Op het snijvlak van nationaliteitsrecht en (internationaal) familierecht

UCERF 14 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht


Om de nationaliteit van een land te verkrijgen spelen familierechtelijke vragen een belangrijke rol. Is dit kind wel een juridisch kind van deze vader? En hoe is die familierechtelijke betrekking gevestigd? Het verkrijgen van nationaliteit is een belangrijke toegangspoort voor rechten en plichten ten opzichte van een staat, en daarmee van groot belang. Toch doen zich op dit vlak een aantal knelpunten voor, die de auteurs signaleren. Een daarvan is dat het Nederlandse nationaliteitsrecht waarschijnlijk niet in overeenstemming is met Europese verdragsnormen waar Nederland zich aan gecommitteerd heeft. Het gaat daarbij om de regel dat kinderen die door erkenning in een afstammingsrelatie tot een Nederlandse man komen te staan, alleen zonder voorwaarden de Nederlandse nationaliteit krijgen als ze beneden de 7 jaar zijn. Voor oudere kinderen moet binnen een jaar door een DNA-rapport de genetische waarheid van de afstamming wordt aangetoond. Dit is problematisch. Ook voor kinderen die geboren worden uit een bigaam huwelijk doen zich problemen voor met betrekking tot de nationaliteit. De Hoge Raad en de Raad van State hebben zich hierover moeten buigen. De auteurs hebben hier hun eigen opvattingen over en plaatsen vraagtekens bij de gekozen lijn. Ook andere knelpunten worden kritisch besproken. De les van deze bijdrage is dat het aan te bevelen is het recht op dit terrein aan te passen.