B.P. Vermeulen
Bij het plannen van nieuwe, door de overheid te bekostigen scholen is de richting van de beoogde school, de godsdienstige, levensbeschouwelijke of neutrale grondslag, een dominante factor. Deze richtinggebonden planning staat echter onder kritiek, nu daarmee één specifiek keuzemotief doorslaggevend geacht wordt. Daarmee zouden andere schoolkeuzemotieven en initiatieven onvoldoende tot hun recht komen, en is er een spanningsveld met de eis van overheidsneutraliteit. Dit artikel bespreekt de relevante historie van de scholenplanning, de kanttekeningen bij het bestaande stelsel en het alternatief van de richtingvrije planning, neergelegd in het recente voorstel van een Wet meer ruimte voor nieuwe scholen.
Opinie | Opiniërend artikel
januari 2019
AA20190020