Het Noordzeekanaal 1863-1883 (Digitaal boek)
De geschiedenis van een concessie
De Wet van 24 januari, Stb. 4, opende de mogelijkheid de aanleg van het Noordzeekanaal met daarbij behorende waterbouwkundige werken en de inpoldering van gedeelten van het IJ en het Wijkermeer bij concessie te laten verrichten. Doel hiervan was Amsterdam voor de oceaanreuzen van die tijd een toegangsweg tot de zee te verschaffen.
Het paste in het overheidsbeleid van die dagen grootschalige infrastructurele werken in concessie te laten verrichten. De vraag of de overheid de aanleg van het Noordzeekanaal in eigen beheer zou moeten nemen of bij concessie moest uitbesteden, is in het parlement uitgebreid onderwerp van discussie geweest. Thorbecke hakte tenslotte tijdens zijn tweede kabinet de knoop door en wist het parlement van uitvoering bij concessie te overtuigen.
In Het Noordzeekanaal 1863-1883 schetst de auteur de geschiedenis van dit prestigieuze project. Hij gaat hierbij onder andere in op de redenen voor de aanleg, op de Wet van 24 januari 1863, het rechtskarakter van de concessie in de 19e eeuw, de kanaalconcessie in vergelijk tot soortgelijke concessies en kenmerkende aspecten voor de uitvoering ervan.
Tot slot wordt aandacht besteed aan het Noordzeekanaal van vandaag, het kanaal dat zich thans opmaakt om op 1 november zijn 125e verjaardag te vieren.
Deze digitale uitgave is alleen toegankelijk voor WO en HBO rechtenstudenten via de faculteitsbibliotheken. Geen toegang? Vraag bij jouw faculteitsbibliotheek of zij al een licentie hebben.
Deze digitale uitgave is niet individueel aan te schaffen. Bibliotheken kunnen een licentie nemen en op ip-niveau toegang krijgen tot alle digitale uitgaven van Ars Aequi, neem hiervoor contact op met onze klantenservice.
Bekijk inhoudsopgave
Inhoudsopgave Het Noordzeekanaal 1863-1883 (Digitaal boek)
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen
Een woord vooraf
Hoofdstuk 1 lnleiding
1.1 Korte beschrijving van de inhoud
1.2 Literatuuroverzicht
1.3 Geraadpleegde bronnen
Hoofdstuk 2 De waterweg van Amsterdam naar zee
2.1 Bereikbaarheid van Amsterdam voor de zeevaart
2.2 Een kanaal door Holland
2.3 De financiering van het Noordhollands kanaal
2.4 De voltooiing van het Noordhollands kanaal, behoefte aan alternatieve vaarroutes, bevoegdheid van het kabinet ten aanzien van de aanleg van waterstaatkundige voorzieningen
2.5 Het einde van het Markense kanaal
Hoofdstuk 3 De eerste aanvraag voor een concessie tot het doorgraven van Holland op zijn smalst
3.1 Plannen tot doorgraving van Holland op zijn smalst
3.2 De liberalisatiepolitiek
3.3 Amsterdam versus Den Helder
3.4 Het plan van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot doorgraving van Holland op zijn smalst
3.5 Het plan-Froger, indiening van de eerste concessieaanvraag
Hoofdstuk 4 De wet van den 24sten januarij 1863, Stb. 4, betreffende het kanaal door Holland en verbetering van den waterweg van Rotterdam naar zee
4.1 Behandeling van de concessieaanvraag, aanpassingen van de aanvraag, kritiek van de Tweede Kamer, advies commissie-Boreel
4.2 Geen zeebreker, terugtrekking van Hartsen en Van Lennep als concessieaanvragers, toeneming van de druk op het kabinet
4.3 Advies commissie-Conrad, alternatief plan-Huet
4.4 Het eerste wetsontwerp
4.5 Verslechtering bereikbaarheid van Amsterdam voor zeeschepen, financiële ondersteuning van Amsterdam voor de doorgraving
4.6 Het tweede wetsontwerp
4.7 Het tweede kabinet-Thorbecke, het derde en vierde wetsontwerp
4.8 De werken, vreugde over de aanvaarding van de wet
Hoofdstuk 5 De concessie als instrument bij grootschalige infrastructurele projecten
5.1 De financiering van grootschalige infrastructurele projecten, het rapport-De Coninck
5.2 Concessie voor de aanleg van verschillende kanalen
5.3 Drooglegging van de Zuidplas en het Haarlemmermeer
5.4 De aanleg van spoorwegen, de motie-Thorbecke van 22 februari 1858
5.5 Afronding
Hoofdstuk 6 Concessie, begrip en rechtskarakter
6.1 Eerste pogingen voor een wettelijke basis
6.2 De grenzen van de uitvoerende macht
6.3 Grondwettelijke begrenzing uitvoerende macht na 1848
6.4 Het wetsontwerp 'tot regeling van concessieverleening', behoefte aan wetgeving nadien
6.5 De rechtspraak en literatuur over het rechtskarakter van de concessie
6.6 Afronding
Hoofdstuk 7 De kanaalconcessie
7.1 De samenhang met andere concessies, doel, ministeriele verantwoordelijkheid
7.2 Stramien concessie, ministeriele goedkeuring plan, eigendomsoverdracht gronden aan concessionaris, vrijstelling grondbelasting, recht van aanwas, overname door concessionaris van verplichting staat jegens Rijnland, departementaal toezicht 98
7.3 De verplichting tot het aangaan van overeenkomsten met gemeenten, waterschappen en particulieren, brug straatweg Haarlem-Alkmaar, vaststelling van tarieven, naasting, verkoop van gronden
7.4 De oprichting van een naamloze vennootschap, invloed bewindslieden op financiële gang van zaken binnen de NV, toezicht door een rijkscommissaris
7.5 Vervallenverklaring van de concessie, overmacht, goedkeuring plan, betaling waar- borgkapitaal, rechtsgevolgen verstrijken der periode waarvoor concessie was verleend
7.6 Het recht van de concessionaris op een bijdrage van de staat
7.7 Bekrachtiging van de concessie bij wet
7.8 Afronding
Hoofdstuk 8 Euforie, geldgebrek en scepsis: de wet van 11 juni 1864, Stb. 72
8.1 Vreugde in Amsterdam
8.2 Geldzorgen, een tegenvallende inschrijving
8.3 Contacten met aannemer Mac Cormick and Son, oprichting van de naamloze vennootschap, benoeming van een voorlopig bestuur
8.4 Wijziging van de concessie, behandeling van het wetsontwerp tot bekrachtiging van die wijziging
Hoofdstuk 9 Financiële problemen, een ontevreden Tweede Kamer, een subsidie uit Amsterdam
9.1 De plaatsing van het resterend kapitaal
9.2 Kritiek van het parlement, overeenkomst met een nieuwe aannemer
9.3 Het rapport van de commissie-Pijnappel, de eerste verkiezingen voor het bestuur
9.4 Aanvang van de werkzaamheden, kritiek van de Tweede Kamer, de motie- Van Nierop
9.5 De eerste algemene vergadering van aandeelhouders, benoeming functionarissen
9.6 Ministeriele goedkeuring van het plan, de werken, de sluizenkwestie
9.7 Een onverwacht optreden van de kroonprins, aanvulling van de directie, vervanging van de rijkscommissaris
9.8 Kritiek vanuit de Tweede Kamer, het rapport van de commissie-Pijnappel
9.9 Verslechtering van de financiële situatie van de AKM, steun uit Amsterdam, onzekerheid onder de aandeelhouders, constitutionele strijd
Hoofdstuk 10 De wet van 31 juli 1868, Stb. 117, herstructurering van de concessie en nieuwe kansen
10.1 Een overeenkomst van de staat met de AKM, indiening van het wetsontwerp tot bekrachtiging van de overeenkomst
10.2 Ruzie met Amsterdam
10.3 Wijziging van de overeenkomst, indiening van een gewijzigd wetsontwerp
10.4 Afronding
Hoofdstuk 11 Een nieuwe start, een atmosfeer van malaria in Amsterdam, de toppen van de Himalaya en de dieptes van de Nederlandse polders
11.1 Een kritische Tweede Kamer, verwerping van het amendement-Pijnappel
11.2 Tegenslagen, financiële problemen, interpellatie van Stieltjes
11.3 eerste steenlegging Oranjesluizen door koning Willem III
11.4 Onrust in Amsterdam over de waterverversing
11.5 Een nieuwe lening van de staat aan de AKM, zoutwaterproblemen bij de waterschappen
11.6 Amsterdams verzoek aan de staat de voltooiing van de kanaalwerken over te nemen
11.7 De voltooiing der werken van staatsbelang, problemen van de Zuiderzeevissers, klachten over de naleving van artikel 12 concessie, het aanbod voor een commissaris door Amsterdam afgewezen
11.8 Afronding
Hoofdstuk 12 De ingebruikneming van het kanaal
12.1 De hoogte van het kanaalpeil, versterking van de havenhoofden, een overeenkomst tussen de staat en de AKM met een nieuwe financieringsstructuur, wets- ontwerp tot bekrachtiging van die overeenkomst 169
12.2 Andermaal ruzie met Amsterdam: de houthaven en hoogte van het kanaalpeil; een interessante opmerking uit de Eerste Kamer
12.3 Raadsverkiezingen in Amsterdam, de Zuiderzeeschippers wederom ontevreden, verbetering van de havenhoofden nu dringend gewenst
12.4 Interpellatie van Godefroi, val kabinet-De Vries-Fransen van de Putte, aantreden kabinet-Heemskerk-Van Lynden van Sandenburg
12.5 Wethouder Coninck Westenberg treedt af, verzoening met Amsterdam, de Golf- brekerwet
12.6 Enkele tegenslagen, schepen door het kanaal, opening van de haven van IJmuiden door koning Willem III, feest!
12.7 Afronding
Hoofdstuk 13 De voltooiing van het Noordzeekanaal en de overdracht aan de staat
13.1 Het scheepvaartverkeer door het kanaal, opkomst van IJmuiden
13.2 Fraude door de secretaris van de AKM, andere tegenslagen
13.3 Dading tussen de staat en Amsterdam over twee geschillen, indiening van twee wetsontwerpen
13.4 Onderhandelingen met de staat over overname, wetsontwerp
13.5 Afronding
Hoofdstuk 14 De liquidatie van de AKM
14.1 Voorstellen tot liquidatie
14.2 Aanneming Plan B
14.3 Administratiekantoor van Aandeelen in de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij
14.4 De heffing van haven- en kanaalrechten, afschaffing van rechten
14.5 Overeenkomsten met Amsterdam, Zaandam en Westzaan, indiening van wetsontwerpen
14.6 Afschaffing van alle rechten op het kanaal
14.7 Afronding van de liquidatie
14.8 Inbreng
Hoofdstuk 15 Uitvoering van de kanaalconcessie: de artikelen 12 en 13 van de kanaalconcessie
15.1 Betekenis van de artikelen 12 en 13 concessie, verhouding van deze artikelen tot het gemene recht
15.2 Behandeling van de naleving van deze artikelen in het parlement
15.3 Overeenkomsten met gemeenten, waterschappen en particulieren over grensafscheiding, afwatering, aanleg van wegen en kanalen
15.4 Geen bijzondere rechtspositie voor Waterland
15.5 Procedures op grond van artikel 12 concessie en daarbij opgekomen rechtsvragen: de betekenis van 'authentieke titel' in de zin van artikel 52 Rv, het eigendomsrecht van de staat op het Wijkermeer in relatie tot artikel 577 BW, het recht van aanwas en de erfafscheiding van een meer en een daaraan gelegen stuk land 218
15.6 Procedures op grond van artikel 13 concessie en daarbij opgekomen rechtsvragen: de toegang tot de burgerlijke rechter, de bevoegdheid van de rechter om van een geschil kennis te nemen
15.7 De verhouding van artikel 13 concessie tot de vierde titel van boek II BW, het recht van uitweg
Hoofdstuk 16 Terugblik
16.1 Het toezicht en beheer inzake de waterstaat ingevolge de (grond)wet
16.2 De aanleg van kanalen en de verbetering van de bevaarbaarheid van rivieren
16.3 De kanaalwerken
16.4 Het Koninklijk Huis
16.5 Het politieke krachtenveld: de bewindslieden
16.6 Het politieke krachtenveld: het parlement
16.7 Het politieke krachtenveld: de provincie, steden en waterschappen, de Amsterdamse Kamer van Koophandel
16.8 De AKM
16.9 De techniek
16.10 Het rechtskarakter van de concessie
16.11 De planning, de totale uitgaven en de financiering
16.12 De sociale problemen van de werknemers
16.13 De liquidatie
16.14 Wie droeg schuld?
Hoofdstuk 17 Epiloog: het Noordzeekanaal vandaag
17.1 Economische opleving in Amsterdam en in de regio, verbeteringen van het kanaal, periode tot de Tweede Wereldoorlog
17.2 Van de Tweede Wereldoorlog tot heden
17.3 De toekomst van het Noordzeekanaal
17.4 Afronding
Summary
Bijlagen
Literatuuropgave, overzicht van wetten en besluiten
Curriculum Vitae
Verschijningsvorm: Digitale uitgaven (download pdf)
Auteur(s): W.A. Sinninghe Damsté
1e druk 2001
Verschijningsdatum: 26-09-2001
ISBN: 9789069164151
Pagina's: 284
aanbesteding concessies Historie Noordzeekanaal
Metajuridica RechtsgeschiedenisSociaal-economisch recht AanbestedingsrechtStaats- en bestuursrecht
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen