prejudiciële vraag

Arrest Foto-Frost

H.G. Schermers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 22 oktober 1987, zaak 314/85, ECLI:EU:C:1987:452 (Foto-Frost/Hauptzollambt Lübeck-Ost) Een prejudiciële beslissing. Noot bij een arrest van het HvJ EG waarbij het recht van de nationale rechters om prejudiciële vragen te stellen centraal staat, in die zin dat het de rechtsbescherming ten goede komt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1989
AA19890062

De Europese aanpak van mond- en klauwzeer en de rechtmatigheid van het preventieve vaccinatieverbod

K.J.M. Mortelmans, R.H. van Ooik

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 juli 2001, ECLI:EU:C:2001:420, zaak C-189/01 (H. Jippes, afdeling Groningen van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren, afdeling Assen en omstreken van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren t. Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij). Zie ook SEW JEG 2001, p. 26 In deze annotatie bij dit arrest van het HvJ EG wordt ingegaan op de versnelde procedure bij een prejudiciële vraag, algemene beginselen van gemeenschapsrecht waarbij de toetsing van een vaccinatieverbod aan de orde komt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2001
AA20010911

De Hoge Raad en de toepassing van het Europese non-discriminatiebeginsel bij eigen onderdanen

Th.C.J.A. van Engelen

Post thumbnail Hoge Raad 23 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1276, IEPT20220923 (Kwantum v Vitra) (raadsleden: M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock en G.C. Makkink; conclusie A-G B.J. Drijber) en Hoge Raad 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:508, IEPT20230331 (Kwantum v Vitra) (raadsleden: M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock en G.C. Makkink; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2023
AA20230364

De hoogste raad

J. Broekhuizen, M.F.J. Haak

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de derde fase van herziening van de rechterlijke macht waarbij aan de orde is hoe het bestuursprocesrecht moet worden hervormd zodat er minder hoogste bestuursrechters zijn en er meer rechtseenheid gecreëerd wordt. Door de auteurs worden meerdere suggesties gedaan waarbij de voor- en nadelen kort de revue passeren.

Opinie | Redactioneel
april 1995
AA19950241

De proportionaliteit van het beleid om de drukte op de Amsterdamse grachten te beteugelen

A.T. Marseille

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 25 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3732, AB 2025/21, m.nt. C.J. Wolswinkel

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2025
AA20250291

Het (on)geduld van de Europese Commissie

M. Klompers, C.E. Ruers

In dit redactionele artikel wordt aan de hand van de actuele strijd tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie over het al dan niet openstellen van de Nederlandse markt voor buitenlandse aanbieders van spelen die lijken op de Lotto ingegaan op de beïnvloeding van een inbreukprocedure en een prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie.

Opinie | Redactioneel
september 2009
AA20090525

Het vorderen en kennisnemen van gegevens bij een aanbieder van een communicatiedienst en eerbiediging van het professioneel verschoningsrecht

J.S. Nan

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375 Op het moment dat het redelijke vermoeden rijst dat de op vordering van de officier van justitie door de aanbieder van een communicatiedienst verstrekte gegevens (mede) geprivilegieerde gegevens betreft, moet de rechter-commissaris worden ingeschakeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2024
AA20240775

Over toegepaste kunst en de kunst van prejudiciële vragen

Th.C.J.A. van Engelen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:914, IEPT20241024 (Kwantum v Vitra) (rechters: T. von Danwitz, A. Arabadjiev en I. Ziemele; conclusie A-G M. Szpunar)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2025
AA20250053

Overdracht van prejudiciële verwijzingen naar het Gerecht: gaat de druk van de ketel of blijft het Hof ketelaar?

J. Krommendijk, P.C. Ngimbi

Post thumbnail Deze bijdrage reflecteert op de recente statutenwijziging van het Hof van Justitie. Sinds oktober 2024 geldt voor prejudiciële verwijzingen een nieuwe bevoegdheidsverdeling, waardoor het Hof de afhandeling van prejudiciële verwijzingen deelt met het Gerecht. Deze opiniërende bijdrage staat stil bij die wijziging en plaatst de ontwikkeling in een context. Daarnaast wordt een viertal kritiekpunten besproken. Of deze wijziging de beoogde verlichting van de werkdruk daadwerkelijk kan realiseren, zal uiteindelijk afhangen van de werkwijze en aanpak van het Hof zelf.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2025
AA20250194

Rechten en plichten van Europese instellingen

de actieve legitimatie van het Europees Parlement en de openbaarheid van het Commissiebestuur

A.P. Koburg, A.P. Krijnen, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 27 september 1988, ECLI:EU:C:1988:461, zaak 302/87 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Comitologie-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 22 mei 1990, ECLI:EU:C:1990:217, zaak C-70/88 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Tsjernobyl-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 13 juli 1990, ECLI:EU:C:1990:315, verzoek om rechtshulp van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Groningen, belast met het gerechtelijk vooronderzoek in een strafzaak, zaak C-2/88, Imm (J.J. Zwartveld e.a.),. Ook bekend als Zwartveld-beschikking. In deze noot bij een een drietal uitspraken van 27 september 1988, 22 mei 1990 en 13 juli 1990 komen de verschillende rechten en plichten van Europese instellingen aan de orde. Zo wordt de bevoegdheid van het Europees Parlement om een vordering tot nietigverklaring in te stellen besproken. Vervolgens komt de plicht van de Europese Commissie tot informatieverschaffing aan bod waarbij veel rechtsoverwegingen van het HvJ EG worden behandeld. Tenslotte wordt er een beschikking besproken die gaat over het verzoek om rechtshulp door een nationale rechterlijke autoriteit. Deze annotatie is als volgt opgezet. Eerst worden de algemene lijnen geschetst van de procedure die gevolgd werd in de Tsjemobyl-en comitologie-arresten (nr. 2) en in de Zwartveld-beschikking (nr. 3). Daarna wordt uitvoerig ingegaan op de actieve legitimatie van het Europees Parlement (nrs. 4-14). In dit deel van de annotatie worden ook enkele parallellen getrokken met de Zwartveld-beschikking. In de drie uitspraken komen immers goed vergelijkbare constitutionele vragen aan de orde. Vervolgens wordt nader ingegaan op de problemen van openbaarheid van bestuur die in de Zwartveld-beschikking worden besproken (nrs. 15-16). Ten slotte worden, geïnspireerd door drie uitspraken van het Hof, enkele kritische opmerkingen gemaakt over de plaats van het Hof van Justitie in het Europese integratieproces (nr. 17).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900974

Rechtsvorming door de bestuursrechter en hoe het bovenindividuele perspectief in de rechterlijke procedure te verankeren

J.C.A. de Poorter

Post thumbnail In 2019 bestaat de Awb 25 jaar. Als voorafje voor dit feest presenteert Jurgen de Poorter vast een amuse over bestuursrechterlijke rechtsvorming.

Opinie | Amuse
november 2018
AA20180870

Verhouding tussen meerderjarigenbewind en erfrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 16 mei 2025 (prejudiciële beslissing), ECLI:​NL:​HR:​2025:​758 (mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.R. Salomons en G.C. Makkink; A-G mr. S.D. Lindenbergh) Prejudiciële vragen in de zin van artikel 392 Rv. Personen- en familierecht. Meerderjarigenbewind. Erfrecht. Is bewindvoerder die is benoemd op grond van artikel 1:431 BW, wettelijke vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 4:193 BW? Geldt voor verwerping, beneficiaire aanvaarding en zuivere aanvaarding driemaandentermijn van artikel 4:193 lid 1 BW? Geldt nalatenschap als beneficiair aanvaard als bewindvoerder deze termijn laat verlopen?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2025
AA20250622