Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond

‘Bewust roekeloosheid’ in het arbeidsrecht.

Een verheldering van een moeilijk begrip

J. Honée

Het begrip 'bewuste roekeloosheid' heeft veel pennen aan het schrijven gebracht: juristen kunnen niet goed uit de voeten met de restrictieve betekenis die de Hoge Raad in het arrest Pollemans/Hoondert aan het begrip heeft gegeven. Uitkomsten van cognitief psychologisch onderzoek geven echter steun aan de gangbare uitleg van het begrip in de rechtspraak.

Verdieping | Studentartikel
februari 2008
AA20080098

‘Dansen op rollerskates’: werkgeversaansprakelijkheid voor letsel bij bedrijfsuitjes en personeelsactiviteiten

T. Hartlief

Hoge Raad 17 april 2009, nr. 08/00635, ECLI:NL:HR:2009:BH1996, RvdW 2009, 552 (MV Communicatie/X) In deze annotatie bij dit arrest van de Hoge Raad komt aan de orde in hoeverre de werkgever aansprakelijk is voor letsel ontstaan aan de zijde van de werknemer bij bedrijfsongevallen. De vordering wordt i.c. gestoeld op art. 7:658 BW en subsidiair op het algemene art. 7:611 BW. Een van de vragen die hier aan de orde komt, is of de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden. Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend waarmee aansprakelijkheid o.g.v. art. 7:658 BW. Het hof houdt de werkgever echter aansprakelijk o.g.v. art. 7:611 BW. De Hoge Raad laat dit oordeel in stand en motiveert duidelijk wat het verschil is tussen aansprakelijkheid o.b.v. art. 7:658 BW in vergelijking met art. 7:611 BW. In de noot wordt e.e.a. in perspectief geplaatst en wordt met name de verschillen tussen aansprakelijkheid die al dan niet uit het werk voortvloeien behandeld aan de hand van lagere jurisprudentie en de toepassing van art. 7:658 en 7:611 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2009
AA20090646

Amerikaanse produktenaansprakelijkheid voor geneesmiddelen

C.A.M. van de Paverd

Op 1 november 1990 is in Nederland de wet Productaansprakelijkheid in werking getreden. Deze wet heeft als doel de bescherming van de burger tegen schade die opgetreden is ten gevolge van een gebrek in een product. Op grond van deze wet kan een producent van een gebrekkig product risico-aansprakelijk gesteld worden. Schuld (indien de producent het gebrek had kunnen kennen of voorkomen) doet niet ter zake. De ontwikkeling van schuld- naar risico-aansprakelijkheid ten aanzien van gebrekkige producten heeft in de Verenigde Staten al veel eerder plaatsgevonden. Reeds in 1944 werd gepleit voor risico-aansprakelijkheid voor een ontploft cola-flesje. In dit artikel zal een schets gegeven worden van het Amerikaanse productenaansprakelijkheidsrecht ten aanzien van geneesmiddelen waarbij zowel schuld- als risico-aansprakelijkheid aan de orde zullen komen. Deze producten nemen in het Amerikaanse recht een bijzondere plaats in, mede omdat in sommige gevallen de betekenis van risico-aansprakelijkheid in dit kader afwijkt van die in het geval van andere gebrekkige producten.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910617

Beslissen met onzekerheid

C.P.M van Houte

Juristen worden geacht gespecialiseerd te zijn in het nemen van moeilijke beslissingen. Veel van die be¬slissingen betreffen situaties met onzekerheid. Het is dan ook op zijn minst verbazingwekkend dat in de juridische opleiding niet of nauwelijks aandacht aan beslissen met onzekerheid wordt besteed.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 1995
AA19950025

Burgers over burgerlijk recht

Hoe gewone mensen denken over het toedelen van verantwoordelijkheden en verdelen van schade in civielrechtelijke casus

W.H. van Boom, H. Pluut, J.I. van der Rest

Post thumbnail

In het burgerlijk recht draait het vaak om het toedelen van verantwoordelijkheid en het verdelen van schade. De rechter heeft een centrale rol bij dat proces van toedelen en verdelen. Maar hoe denkt de burger er zelf over? Aan wie en in welke mate zou de burger verantwoordelijkheid voor schadelijke gebeurtenissen toedelen? En zou er invloed zijn van de context waarin de vraag wordt voorgelegd? We vroegen het de burger door middel van een groot opinieonderzoek onder ‘gewone’ mensen. In deze bijdrage inventariseren en analyseren we de gegeven antwoorden tegen de achtergrond van het bestaande burgerlijk recht. Dat is belangrijk, zowel vanwege de autoriteit van de civiele rechter als vanwege zijn wettelijke plicht om ‘de in Nederland levende rechtsovertuigingen’ te betrekken in de rechterlijke belangenafweging. De uitkomsten van ons onderzoek zijn genuanceerd: vaak lijken rechter en burger redelijk op één lijn te zitten qua beslissing, en soms staan ze ver van elkaar af.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2018
AA20180105

De economische rationale van het (nieuwe) verzekeringsrecht

L.T. Visscher

Op 1 januari 2006 is het nieuwe verzekeringsrecht in werking getreden. Titel 7.17 BW vervangt de oude regeling uit het Wetboek van Koophandel. Naar aanleiding van de introductie van titel 7.17 BW geeft deze bijdrage een (rechts)economische visie op verzekeringen. Eerst zal uiteengezet worden waarom mensen verzekeringen afsluiten en waarom ze bereid zijn hiervoor een premie te betalen die hoger is dan het verwachte risico dat ze er mee afdekken. Vervolgens gaat het artikel in op twee belangrijke problemen die kunnen ontstaan wanneer mensen verzekerd zijn: moreel risico en averechtse selectie.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2006
AA20060485

Economische analyse van de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

E. van Schilfgaarde

In dit artikel wordt de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad besproken in het licht van de economische analyse zoals die de afgelopen dertig jaar vooral in de Verenigde Staten is ontwikkeld. Centraal staat de grondslag voor aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad, in het bijzonder het ongevallenrecht. In de eerste paragraaf wordt een korte uitleg gegeven van het economische model voor aansprakelijkheidsrecht; in de tweede paragraaf wordt de Nederlandse zorgvuldigheidsnorm getoetst aan het economische model; in de derde paragraaf wordt de rol van het toerekeningsvereiste in het Nederlandse onrechtmatige daadrecht besproken en in de vierde paragraaf wordt de economische analyse toegepast op de toerekenbare onrechtmatige daad.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900750

september 1992

Katern 44: Consumentenrecht

E.H. Hondius

december 1996

Katern 61: Criminologie

M.A. Zwanenburg

Nee, afschaffing van een maximumrente is geen oplossing!: een reactie

N.J.H. Huls

Reactie op een rechtseconomisch artikel waarbij ingegaan wordt op het wijzigen van de regeling waarbij er geen maximum meer bestaat voor rentevergoedingen om op die manier te komen tot een maximale allocatie van beschikbare middelen.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 1990
AA19900081

Ongelukkige samenloop van omstandigheden: vriendendienst en aansprakelijkheid

J.M. van Dunné

Hoge Raad 2 mei 2000, nr. C98/283HR, ECLI:NL:HR:2000:AA5784, NJ 2001, 300, nt. JH, (Jansen/Jansen). Ook bekend als de dwarse kast. In de noot bij dit arrest wordt ingegaan op de leer van de ongelukkige samenloop van omstandigheden en de in het verkeer geldende opvattingen van art. 6:162 lid 3 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2001
AA20010795

Opsporing verzocht

O. van Klinken, M.A. Leijten

Redactioneel artikel over destijds controversiële wetsvoorstellen waarin accountants en financiële instellingen mogelijk worden gedwongen om gevallen van fraude en ongebruikelijke transacties te melden aan justitie. De redacteuren vinden dit een stap te ver en geen taak voor private instellingen.

Opinie | Redactioneel
juni 1993
AA19930442

Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond