D.H.M. Meuwissen
Het is de bedoeling in deze bijdrage iets op te merken over rechtsbeginselen vanuit natuurrechtelijk gezichtspunt. De structuur van het betoog — bestaande uit een vijftal paragrafen — is de volgende. Eerst wordt iets gezegd over de betekenis van 'natuurrechtelijk'. Vervolgens komt in een voorlopige analyse de betekenis van het begrip rechtsbeginsel ter sprake. Tenslotte komen structuur en inhoud van rechtsbeginselen aan de orde, waarbij tevens wordt ingegaan op de vragen welke door de redactie aan de auteurs zijn gesteld. Het artikel wordt afgesloten met een korte literatuuraantekening.
Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910730