Internationaal Europees en buitenlands recht

De vele wegen naar een Europees sociaal recht

G.J.J. Heerma van Voss

Het Europees sociaal recht is moeizaam van de grond gekomen. Was het sociaal beleid in Europa aanvankelijk nauwelijks herkenbaar, sinds de jaren negentig is het een serieus onderdeel geworden van de Europese integratie. De moeizame totstandkoming van besluiten op dit gebied heeft geleid tot een grote creativiteit in het ontwikkelen van nieuwe instrumenten. Grote delen van het sociaal recht in Europa zijn nog steeds nationaal geregeld. Is het gewenst om te komen tot een meer geharmoniseerd Europees sociaal recht en voor zover het antwoord ja luidt, hoe zou dit kunnen worden gerealiseerd? In dit artikel zal om deze vraag te beantwoorden eerst de historische ontwikkeling van het Europees sociaal recht worden geschetst, om vervolgens de verschillende gehanteerde instrumenten te analyseren.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010377

De Verenigde Naties en zware mensenrechtenschendingen

Amnesty International

Zware, grootschalige mensenrechtenschendingen — moordpartijen, politieke moorden en 'verdwijningen', martelpraktijken — vinden niet zelden plaats in het kader van een gewapend conflict, of een eroderende staatsmacht. Schendingen blijven in deze omstandigheden doorgaans onbestraft. Voorbeelden van landen die recentelijk een dergelijk patroon te zien hebben gegeven, zijn Rwanda, Bosnië-Herzegovina, Algerije, Irak, Peru, Soedan en Sierra Leone. Welke middelen staan de Verenigde Naties, waarin sinds vijftig jaar de internationale gemeenschap is georganiseerd, ter beschikking om van dergelijke mensenrechtenschendingen kennis te nemen en ertegen op te treden? Hieronder volgt een korte verkenning van het optreden van de twee belangrijkste organen van de VN op dit gebied: de Commissie voor de Rechten van de Mens, die van meet af een centrale rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van een VN-regime voor de bescherming van de mensenrechten, en de Veiligheidsraad, die zich de afgelopen vijf jaar heeft geprofileerd met pogingen tot vredeshandhaving in internationale en nationale conflicten.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 1995
AA19950948

De verhouding tussen het EHRM en het HvJ EU na toetreding van de EU tot het EVRM. Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

Hiërarchie in een gelaagd systeem, of complementariteit in een pluralistische rechtsorde?

J.H. Gerards, L.R. Glas

Janneke Gerards en Lize Glas stellen in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de verhouding tussen het EHRM en het Hof van Justitie van de EU aan de orde. Hoewel de Raad van Europa en de EU afzonderlijk van elkaar functioneren, zijn de rechtsstelsels van beide organen nauw met elkaar verweven. Die verwevenheid zal nog sterker worden als de EU tot de Raad van Europa toetreedt, zoals met het Verdrag van Lissabon wordt beoogd. Het EHRM zou dan hiërarchisch boven het Hof van Justitie komen te staan. Gerards en Glas betogen echter dat de relatie tussen beide hoogste rechters beter als complementair in plaats van als hiërarchisch kan worden gekenschetst. Een dergelijke benadering doet recht aan de specifieke taken en bevoegdheden van beide organen.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120520

De verhouding tussen twee Europese ‘remedies’: lidstaataansprakelijkheid en ambtshalve toepassing van de richtlijn oneerlijke bedingen

A.S. Hartkamp

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 28 juli 2016, C-168/15, ECLI:​EU:​C:​2016:​602 (Milena Tomášová/Ministerstvo spravodlivosti SR en Pohotovosť s.r.o.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2016
AA20160658

De vervolging van IS-vrouwen: een rechtsvergelijkend perspectief

M. Cupido

Post thumbnail Dit artikel evalueert de vervolging en berechting van IS-vrouwen in Nederland. Op basis van een rechtsvergelijkende analyse wordt gereflecteerd op de interpretatie en toepassing van artikel 140a Sr inzake deelneming aan een terroristische organisatie en artikel 96 lid 2 Sr inzake voorbereiding van terroristische misdrijven in zaken tegen Nederlandse IS-vrouwen. Gezien het feit dat IS-vrouwen in het buitenland ook zijn veroordeeld voor internationale misdrijven wordt tevens de vraag gesteld of Nederlandse IS-vrouwen ook voor dergelijke misdrijven kunnen worden vervolgd.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2021
AA20210240

De verwijzingsplicht van de hoogste rechters in Nederland en de Cilfit-controverse: prejudicieel verwijzen of niet?

J. Krommendijk, J. Langer

Post thumbnail Op grond van artikel 267 VWEU zijn de hoogste nationale rechters verplicht om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU te stellen bij twijfel over de uitleg of geldigheid van het Unierecht. De laatste jaren is er veel te doen over deze verwijzingsplicht, mede als gevolg van niet-eenduidige rechtspraak van het Hof hierover (de ‘Cilfit-controverse’). De hoogste Nederlandse rechters gaan verschillend om met deze plicht en betrekken ook niet juridisch-inhoudelijke en soms strategische overwegingen bij een verwijzingsbesluit. Het is de vraag of artikel 267 VWEU en de rechtspraak van het Hof die ruimte bieden.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2019
AA20190469

De Vleeschmeesters: over de opheffing van een Frans faillisement en de gevolgen daarvan in Nederland

P. Vlas

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970233

De vlucht naar voren in de Digital Services Act

P.T.J. Wolters

Post thumbnail De voorgestelde Digital Services Act herziet het juridische kader voor de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden van onlineplatforms. Het voorstel neemt de vlucht naar voren met gedetailleerde regels en nieuwe verplichtingen. De uitgangspunten van het bestaande recht blijven echter onveranderd gelden. De Digital Services Act leidt hierdoor niet tot een fundamentele herziening van het juridische kader.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2022
AA20220191

De VN Verklaring inzake de Bescherming van alle Personen tegen Gedwongen Verdwijning

R. Heringa

In dit artikel in de serie mensenrechten wordt ingegaan op een door de algemene vergadering van de VN aangenomen resolutie die 'verdwijningen' moet tegengaan. Hoewel een resolutie van de algemene vergadering niet bindend is, heeft deze wel groot gezag, bijvoorbeeld bij de interpretatie van internationaal recht. In dit artikel wordt de definitie van 'verdwijningen' zoals deze is opgenomen in de resolutie besproken. Ook wordt er ingegaan op de schendingen van de mensenrechten als er sprake is van een verdwijning. Ook wordt de vraag besproken of het systematisch laten verdwijnen van mensen een misdaad tegen de menselijkheid is. Verder worden de achtergronden van de resolutie geschetst.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 1993
AA19930257

De volgende 50 jaar voor het EVRM

M. Kuijer

Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) heeft afgelopen 4 november 2000 zijn vijftigste verjaardag gevierd. In die 50 jaar is het EVRM uitgegroeid tot een van de meest belangrijke internationale documenten van de Nederlandse rechtsorde. In het eerste deel van dit artikel wordt stilgestaan bij het succes van de afgelopen 50 jaar en een aantal van de mogelijke uitdagingen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de komen 50 jaar. Want de 'burden of succes' weegt zwaar op de Straatsburgse schouders. Het tweede deel van dit artikel is verschenen in Ars Aequi november 2001.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2001
AA20010650

De volgende 50 jaar voor het EVRM — deel II

M. Kuijer

Dit is het tweede gedeelte van een artikel over vijf grote uitdagingen voor het EHRM in de nabije toekomst. Het EVRM heeft afgelopen 4 november 2000 zijn vijftigste verjaardag gevierd. In die 50 jaar is het EVRM uitgegroeid tot een van de meest belangrijke internationale documenten voor de Nederlandse rechtsorde, maar de `burden of success´ weegt zwaar op de Straatburgse schouders.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2001
AA20010892

De volkenrechtelijke basis voor optreden tegen IS op Syrisch grondgebied: een juridisch mijnenveld

D.A. Dam-de Jong

Post thumbnail

In januari van dit jaar ging de Tweede Kamer akkoord met het besluit van het kabinet om luchtaanvallen in te zetten op strategische doelen en aanvoerlijnen van IS in Syrië. De vraag die in dit stuk centraal staat is of dit besluit berust op een adequate rechtsgrondslag. 

Opinie | Opiniërend artikel
september 2016
AA20160601