Toont alle 8 resultaten

Beantwoording rechtsvraag (204) burgerlijk recht

W.H.M. Reehuis

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederen- en faillissementsrecht naar nieuw BW. De vraag die aan de orde is, is of de in de casus geschetste feiten er sprake is van een geldig eigendomsvoorbehoud en stil pandrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1991
AA19910507

Controle over het controlevereiste

Over de inhoud van het controlevereiste uit de Collateral Richtlijn

J.W.M. Jansen

Post thumbnail Het controlevereiste is een belangrijke voorwaarde voor de toepasselijkheid van de regelgeving omtrent financiëlezekerheidsovereenkomsten. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe dit controlevereiste uitgelegd moet worden en hoe het controlevereiste een rol speelt bij de verpanding van giraal geld. Hierbij wordt onder meer gekeken naar jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Verdieping | Studentartikel
januari 2022
AA20220009

De bescherming van derde-verkrijgers tegen stille pandrechten: een eeuwenoude traditie

V.J.M. van Hoof

Artikel 3:86 lid 2 BW beschermt derde-verkrijgers te goeder trouw tegen stille pandrechten op roerende zaken. Vanaf Romeinse tijden verpanden veel ondernemingen vrijwel al hun bestaande en toekomstige zaken aan de bank. Is de goede trouw wel een geschikt criterium als veel verkrijgers kunnen vermoeden dat alles is verpand? Had de wetgever niet beter voor alternatieve, in het verleden beproefde criteria kunnen kiezen?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2016
AA20160060

De wetshistorische wortels van ons stille pandrecht. Waardoor verloor Meijers de slag om het registerpand?

A.F. Salomons

Post thumbnail

Ruim twintig jaar geleden voerde Nederland het stille pandrecht in voor zowel roerende zaken als vorderingen. Het betrof een van de belangrijkste vernieuwingen die het nieuwe Burgerlijk Wetboek in petto had. De vorm waarin het nieuwe zekerheidsrecht was gegoten (zonder registratie in openbare registers) was afgedwongen door de Tweede Kamer, die daarmee inging tegen de wens van de regering om een ‘registerpandrecht’ in te voeren. Het stille pandrecht was evenmin de eerste keus van de voornaamste gebruiker van dat recht, de bancaire sector. De nieuweling stond in 1992 dus geen hartelijk onthaal te wachten. De vraag die zich nu opdringt is hoe het zo ver heeft kunnen komen. Waaraan hebben wij dat door niemand echt gewilde geheime pandrecht te danken?

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
april 2013
AA20130319

september 1991

Katern 40: Burgerlijk recht

G.H. Lankhorst, B.E. Reinhartz, J.M. Smits

Rechtsvraag (204) Burgerlijk recht

W.H.M. Reehuis

Rechtsvraag op het gebied van het goederen- en faillissementsrecht naar nieuw BW. De vraag die aan de orde is, is of de in de casus geschetste feiten er sprake is van een geldig eigendomsvoorbehoud en stil pandrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1991
AA19910174

Sogelease

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 19 mei 1995, nr. 15.806, ECLI:NL:HR:1995:ZC1735, RvdW 1995, 116C Belangrijk arrest van de Hoge Raad met bijbehorende noot. In het arrest wordt het in 1992 geïntroduceerde fiducia-verbod door de Hoge Raad enigszins gerelativeerd waar het een sale-and-lease-back-constructie betreft. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de problematiek rondom het fiducia-verbod. Ook wordt er een uitvoerige beschrijving gegeven van de verschillende vormen van leasing wat het, redelijk ingewikkelde arrest, verder verduidelijkt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1995
AA19950872

Warrantage en eigendomsvoorbehoud onder het BW

M.J.H. Halsema

Warrantage is een voor Nederland betrekkelijk nieuwe constructie. Door de constructie wordt het stille pandrecht van een kredietgevende bank op de bedrijfsvoorraden van haar kredietnemer versterkt. Zo wordt de bank een vuistpandrecht verschaft. Leveranciers zijn vrijwel zonder uitzondering slechts bereid aan bedrijven te leveren onder eigendomsvoorbehoud. Indien het door warrantage versterkte recht van de bank geconfronteerd wordt met zo'n eigendomsvoor¬behoud, zullen hoge eisen aan de goede trouw van de bank worden gesteld. Door betaling gecombineerd met subrogatie of een systeem van afstandsverklaringen kan deze confrontatie worden voorkomen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1992
AA19920131

Toont alle 8 resultaten