onderscheidend vermogen

Resultaat 13–20 van de 20 resultaten wordt getoond

maart 2001

Katern 78: Economisch recht en intellectuele eigendom

G.J. van de Kamp

september 2003

Katern 88: Economisch recht en intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker, A.A. Quaedvlieg

Merkenrecht, daar zit muziek in!

E. Broekhuizen, A. van Oorschot

Onderstaand artikel gaat in op de vraag of een klank, danwel combinatie van klanken een merk kan zijn.

Opinie | Amuse
september 2004
AA20040594

O2- Hutchison

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 juni 2008, zaak C-533/06, ECLI:EU:C:2008:339 (O2/Hutchison) Arrest en bijbehorende noot van het HvJ EG waarin het volgende naar voren komt: Uitleg van artikel 5 lid 1 en 2 Merkenrichtlijn 89/104/EEG en van artikel 3bis lid 1 Richtlijn Vergelijkende Reclame 84/450 EEG. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te verbieden dat een derde in vergelijkende reclame die voldoet aan alle in artikel 3bis lid 1 genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid, gebruikmaakt van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk. Indien is voldaan aan alle in artikel 5 lid 1 sub b van de Merkenrichtlijn gestelde voorwaarden om het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een ingeschreven merk, te verbieden, kan de vergelijkende reclame waarin gebruik wordt gemaakt van genoemd teken, echter onmogelijk voldoen aan de in artikel 3bis, lid 1 sub d van de Richtlijn Vergelijkende reclame genoemde voorwaarde voor geoorloofdheid. De houder van een ingeschreven merk is niet gerechtigd te doen verbieden dat een derde in vergelijkende reclame gebruikmaakt van een met dit merk overeenstemmend teken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, indien dit gebruik niet leidt tot verwarringsgevaar bij het publiek, en dit ongeacht of de vergelijkende reclame voldoet aan alle in artikel 3bis van de Richtlijn Vergelijkende Reclame genoemde voorwaarden voor geoorloofdheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080812

Philips/Remington

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 juni 2002, zaak nr. C-299/99, ECLI:EU:C:2002:377 (Philips/Remington) Verhouding tussen artikel 3(1)(a) Merkenrichtlijn enerzijds – tekens die geen merk kunnen vormen – en artikel 3(1)(b)-(d) anderzijds – merken die geen onderscheidend vermogen hebben en uitgesloten vormmerken. Merken die bestaan uit de vorm van producten zijn uitgesloten, wanneer de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, hetgeen het geval is wanneer wordt aangetoond dat de wezenlijke functionele kenmerken van die vorm uitsluitend aan de technische uitkomst zijn toe te schrijven. Het doet er hiervoor niet toe dat er andere vormen bestaan waarmee een zelfde technische uitkomst kan worden verkregen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2003
AA20030043

Rechtsvraag (232) Intellectuele eigendom-Europees recht

W.A. Hoyng

Rechtsvraag op het gebied van het Europese intellectuele eigendomsrecht, meer in het bijzonder het merkrecht waarbij merkinbreuk bij een internationaal (gedeeltelijk) geregistreerd merk aan de orde is.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1994
AA19940252

Refererend merkgebruik: is het Tanderil-arrest achterhaald na Hölterhoff-Freiesleben?

W. de Haan, W. Huizer, R. Span

Mag een arts op een recept de naam van een bekend merk vermelden, terwijl hij eigenlijk een minder bekend, maar veel goedkoper middel voorschrijft? En is het de apotheker vervolgens toegestaan om een goedkoper middel aan de patiënt te leveren, ondanks het feit dat op het recept het bekende merk staat vermeld? Deze vragen werden in 1984 negatief beantwoord door het Benelux Gerechtshof in het Tanderil-arrest. Eind 2002 wees het Europese Hof van Justitie (HvJEG) arrest in de zaak Hölterhoff/Freiesleben, een kwestie waar het eveneens over refererend merkgebruik ging. In de literatuur is inmiddels de vraag opgeworpen of dit arrest in een andere richting wijst dan de oude Benelux-jurisprudentie. Mede in het licht van een ander arrest van het HvJEG, inzake Arsenal/ Reed, wordt in deze bijdrage onderzocht wat nu de stand van zaken is met betrekking tot refererend merkgebruik.

Verdieping | Studentartikel
november 2003
AA20030814

Vormmerken en de wezenlijke waarde van een wiebelsteen

D.J.G. Visser

HvJ EU 23 april 2020, ECLI:EU:C:2020:296 (Gömböc)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2020
AA20201061

Resultaat 13–20 van de 20 resultaten wordt getoond