ingegaan op de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst na het plegen van een delict te ontbinden. In dat kader wordt gepleit voor een juist gebruik van de mogelijkheid om een vergoeding toe te kennen.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1997
AA19970672

Over het Europese octrooirecht en een Europees Octrooigerecht

J.J. Brinkhof

Post thumbnail Ik hoop dat ik mij vergis, maar ik vrees dat een artikel over Europees octrooirecht alles heeft wat de meeste lezers van Ars Aequi ertoe zal brengen het ongelezen te laten. Octrooirecht heeft namelijk te maken met economie en techniek terwijl dit rechtsgebied verder nog een aanzienlijke internationale en Europese dimensie heeft. Aspecten die – zo lijkt het – momenteel niet erg tot de verbeelding spreken. Wie de moeite zou nemen zich in dit onderdeel van het recht te verdiepen, zal ruimschoots worden beloond. Men komt terecht in een nieuwe wereld waar ook andere rechters het voor het zeggen hebben dan de rechters met wie wij vertrouwd zijn, en waar rechters op een andere manier redeneren dan wij gewend zijn. Die wereld verruimt en verrijkt de juridische geest. Maar er is meer. Je gaat ook kritischer kijken naar de Nederlandse rechtspraak en het Nederlandse procesrecht. Zijn die niet voor verbetering vatbaar?

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2012
AA20120353

Over octrooirecht en economie

J.J. Brinkhof

In dit artikel wil de auteur proberen iets te schrijven over de economische overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan het ontstaan van octrooiwetgeving en over de economische impulsen tot de verdere ontwikkeling van het octrooirecht. Het zal duidelijk zijn dat wat volgt niet de economische analyse is van het octrooirecht. De schrijver gaat het erom het verband te laten zien tussen economie en octrooirecht. Om dat de demonstreren schenkt de auteur aan het ontstaan van octrooiwetgeving in een aantal landen, aan de internationalisering van het octrooirecht en aan de permanente uitbreiding van de octrooieerbare materie. Teneinde de omvang van dit opstel niet al te zeer te laten uitdijen zal de auteur niet ingaan op de actuele vraag of de ontwikkelingslanden gebaat zijn met het huidige octrooisysteem. Het opstel wordt afgesloten met een aantal afsluitende opmerkingen.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900794

Over rode draken en rode lantaarns

S.M. Bartman

Hoge Raad 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:445 (Red Dragon)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2023
AA20230881

Over short selling

M. Peeters

Short selling heeft een ietwat dubieuze reputatie. ‘Aandelen verkopen die je niet hebt’, dat wekt al de suggestie dat er iets niet in de haak is. Verschillende toezichthouders en regelgevers leggen snel verbanden tussen short selling en marktmisbruik. ‘Short is moord’ was zelfs de kop boven een FD-column over maatregelen tegen short selling die de AFM in 2008 heeft genomen. De directe aanleiding tot deze beschouwing is de EU-verordening betreffende short selling die op korte termijn in alle lidstaten rechtstreeks van toepassing zal zijn. De bespreking van de Verordening en andere maatregelen pretendeert zeker niet uitputtend te zijn, maar concentreert zich op twee kernthema’s; transparantie over short selling en eventuele verbods- of andere beperkende maatregelen.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2012
AA20120189

Over Uber, arbeidsverhoudingen en ‘modern werkgeversgezag’

Y.E.M. Cremers, W.A.G. Hermans

Bij de kwalificatie van een overeenkomst als arbeidsovereenkomst ligt de nadruk steeds meer op de materiële gezagsverhouding tussen partijen. Welke bedoeling partijen hadden bij het aangaan van hun overeenkomst, speelt hierbij niet langer een rol. Naar aanleiding van het recente Uber-vonnis, waarin de rechtbank Amsterdam de term ‘modern werkgeversgezag’ introduceerde, plaatsen de auteurs vraagtekens bij de wenselijkheid van een vergaande relativering van de partijbedoeling.


Advertorial

Basisopleiding arbeidsrecht – OSR juridische opleidingen

Wil jij werknemers of werkgevers bijstaan of adviseren in arbeidsrechtelijke kwesties? Dan heb je een goede basiskennis nodig van het arbeidsrecht. Die vind je in de basisopleiding arbeidsrecht van OSR juridische opleidingen. Deze basisopleiding is erkend door de Raad voor Rechtsbijstand. Tijdens de vierdaagse opleiding komen alle elementaire onderdelen van het arbeidsrecht aan de orde: arbeidsverhoudingen, ziekte en re-integratie, diverse vormen van het ontslagrecht en de uitdagingen van de dagelijkse procespraktijk. Er valt namelijk veel winst te boeken door de juiste keuzes te maken, bijvoorbeeld bij het bepalen of je wel of niet de gang naar de rechter maakt. OSR juridische opleidingen organiseert de opleiding twee keer per jaar, in het voor- en najaar. In 2022 start de basisopleiding op 17 mei en op 2 november.
“De opleiding was voor mij zeer nuttig en leerzaam. Ik heb een brede kennis van het arbeidsrecht opgedaan middels de voorgeschreven lesstof en de lesdagen. De stof werd door alle docenten tijdens de lessen verduidelijkt door het geven van praktijkvoorbeelden.”
Deelnemer van de basisopleiding arbeidsrecht Ga voor meer informatie, locatie en data van alle bijeenkomsten naar de website.

Opinie | Redactioneel
maart 2022
AA20220171

Over wetgeving gesproken: ‘words matter!’

H. van Drongelen

Post thumbnail Bij vervaardigen van wetgeving staan vaak procedurele voorschriften rond het wetgevingsproces en de vormgeving ervan centraal. Bij wetgeving staan het verwezenlijken van het overheidsbeleid en de doelstelling(en) ervan steeds meer centraal. Maar wat als het gaat om de kwaliteit van wetgeving, dus de normstelling zelf? Een van de aspecten die daarbij speelt, is het taalgebruik. Uit deze bijdrage blijkt dat juist het taalgebruik in wetgeving en het belang daarvan onvoldoende wordt onderkend.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2020
AA20200261

Passende arbeid als recht van de mens

Recht op arbeid en op werkloosheidsuitkering in internationaal en Nederlands recht

F.J.H.C. Smit

Hebben de economische, sociale en culturele rechten in het algemeen en het recht op arbeid in het bijzonder rechtskracht en zijn zij afdwingbaar? Voldoet reeds alle arbeid daartoe waar de werknemer in staat is als voorwerp van het recht op arbeid of moet dit recht worden uitlegd en toegepast als recht op passende arbeid? Kan de werkloze werknemer volgens internationaal en Nederlands recht worden verplicht tot het verrichten van elke arbeid waartoe hij of zij in staat is, danwel tot het verrichten van passende arbeid alleen? Wat is de minimumgrens van deze verplichting die een uitkering in geval van werkloosheid met zich meebrengt?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 1994
AA19940463

Passieve legitimatie uit cognossement

F.G.M. Smeele

Bespreking proefschrift. Hoofdvraag is wie er bij cognossementsvervoer tot vergoeding van ladingschade kan worden aangesproken, met andere woorden ‘whodunnit?’Auteur concludeert dat bij nader inzien de tegenstelling tussen debeginselen van partij-autonomie en derdenbescherming bij de passieve legitimatie maar eenschijnbare. Zeer wel kunnen deze uitgangspunten met elkaar in harmonie gebracht worden, namelijkwanneer aan het contractuele aspect in de verhouding tussen vervoerder en afzender en aan het waardepapierrechtelijke aspect tussen vervoerder en derde-houder beslissende betekenis wordt toegekend.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 1998
AA19980919

Payrolling: over duiding en verbinding

L.G. Verburg

Post thumbnail De auteur behandelt de vraag op welke feitelijke constellaties payrolling betrekking heeft. Vervolgens komt aan de orde of payrolling valt binnen de definitie van de uitzendovereenkomst in artikel 7:690 BW. Daarna volgt een beschouwing over de vraag wie de werkgever is van de gepayrollde werknemer: het payrollbedrijf of de inlener

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2013
AA20130907

Resultaat 1333–1344 van de 1540 resultaten wordt getoond