Resultaat 1–12 van de 26 resultaten wordt getoond

‘De Hoge Raad is natuurlijk netter dan net, keuriger dan keurig’

Interview met Marc Ynzonides

C.A. Oudshoorn, C. Rijckenberg

In dit interview met de cassatieadvocaat mr. Marc Ynzonides komt naar voren wat de drijfveren voor de geïnterviewde zijn, wat diens werkzaamheden precies zijn en wat de problemen bij cassaties zijn.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2005
AA20050464

‘Het recht is intellectueel buiten­gewoon interessant, maar het gaat om de functie die het vervult in de samenleving’

Interview met prof.mr. P. van Schilfgaarde

M. Neekilappillai, E.F. Verheul

Post thumbnail Peter van Schilfgaarde is emeritus hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht. In 1969 verdedigde hij in Leiden zijn proefschrift over toerekening van rechtshandelingen. Een jaar later werd hij hoogleraar Handelsrecht in Groningen en in 1989 werd hij in Utrecht benoemd tot hoogleraar Ondernemingsrecht. Het professoraat in Utrecht combineerde hij met de advocatuur in Den Haag en Amsterdam. Daarnaast was hij contacthoogleraar en annotator bij Ars Aequi van 1979 tot 1988 en sedertdien annotator bij de NJ. Bovendien geniet hij onder studenten grote bekendheid vanwege zijn gele ondernemingsrechtelijke handboek Van de BV en de NV. Genoeg redenen voor de redactie om prof.mr. Van Schilfgaarde te interviewen.

Perspectief | Interview
februari 2014
AA20140146

1992 en het juridisch onderwijs

R.W. Jagtenberg

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of het verdergaande Europese integratieproces een verandering in de rechtenstudie vergt. Daarbij wordt er ook ingegaan op het REPINT programma. Een stageprogramma in Nederland als bij een buitenlands advocatenkantoor. Daarna wordt het Erasmusprogramma behandelt waardoor studeren in het buitenland eenvoudiger wordt. Het artikel wordt afgesloten met enkele suggesties ter verbetering van het programma.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890507

Advocaten en een wankelend juridisch fundament

M.T.A.B. Laemers

Post thumbnail Moet een advocaat rechten hebben gestudeerd? In de media verschenen berichten dat veranderingen in de opleiding voor aankomend advocaten wenselijk zijn omdat er behoefte is aan advocaten met een (gedeeltelijk) niet-juridische achtergrond. Daarom zouden ook studenten met een andere vooropleiding tot de rechtenmaster toegelaten moeten worden.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2014
AA20140961

Advocatuur, een keuze(-vak)

L.H.A.J.M. Quant

Advocatenboeken zijn in; televisieseries over advocaten zijn in en ook in de pers zijn advocaten in. Sinds enige tijd is er ook een keuzevak Advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam. Van waar al die belangstelling en wat houdt dat keuzevak in?

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1994
AA19940437

BAMA, toga en civiel effect

A. Gerritsen-Bosselaar

De universitaire juridische opleiding met meesterstitel geeft niet onvoorwaardelijk toegang tot de advocatuur. Wie definitief wil worden ingeschreven als advocaat moet na de universitaire opleiding de beroepsopleiding advocatuur afronden. De beroepsopleiding heeft daarmee feitelijk het civiel effect van de universitaire studie overgenomen. In het onderstaande artikel bespreek ik de ontwikkelingen die zich de laatste decennia hebben voorgedaan met betrekking tot de beroepsvereisten en de opleidingen voor aankomend en beginnend advocaten, en onderzoek ik of de invoering van het bachelor-masterstelsel kansen biedt voor een samenwerking tussen de universiteiten en de advocatuur, die ertoe kan leiden dat het civiel effect weer terugkomt bij de universiteiten.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 2002
AA20020690

Civiel effect ter discussie?

A.M. Hol

Post thumbnail

Is het nog van deze tijd om de toegang tot de togaberoepen afhankelijk te maken van de strikte voorwaarden die volgens het huidige Convenant civiel effect gelden voor het verkrijgen van dit civiel effect? Moeten advocatuur, notariaat en rechtspraak niet net zo goed openstaan voor mensen met een andere dan juridische vooropleiding? In deze bijdrage wordt getracht op deze principiële vragen een antwoord te geven.
 

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2018
AA20180548

De Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen

A.R.E.M. van Erp

De drie juridische beroepsgroepen advocatuur, notariaat en gerechtsdeurwaarders kennen verschillende regelingen voor de kosten van toezicht en tuchtrechtspraak en het ten laste brengen van deze kosten aan de beroepsgroep zelf of de algemene middelen. Met de inwerkingtreding van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen op 1 januari 2018 wordt dit verschil opgeheven. In deze bijdrage wordt de achterliggende reden voor aanpassing van de beroepswetten beschreven en wordt aangegeven hoe de kosten met ingang van 1 januari 2018 ten laste van de beroepsgroepen worden gebracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 2017
AA20171011

De Wet positie en toezicht advocatuur

D.J. Hesemans

Deze bijdrage bespreekt de belangrijkste wijzigingen die in de Advocatenwet zijn doorgevoerd met de Wet positie en toezicht advocatuur, waarbij met name wordt ingegaan op het nieuwe toezicht op advocaten.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2015
AA20150142

Een mooie baan als advocaat

W.L. Roozendaal

Post thumbnail Veel rechtenstudenten dromen van een baan in de advocatuur. Het liefst bij een groot commercieel kantoor, met een goede opleiding bij ‘The Law Firm School’, een prachtig salaris en bovenal diep respect van vakgenoten voor de toetreding tot de top van je vakgebied. De realiteit van het advocatenbestaan is helaas niet altijd zo glamoureus, zo legt Willemijn Roozendaal uit in deze amuse.

Opinie | Amuse
oktober 2018
AA20180774

Gefeminiseerd recht in de praktijk van een feministische advocaat

G. van Driem

In dit artikel wordt in vogelvlucht aangegeven over welke rechtsgebieden de praktijk van een feministisch advocaat zich onder meer uitstrekt. Sinds 10 jaar is de auteur werkzaam als feministisch advocaat in Amsterdam. Na 7 jaar werken in de vrouwenbeweging, lag het oprichten van een feministisch advocatenkantoor voor de auteur voor de hand. Van Driem heeft in het begin vooral gewerkt voor groepen die binnen de vrouwenbeweging geadviseerd wilden worden, bijvoorbeeld vrouwen die een stichting of vereniging wilden oprichten ter behartiging van de belangen van vrouwen, advisering van vrouwen die een eigen bedrijfje wilden starten. Omdat Van Driem alleen voor vrouwen werkte, diende zich met name het familierecht aan. Het merendeel van de echtscheidingsprocedures wordt namelijk door vrouwen aanhangig gemaakt. Vrouwen zijn geneigd om eerder te vechten voor zaken die dicht bij hun (verzorgende) gezinstaken liggen.

Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd recht
maart 1992
AA19920139

Heleen Kersten

F.S. Bakker, M. Samadi

Post thumbnail

Ars Aequi sprak met mr. Heleen Kersten. Zij werkt sinds het afronden van haar rechtenstudie als advocaat bij Stibbe, werd in 1997 partner en in 2008 managing partner bij dit kantoor. Daarnaast is zij sinds 2007 commissaris bij Egeria en sinds 2011 commissaris bij Van Lanschot. Wij stelden haar vragen over haar studie, carrière, een bijzondere juridische ervaring en over mogelijke tips voor de huidige student.

Blauwe pagina's | Bijzondere juridische ervaringen
januari 2014
AA20140004

Resultaat 1–12 van de 26 resultaten wordt getoond