Resultaat 1–12 van de 40 resultaten wordt getoond

‘Klooster in een landschap’: over een geroofd schilderij en het IPR

P. Vlas

Hoge Raad 8 mei 1998, nr. 16546, ECLI:NL:HR:1998:ZC2644, RvdW 1998, 103 C (Land Sachsen, Jan van der Heyden). Ook bekend als Klooster in een landschap. Annotatie bij arrest van de Hoge Raad waarbij de volgende rechtsvraag speelt: Door welk recht wordt de verjaring van de vordering tot revindicatie van een roerende zaak beheerst?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1998
AA19980888

25 jaar Joegoslavië Tribunaal: het herschapen internationaal-strafrechtelijke landschap

A.M.M. Orie

In december 2017 heeft het Joegoslavië Tribunaal (ICTY) na ruim 24 jaar zijn deuren gesloten. In deze bijdrage blikt Fons Orie, voormalig rechter bij het Joegoslavië Tribunaal, na 25 jaar terug op de totstandkoming van het Joegoslavië Tribunaal en bespreekt de (selectie van) rechters. Vervolgens komen de rechtsmacht en de ontwikkeling van het materiële en het procesrecht aan de orde. Ten slotte komt hij toe aan de slachtoffers, zij die de berechting moeten overlaten aan anderen. Hij kijkt daarbij steeds ook opzij en ziet hoe het tribunaal een aanzet heeft gegeven tot ingrijpende verandering van het bredere internationaal-strafrechtelijke landschap. Ook blikt hij vooruit naar de toekomst van het internationale strafrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2018
AA20181016

Audiovisuele mediadiensten en het internet

N.A.N.M. van Eijk

Lang was het adagium dat op het internet alles anders is. Bestaande regels waren niet van toepassing, onderliggende rechtsbeginselen dienden te worden herzien. Eigenlijk waren er helemaal geen regels nodig want het internet, dat regelde zichzelf. Inmiddels blijkt de praktijk hardnekkiger. Rechtsbeginselen uit de ‘oude’ wereld staan veelal nog als een huis (vrijheid van meningsuiting, privacy, rechtmatigheid/ onrechtmatigheid) maar moeten wat de toepasbaarheid betreft wel vertaald worden naar de nieuwe technologische omgeving. In deze bijdrage wordt aan de hand van de recente Europese richtlijn voor audiovisuele mediadiensten geïllustreerd hoe een dergelijke vertaalslag plaats heeft gevonden en wat daarbij mis kan gaan. Oude regels worden soms wat al te gemakkelijk doorgetrokken naar het internet.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080549

Beantwoording rechtsvraag (171) internationaal strafrecht

J. Remmelink

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het internationale strafrecht waarbij de rechtsmacht, bevoegdheid en uitlevering aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1988
AA19880057

Beantwoording rechtsvraag (209) materieel strafrecht

G.A.M. Strijards

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het materieel strafrecht waarbij begin van uitvoering, delictsvoltooiing, vrijwillige terugtred en een jurisdictiekwestie aan de orde zijn.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1992
AA19920426

Beantwoording rechtsvraag (230) Internationaal vermogensrecht

The Merchant of Venice

M.V. Polak

Beantwoording van een rechtsvraag gebasseerd op een casus uit de wereldliteratuur waarbij het internationaal privaatrecht aan de orde komt. In de rechtsvraag wordt ingegaan op de rechtsmacht en onder welke jurisdictie de casus valt. Er wordt ingegaan op de verschillende verwijzingsregels.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1994
AA19940457

Buffy en de democratisering van de Grundnorm

B.M.J. van Klink

Post thumbnail

In dit artikel analyseert de schrijver op een amusabele wijze de televisieserie 'Buffy the Vampire Slayer' en gaat daarbij in op de juridische elementen. De schrijver bespreekt het geweldsmonopolie dat Buffy doorbreekt op een beperkt terrein en de rechtsmacht die haar wordt toegekend. De schrijver gaat in op het bestaan van rechtsnormen en hun oorsprong. Daarnaast behandelt de schrijver de toe-eigening en overname van de rechtsmacht.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur
januari 2009
AA20090006

De minuscule Marshalleilanden slepen de almachtige kernwapenstaten voor het Internationaal Gerechtshof

O. Spijkers

Post thumbnail

In april 2014 heeft de Republiek der Marshalleilanden verzocht aan het Internationaal Gerechtshof om te beoordelen of de negen kernwapenstaten – China, Frankrijk, Groot-Brittannië, India, Israël, Noord-Korea, Pakistan, Rusland, en de Verenigde Staten – zich wel aan hun verplichting houden om zich, via onderhandelingen, van hun kernwapens te ontdoen.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2015
AA20150281

De opheffing van het Hoog Militair Gerechtshof (HMG)

Th.W. van den Bosch

De oproep van de redactie van Ars Aequi om een artikel te schrijven over de opheffing van het HMG is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Zij kan van oordeel zijn dat het langzamerhand tijd wordt dat er een necrelogie van het HMG wordt geschreven. Weliswaar is de patiënt nog niet overleden, maar op hem wordt wel actieve euthanasie gepleegd door middel van het wetsontwerp betreffende de militaire strafrechtspraak (17804), dat onder andere beoogt het HMG te vervangen door een militaire kamer van het gerechtshof te Arnhem. Zij kan ook van oordeel zijn dat de voorgenomen opheffing van het HMG nog voor discussie vatbaar is. Op deze laatste veronderstelling wil de auteur het houden. Na iets verteld te hebben over de geschiedenis van het HMG, over de voordelen van zijn huidige samenstelling, over de bezwaren daartegen en over zijn voornaamste lotgevallen, zal de schrijver tot de conclusie komen dat de militaire justiciabelen nog niet zo slecht af zijn met het HMG en dat het eigenlijk jammer is als het zou verdwijnen. Ten slotte wordt een pleidooi gehouden voor een organisatie van de militaire strafrechtspraak waarbij deze in eerste instantie wordt uitgeoefend door een afzonderlijke militaire arrondissementsrechtbank en in hoger beroep door een afzonderlijk militair gerechtshof, het laatste wel geïntegreerd in het gerechtshof te Arnhem.

Opinie | Column
januari 1988
AA19880017

De rechtsmacht van kust- en havenstaat

R. van der Hoeven

Dit artikel wordt geplaatst tegen de achtergrond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee, gesloten op 10 december 1982 te Montego-Bay. De auteur beschrijft de complexe structuur van deze specifieke jurisdictie, zegt iets over de geschiedenis en de ontwikkeling daarvan en geeft aan dat wanneer de doelstellingen van het genoemde verdrag goed en volledig tot gelding willen komen, dat dan de elementen welke deze specifieke jurisdictie constitueren, waaronder met name ook de infrastructuur (waarvan bijvoorbeeld een kustwacht of soortgelijke diens deel uit maakt), optimaal moeten zijn afgestemd. Zijn betoog is daarbij dat - in de toekomst - deze jurisdictie om verschillende redenen, maar met name vanwege internationale belangen, steeds minder op soevereiniteit gebaseerd wordt maar veeleer op (internationale) functionaliteit.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990380

De rol van grenzen bij opsporing: grenzeloze inzet van opsporingsbevoegdheden?

M.F.H. Hirsch Ballin

Post thumbnail

Strafzaken hebben steeds vaker een grensoverschrijdende dimensie, in het bijzonder wanneer zij betrekking hebben op terroristische misdrijven of cybercrime. De inzet van digitale opsporingsbevoegdheden vanuit het eigen grondgebied zou de opsporing in dergelijke zaken efficiënter kunnen maken. Het territorialiteitsbeginsel staat daaraan echter in de weg. In dit artikel wordt een andere invulling van het territorialiteitsbeginsel bepleit en voorgesteld de bevoegdheid tot extraterritoriale inzet van opsporingsbevoegdheden vanuit het eigen grondgebied te verbinden aan de bevoegdheid strafrechtelijke rechtsmacht uit te oefenen. Op die manier kan de opsporing efficiënter worden en de mensenrechtenbescherming worden verstevigd.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2018
AA20180462

De taak van de rechter en het IPR

C. van der Plas

Kan een Nederlandse rechter met toepassing van joods recht een echtscheiding uitspreken? Wat moet hij met de regel van Marokkaans familierecht op grond waarvan een rechter zelf voogd is? Kan hij met toepassing van Engels recht de doelstellingen van een trust wijzigen? En hoe zich op te stellen in een zaak die politiek gevoelig ligt? Wat te doen met een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking ingesteld door een buitenlandse staat tegen zijn voormalig staatshoofd? Kan de rechter op vordering van het Verenigd Koninkrijk een publicatieverbod uitvaardigen voor een autobiografie van diens oud-geheim agent? Allemaal vragen die raken aan de taak van de Nederlandse burgerlijk rechter bij de toepassing van buitenlands recht

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2006
AA20060065

Resultaat 1–12 van de 40 resultaten wordt getoond