Internationaal Europees en buitenlands recht

Resultaat 493–504 van de 1449 resultaten wordt getoond

Het is bon ton om European Union bashing te bedrijven

Interview met P.H. Kooijmans, hoogleraar Volkenrecht te Leiden en oud-Minister van Buitenlandse Zaken

S.E. Bartels, I. Giesen

P.H. Kooijmans (1933) studeerde rechten en economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Aan diezelfde instelling promoveerde hij in 1964 en werd hij in 1965 benoemd tot hoogleraar Volkenrecht. In de periode 1973-1977 was hij staatssecretaris in het kabinet-Den Uyl. Van 1978 tot eind 1992 was hij wederom hoogleraar Volkenrecht, ditmaal aan de Rijksuniversiteit Leiden. Al deze werkzaamheden vormden geen beletsel voor inspanningen in het kader van de Verenigde Naties. Kooijmans was voorzitter van de Commissie voor de Rechten van de Mens en speciaal rapporteur inzake foltering. Vanaf 1 januari 1993 heeft hij als minister van Buitenlandse Zaken het kabinet-Lubbers-III versterkt. Kooijmans is tegenwoordig weer terug op zijn oude stek aan de RUL. Wij spraken 50 jaar na D-Day met de demissionaire minister, voornamelijk over de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Verdieping | Interview
november 1994
AA19940725

Het kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht overgeleverd aan politieke willekeur

Soevereiniteit en eigendom in het tijdperk van het Nieuw Imperialisme (1870-1914)

W.A.M. van der Linden

Post thumbnail

In de historische context van de verwerving en opdeling van Afrikaans grondgebied door Europeanen aan het einde van de 19e eeuw, zal in dit artikel worden betoogd dat het door de Europeanen zelf ingestelde kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht onder druk kwam te staan en werd onderworpen aan politiek eigenbelang.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2014
AA20140701

Het klimaatakkoord van Parijs: bouwen aan wereldrecht of bewijs van falende internationale samenwerking?

M.M.T.A. Brus

Post thumbnail

Het klimaatakkoord van Parijs bevat weinig harde juridische verplichtingen. Staten bepalen zelf hoe sterk ze zich zullen inspannen om klimaatverandering te beperken en de gevolgen op te vangen. Toch moet het juridisch belang niet onderschat worden. Het is een stap in de nieuwe realiteit van het wereldrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160615

Het kort geding over het ESM-verdrag

R.J.B. Schutgens

Rechtbank Den Haag 1 juni 2012, nr. 419556 - KG ZA 12-523, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW7242, LJN: BW7242, JB 2012/174 (m.nt. Broeksteeg) (Wilders c.s./De Staat)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2012
AA20120635

Het leerstuk van de horizontale directe werking van Unie­grondrechten op de voet gevolgd

M. de Mol

Post thumbnail De grondrechten van de Europese Unie kunnen rechtstreeks van toepassing zijn in verhoudingen tussen particulieren en zelfs verplichtingen voor particulieren met zich brengen. De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het leerstuk van de horizontale directe werking is volop in ontwikkeling. Dit artikel analyseert de actuele stand van zaken.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190371

Het leerstuk van de openbare-orde-exceptie: de Rubik’s cube van het internationaal privaatrecht?

Iraanse huwelijkse voorwaarden langs de lat van de Nederlandse openbare orde

A.A.H. van Hoek, A.E. Oderkerk

Hoge Raad 19 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1721 (Iraanse huwelijkse voorwaarden)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2023
AA20230455

Het legaliteitsbeginsel in Straatburgs perspectief

J. de Hullu

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 22 november 1995, Application no. 20190/92, ECLI:CE:ECHR:1995:1122JUD002019092 (C.R. v. the United Kingdom) Het Europese Hof benadrukt het prominente belang van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Strafbaar gedrag moet duidelijk in het recht zijn omschreven, en dat recht moet aan diverse kwalitatieve vereisten zoals toegankelijkheid en voorzienbaarheid voldoen. Extensieve interpretatie is problematisch. Dit alles neemt echter niet weg dat het wel mogelijk en in het licht van het legaliteitsbeginsel toelaatbaar is om regelgeving over strafrechtelijke aansprakelijkheid door interpretatie geleidelijk te verhelderen en aan gewijzigde om¬standigheden aan te passen, wanneer die ontwikkeling tenminste overeenstemt met de essentie van het delict en redelijkerwijs te voorzien was.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1996
AA19960508

Het Leyden-Amsterdam-Columbia Summer Program in American Law

G.P. Poiesz, J.J. de Robbé

Elk jaar wordt in Leiden dan wel in Amsterdam een introductie gegeven in verschillende gebieden van het Amerikaanse recht door hoogleraren van Columbia University, New York. Het Columbia Summer Program vormt een uitstekende wijze om in betrekkelijk korte tijd vertrouwd te raken met het Amerikaanse rechtssysteem. Voor een goed begrip van het proces van de Europese eenwording is dit recht een belangrijke bron. Voorts garandeert de internationale deelname dat men kennismaakt met de specifieke manier van denken die inherent is aan een heel ander rechtsstelsel. Het programma staat mede om die redenen al jaren in de belangstelling. In dit artikel pogen de auteurs een schets te geven van de opzet, het doel en de inhoud van het Columbia Summer Program.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 1993
AA19930108

Het Ministerie van de Economische Zaken: gasbeleid en EEG-mededingingsrecht

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschap (HvJ EG) 12 december 1991, zaak T 39/90, ECLI:EU:T:1991:71 (NV Samenwerkende Elektriciteits-Produktiebedrijven (SEP) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen) In dit arrest is aan de orde in hoeverre de gegevens uit een contract en gedragsregels tussen de Nederlandse Gasunie en een andere gasleverancier verstrekt moeten worden en hoe een directoraat van de EC met deze gegevens moet omgaan. In de noot wordt daar verder op ingegaan. Ook wordt in de noot aandacht besteed aan de werkzaamheden door het Gerecht van Eerste Aanleg.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1992
AA19920276

Het Nederlandse ‘polygamiebeleid’ en artikel 8 EVRM

R.A. van der Pol

In dit artikel wordt ingegaan op de in 1992 geldende beleidsregel dat voor een in Nederland verblijvende in polygamie gehuwde vreemdeling slechts één echtgenote en daaruit geboren kinderen voor gezinshereniging in aanmerking komen. De vraag die bij deze beleidsregel gesteld wordt, is of deze regeling wellicht in strijd is met art. 8 EVRM dat recht geeft op 'family life' zonder al te grote inmenging van de staat. Er wordt ingegaan op het begrip polygame in het Nederlandse vreemdelingenrecht en uitspraken van het EHRM en de Hoge Raad inzake polygamie en het recht op gezinsleven.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 1992
AA19920476

Het Nederlandse parlement als Europese waakhond?

A.C.M. Meuwese

Post thumbnail

Het Verdrag van Lissabon heeft de nationale parlementen een rol gegeven bij het terugfluiten van de Europese wetgever als zij vinden dat nationale wetgevers een onderwerp even goed of beter kunnen regelen. Hoe voorkomen we, na de tweede, in de herfst van 2013 aan de Europese Commissie toegekende,‘gele kaart’, dat dit constitutionele experiment verzandt in een kat-en-muisspel?

Opinie | Amuse
april 2014
AA20140250

Het Nederlandse strafrecht in de ban van het Unierecht

M.J.J.P. Luchtman, R.J.G.M. Widdershoven

Post thumbnail Het Nederlandse strafrecht europeaniseert in hoog tempo. De EU-invloed op de strafrechtspleging is al veel groter dan velen denken. Zo is de betekenis van het Handvest van de Grondrechten en de rechtspraak van het Hof van Justitie sterk toegenomen, terwijl de directe betekenis van het EVRM vermoedelijk zal gaan afnemen. Dit artikel brengt de belangrijkste ontwikkelingen ter zake in kaart.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2018
AA20180873

Resultaat 493–504 van de 1449 resultaten wordt getoond