Maandbladartikel

Verhaal van politiekosten

T. Hartlief

Vandalisme is een vervelend randverschijnsel bij sportevenementen en dan met name voetbalwedstrijden. Omwonenden van stadions, winkeliers en anderen (onder meer vervoersbedrijven) lijden directe schade als gevolg hiervan. Ook de overheid wordt met een behoorlijke kostenpost geconfronteerd die verband houdt met de (extra) inzet van politiemensen. Verder zien clubs zich genoodzaakt in de stadions extra suppoosten en ordebewaarders in te zetten. De vraag is of de verschillende 'slachtoffers' de rekening elders kunnen presenteren.

Overig | Rode draad | Sport en recht
februari 1996
AA19960102

Verhaalbaarheid van de kosten van vervangende huishoudelijke hulp bij letselschade

D.W. Kroneberg

Heeft huishoudelijke arbeid waarde? Vanuit maatschappelijk perspectief bezien zeker: een goed functionerende huishouding kan worden gezien als een basisvoorwaarde voor het maatschappelijk functioneren van de personen die tot deze huishouding behoren. Vanuit economisch perspectief bezien eveneens: de kosten van huishoudelijk personeel zijn immer zo hoog, dat in menig gezin, waar in vroeger tijden een huishoudelijke kracht als standsgebonden attribuut werd beschouwd, thans de huishoudelijke taken door een of meer huisgenoten worden waargenomen. In dit artikel wordt onderzocht, hoe in het recht de huishoudelijke arbeid wordt gewaardeerd, uitgaande van de vraag of - en zo ja: door wie - er een vergoeding kan worden gevorderd bij onrechtmatige verwonding van de in eigen huishouding werkzame gezinsgenoot. Een kleine excursie naar het West-Duitse recht maakt deel uit van deze ontdekkingstocht.

mei 1985
AA19850239

Verhaalbaarheid van milieuschade

De plicht tot het stellen van financiële zekerheid ter dekking van milieu-aansprakelijkheid

C.J. Bastmeijer

Regelmatig blijkt dat een bedrijf dat het milieu heeft verontreinigd of aangetast niet in staat is de daaruitvoortvloeiende schade te vergoeden. In dit artikel wordt ingegaan op een maatregel die de overheid kan nemen om dit probleem te beperken: van bedrijven eisen dat zij financiële zekerheid stellen ter dekking van milieu-aansprakelijkheid. De vraag of de bedrijven ook de mogelijkheid zullen hebben om de bedoelde financiële zekerheid te verschaffen zal een centrale plaats innemen. Daarbij zal onder meer aandacht worden besteed aan de milieu-aansprakelijkheidsverzekering, zoals deze vandaag de dag door Nederlandse verzekeraars wordt aangeboden.

Overig | Rode draad | Milieurecht
juli 1990
AA19900431

Verhalen en spelers op een maatschappelijk toneel. Louis Paul Boon: Pieter Daens

R.M.H. Kubben

Taal neemt een belangrijke positie in het werk van juristen in. een jurist besteedt een groot deel van zijn tijd aan het vervaardigen van teksten of het lezen van teksten van anderen. Naast de 'literatuur in het recht' bestaat er ook 'recht in literatuur. Een groot aantal, al dan niet tot de canon van de wereldliteratuur behorende literaire werken, heeft aandacht voor vragen ten aanzien van recht en rechtvaardigheid. Grote vraag daarbij is óf en zo ja wát juristen of mensen in het algemeen over het recht kunnen leren door het lezen van literatuu. In het onderhavige artikel staat deze vraag centraal in de bespreking van Pieter Daens, wellicht het grootste werk van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon, waarin hij de politieke en sociale strijd in de laatnegentiende-eeuwse Denderstreek beschrijft.

Overig | Rode draad | Recht en literatuur
maart 2004
AA20040149

Verhalenderwijs

A.M.P. Gaakeer

Post thumbnail

Dat taal en recht onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn is duidelijk, maar in deze aflevering van Onderbelicht legt Jeanne Gaakeer uit waarom ook literatuur onontbeerlijk is voor juristen. Zij pleit dan ook voor meer aandacht voor Recht en Literatuur in het juridisch curriculum.
 

Blauwe pagina's | Onderbelicht
november 2012
AA20120798

Verhoeven – Peters

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 11 mei 1984, nr. 12 188, ECLI:NL:HR:1984:AG4808, RvdW 1984, 99 (Verhoeven/Peters)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1984
AA19840623

Verhoogd opzet bij medeplegen?

Een rechtsvergelijkende analyse

M. Cupido

Post thumbnail

In het Nederlands recht bestaat onduidelijkheid over de opzeteisen van medeplegen voor delicten met een verhoogde opzetstandaard, zoals oogmerk. Moeten medeplegers zelf aan die hogere standaard voldoen, of volstaat dat zij voorwaardelijk opzet hebben op het verhoogde opzet van de pleger? In deze bijdrage wordt op basis van een rechtsvergelijkende analyse beargumenteerd dat het fair-labelling-beginsel vereist dat medeplegers (net als doen plegers en uitlokkers) de hoge opzeteisen van plegers delen, terwijl voor medeplichtigen een lagere voorwaardelijkopzetstandaard voldoende is.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2018
AA20180028

Verhouding tussen meerderjarigenbewind en erfrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 16 mei 2025 (prejudiciële beslissing), ECLI:​NL:​HR:​2025:​758 (mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.R. Salomons en G.C. Makkink; A-G mr. S.D. Lindenbergh) Prejudiciële vragen in de zin van artikel 392 Rv. Personen- en familierecht. Meerderjarigenbewind. Erfrecht. Is bewindvoerder die is benoemd op grond van artikel 1:431 BW, wettelijke vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 4:193 BW? Geldt voor verwerping, beneficiaire aanvaarding en zuivere aanvaarding driemaandentermijn van artikel 4:193 lid 1 BW? Geldt nalatenschap als beneficiair aanvaard als bewindvoerder deze termijn laat verlopen?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2025
AA20250622

Verhuuranalogie (on)houdbaar?

M. Albers

Bij de heffing van omzetbelasting heeft de wetgever ervoor gekozen om bepaalde (rechts)handelingen aan te merken als verhuur van onroerende zaken, die civielrechtelijk niet als zodanig worden geduid. Een en ander speelt in belangrijke mate bij de beperkt zakelijke rechten, zijnde het recht van erfpacht, het recht van opstal en de erfdienstbaarheid. In het onderzoek dat heeft geleid tot mijn proefschrift heb ik uitgebreid stilgestaan bij de hiervoor bedoelde verhuuranalogie. In onderstaande bijdrage zal ik enige conclusies bespreken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2017
AA20170854

Verjaring en verlenging van verjaring tussen echtgenoten

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 23 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1936 (mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en F.R. Salomons; A-G M.L.C.C. Lückers) Verjaring. Huwelijksvermogensrecht. Vergoedingsrecht uit hoofde van huwelijkse voorwaarden in verband met vermogensverschuiving tussen echtgenoten. HR 12 juni 1987, ECLI:NL:HR:1987:AC2558 (Kriek/Smit). Artikel 1:87 BW. Had hof in plaats van aan verjaringstermijn van twintig jaar van artikel 3:306 BW overeenkomstige toepassing moeten geven aan verjaringstermijn van vijf jaar van artikel 3:307 lid 1 BW, althans die van artikel 3:308, 309 of 310 lid 1 BW? Begrip ‘vermogensrecht’ in artikel 3:326 BW en vergelijkbare schakelbepalingen. Verlenging als bedoeld in artikel 3:320 BW in verbinding met artikel 3:321 lid 1 aanhef en onder a BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2023
AA20230134

Verjaring van gemaximeerde dwangsommen

A.W. Jongbloed

Benelux-Gerechtshof 6 juli 2023, A2022/1 en A2022/2

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2024
AA20240437

Verkerk/Tiethoff q.q.

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 20 november 1998, nr. 16670, ECLI:NL:HR:1998:ZC2784, RvdW 1998, 218 (Verkerk/Tiethoff q.q.) In onderhavige casus lijkt de Hoge Raad de teugels omtrent de faillissementpauliana weer iets steviger aan te trekken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1999
AA19990164