Toont alle 7 resultaten

Betrokkenheid van banken bbj sterfhuisconstructies

R. van den Bosch

Bij het op stapel zetten en uitvoeren van sterfhuisconstructies spelen de banken een essentiële en onmisbare rol. Niet zelden krijgt deze nadrukkelijke betrokkenheid een dubieus stempel opgedrukt, al is het alleen maar vanwege het feit dat de banken zich dikwijls reeds aan alle kanten hebben ingedekt, op het moment dat 'de reorganisatieplannen' aan de openbaarheid worden prijsgegeven. Het is de vraag of het hierdoor veroorzaakte gevoel van onvrede zich laat vertalen in een juridische aanvechtbaarheid. In het nu volgende betoog zal de positie van (door de constructie benadeelde) schuldeisers van de in het sterfhuis achterblijvende werkmaatschappijen centraal staan, waarbij in het bijzonder aandacht besteed zal worden aan de vraag in hoeverre de handelwijze van de bank jegens hen als paulianeus of (anderszins) onrechtmatig kan worden aangemerkt.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
december 1988
AA19880828

Feniks – over ficties in het bevoegdheidsrecht

Annotatie bij HvJ EU 4 oktober 2018, ECLI:EU:C:2018:805, C-337/17

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) 4 oktober 2018, ECLI:EU:C:2018:805, C-337/17 (Feniks Sp. z o.o. tegen Azteca Products & Services SL). Conclusie A-G Bobek, ECLI:EU:C:2018:487

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2020
AA20200077

september 1993

Katern 48: Handels- en faillissementsrecht

C.M. van der Heijden

december 2000

Katern 77: Failissementsrecht

S.H. van Dijk

Krediet financiering van bedrijfsovernames

R. Mellenbergh

Post thumbnail Een leidraad voor studenten en praktijkjuristen waarin wordt ingegaan op de belangrijkste stadia van een financieringstransactie en het opstellen van een kredietovereenkomst.

9789069167848 - 10-11-2014

Lunderstädt/De Kok c.s.

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 21 december 2001, nr. C00/053HR, ECLI:NL:HR:2001:AD2684, RvdW 2002, 7 (Lunderstädt/De Kok c.s.). Ook bekend als Neptunus II. De vraag die in dit arrest speelt is: Heeft de curator net als bij de faillisementspauliana ook bij een onrechtmatige daad ogv 6:162 BW een exclusief recht of kan ook een individuele crediteur een onrechtmatige-daadvordering instellen. Mocht deze vraag met ja beantwoord worden, hoe verhoudt deze vordering zich dan ten opzichte van de vorderingen van de curator?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2002
AA20020819

Voorkomen en aantasten van zekerheidsverschaffing op basis van artikel 20 Algemene Bankvoorwaarden

J.L.M. Groenewegen

Bancaire kredietverlening gaat in de praktijk gepaard met zekerheidsverschaffing, waarbij de Algemene Bankvoorwaarden (verder: ABV) een belangrijke rol spelen. In dit verband rijst de vraag naar de consequenties hiervan voor de overige crediteuren van de desbetreffende kredietnemer. In dit artikel zullen enkele aspecten van zekerheidsverschaffing aan banken worden besproken, mede tegen de achtergrond van twee belangrijke arresten van de Hoge Raad over deze materie. De nadruk zal in het bijzonder liggen op de aantasting van verschafte zekerheden door middel van de Actio Pauliana ex artikel 42 en 47 Fw. De gebruikelijke restrictieve interpretatie van laatstgenoemd artikel wijst de auteur van de hand, waartegenover hij een alternatief stelt dat voortbouwt op de door de Hoge Raad uitgezette lijnen. In dit artikel zal allereerst worden ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden de zekerheidsverlangens van een bank (nog) gerechtvaardigd zijn en in hoeverre de debiteur/ kredietnemer door middel van een kort geding zekerheidsverschaffing kan voorkomen, zonder onmiddellijke stopzetting van de kredietverlening te riskeren. Vervolgens komen de aantasting van reeds verstrekte zekerheden en de verweermogelijkheden van de bank hiertegen aan de orde. In tegenstelling tot de gewone crediteur buiten faillissement beschikt de faillissementscurator nog over een extra aantastingsmogelijkheid in artikel 47 Fw. Omdat zal blijken dat de 'normale' Actio Pauliana slechts in enkele uitzonderingsgevallen tot zekerheidsaantasting kan leiden, komt aan artikel 47 Fw een bijzondere betekenis toe, welke een uitgebreide bespreking rechtvaardigt.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890095

Toont alle 7 resultaten