Woord vooraf
Een grote stap voor het goederenrecht, een kleine stap voor het klimaat
Dario Baltussen, Michal Lisowski & Willemijn Wortelboer
1. Inleiding
2. De circulaire economie
3. Het opstalrecht in het huidig Nederlands goederenrecht
3.1 Opstalrecht in het algemeen
3.2 Juridische hobbels van het opstalrecht
4. Nieuw Belgisch recht
4.1 Ratio legis van de wetswijziging
4.2 Oplossingen in het nieuwe wettelijke kader
4.2.1 Volume-eigendom
4.2.2 Het eenheidsbeginsel
5. Aanbevelingen voor het Nederlandse recht en conclusie
Het commune strafrecht: een remedie tegen klimaatverandering?
Timo Mulder & Justin van de Wiel
1. Inleiding
2. Wat is Maatschappelijk verantwoord ondernemen?
3. Is het Nederlandse commune strafrecht inzetbaar bij het niet maatschappelijk verantwoord ondernemen van een onderneming?
3.1 De delictsomschrijving
3.1.1 Het beschermde rechtsgoed
3.1.2 Wederrechtelijk
3.1.3 Het te duchten gevaar
4 Moet het commune strafrecht worden gewijzigd om een veroordeling wel mogelijk te maken?
4.1 Het bestanddeel ‘wederrechtelijk’
4.2 Causaliteit
4.3 De rol van het strafrecht
5. Conclusie
Warmtelevering door woningcorporaties onder de Warmtewet II
David Opsteen & Robin Scheffers
1. Inleiding
2. Het warmtebedrijf, de aansluitplicht en de van rechtswege verleende ontheffing
3. Uitzonderingen aansluitplicht
4. Significante wijzigingen bij de van rechtswege verleende ontheffing
5. Tussenconclusie
6. Handvatten voor de overheid
7. Handvatten voor de huurders
8. Conclusie
Van Shell tot de pizzeria op de hoek: een reductieverplichting voor een ieder?
Een onderzoek naar de werking van de gebods- of verbodsactie in klimaatzaken
Aeron Gerritsen & Roan de Vor
1. Inleiding
2. De beginselen van de gebods- of verbodsactie
3. De rechtsplicht tot emissiereductie voor ondernemingen
3.1 Ontwikkeling van de deelverantwoordelijkheid in klimaatzaken
3.2 Deelverantwoordelijkheid voor ondernemingen
3.3 Een deelverantwoordelijkheid voor iedere onderneming?
4. De toewijsbaarheid van het rechterlijk bevel en ‘kleine uitstoters’
4.1 Beperkte rol voldoende belang-vereiste, causaliteit en schade
4.2 Overige beperkingen voor de toewijsbaarheid van een rechterlijk bevel
5. Ter afronding
Touwtrekken tussen de machtenscheiding en het klimaat: een vergelijking tussen de Nederlandse Urgenda- en de Belgische klimaatzaak
Daniëlle Dirksen & Claudia Goossens
1. Inleiding
2. Twee vergelijkbare klimaatzaken
3. De klimaatzaken nader bezien
3.1 De invulling van de zorgplicht van de artikelen 2 en 8 EVRM
3.1.1 De overeenkomsten
3.1.2 De verschillen
3.2 Het reductiebevel
3.3 Vergelijking van beide klimaatzaken
4. Verklaring van de verschillen
5. Conclusie
De maatschappelijk verantwoordelijke vennootschap
Over de rol van het bestuur van de vennootschap bij het oplossen van het klimaatprobleem
Maud van Haaren & Julia Hofstede
1. Inleiding
2. De huidige taak van het bestuur van vennootschappen
2.1 Het aandeelhoudersbelang en de participantenopvatting
2.2 Juridisch kader
3. Drijfveer achter een verbrede verantwoordelijkheid
4. Rechtvaardiging voor de verbrede verantwoordelijkheid
5. Mogelijkheden voor een bredere verantwoordelijkheid
6. Wenselijkheid van de genoemde voorstellen
6.1 Een wettelijke algemene bestuurstaak
6.2 De instelling van een maatschappelijke raad
7. Conclusie
Gevaarzettingsleer als passende norm in klimaataansprakelijkheidszaken beoordeeld aan de hand van het Shell-vonnis
Diede Steentjes & Emma Wichhart
1. Inleiding
2. Kelderluikcriteria
2.1 Algemene kader
2.2 Gebruik in het Urgenda-vonnis
2.3 Algemene voor- en tegenargumenten
2.4 Voor- en tegenargumenten naar aanleiding van het Urgenda-vonnis
3. Invulling van de Kelderluikcriteria in de dagvaarding van Milieudefensie c.s. en conclusie van antwoord van RDS
4. Kelderluikcriteria en de Shell-zaak
4.1 Kelderluikcriterium 1: aard en omvang van de schade als gevolg van klimaatverandering
4.2 Kelderluikcriterium 2: bekendheid en voorzienbaarheid van de schade
4.3 Kelderluikcriterium 3: de kans dat gevaarlijke klimaatverandering zich zal verwezenlijken
4.4 Kelderluikcriterium 4: de aard van de gedraging (of het nalaten) van de Staat
4.5 Kelderluikcriterium 5: de bezwaarlijkheid van het treffen van voorzorgsmaatregelen
5. Geschiktheid van gevaarzettingsleer in klimaataansprakelijkheidszaken
6. Conclusie