De procedure van plaatsing van een buitenlands pleegkind ter adoptie


De staatssecretaris van justitie, mevrouw Mr. E.A. Haars, heeft op 9 mei 1980 een nota aan de Tweede Kamer gestuurd over de ‘praktische gang van zaken rond adoptie en adoptievoorbereiding’. Deze nota geeft, na een kort historisch overzicht van de belangrijkste 0ntwikkelingen op het gebied van adoptie vanaf 1956, een schets van de huidige gang van zaken met betrekking tot de adoptie van buitenlandse pleegkinderen. Vervolgens komt de staatssecretaris tot de formulering van enige beleidsvoornemens en de uitwerking daarvan in wettelijke voorzieningen. Opgemerkt moet worden dat deze nota uitsluitend gaat over de plaatsing van een buitenlands pleegkind in een gezin voorafgaand aan de adoptie. De adoptie als juridisch instituut, zoals deze geregeld is in de artt. 227-232 BW en 970-984 Rv, komt in deze nota niet aan de orde.

In dit artikel zal de procedure van plaatsing van een buitenlands pleegkind ter adoptie worden besproken, waarbij met name aandacht zal worden besteed aan de rechtsmiddelen die de aspirant-adoptiefouders hebben bij weigering van de beginseltoestemming en de verblijfsvergunning. De adoptienota zal ter sprake komen voor zover de daarin vervallen beleidsvoornemens een verandering beogen van de huidige procedure.


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): J.C.E. Ackermans-Wijn

Verschijning: juni 1981

Archiefcode: AA19810279

Burgerlijk recht Personen-, familie- en jeugdrecht