Resultaat 5713–5724 van de 6660 resultaten wordt getoond
D.L.F. de Vocht
In het overgrote deel van de strafzaken levert het vaststellen van causaliteit geen noemenswaardige problemen op. Meestal kan als vaststaand worden aangenomen dat het strafrechtelijk relevante gevolg door de – eveneens strafrechtelijk relevante – gedraging is veroorzaakt. In sommige gevallen is het aannemen van een dergelijk verband echter minder vanzelfsprekend, bijvoorbeeld vanwege het lange tijdsverloop tussen de gedraging en het gevolg of vanwege het optreden van tussenliggende handelingen of gebeurtenissen. Dit was ook het geval in de geruchtmakende grensrechterzaak, die het onderwerp is van deze amuse.
Opinie | Amuseseptember 2013AA20130624
T. Kooijmans
Hoge Raad 27 maart 2012, nr. 10/00825, ECLI:NL:HR:2012:BT6362, LJN: BT6362, NJ 2012/301 m.nt. N. Keijzer (Groninger HIV)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2012AA20120645
F.M. Tadic
Het verschil tussen de ondeugdelijke poging en de mislukte poging, werkelijke onmogelijkheid of pech. Hoge Raad 6 juni 1854 (Koffie met zwavelzuur-arrest) Hoge Raad 7 mei 1906 (Koperen centen-arrest)
Opinie | Amusejanuari 2007AA20070009
J.W. Ouwerkerk
In 1999 werd het beginsel van wederzijdse erkenning als leidend beginsel van de toekomstige justitiële samenwerking in strafzaken in de Europese Unie. Er werd een hoge mate van onderling vertrouwen verondersteld aanwezig te zijn. Inmiddels is gebleken dat deze veronderstelling niet juist is. In deze bijdrage onderzoekt Jannemieke Ouwerkerk hoe gerechtvaardigd het is om vertrouwen te stellen in het handelen van andere lidstaten en ook of het gerechtvaardigd vertrouwen reden geeft de lidstaten te verplichten tot een min of meer automatische erkenning van elkaars strafrechtelijke beslissingen.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2012AA20120735
D. Roef
In dit artikel, mede geschreven naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede, richt zich op de strafbaarheid van overheden. De jurisprudentiële ontwikkelingen en de daarin genoemde voorwaarden voor een strafbare overheid worden behandeld.
Verdieping | Verdiepend artikelmaart 2001AA20010142
H. Bevers
In dit artikel wordt ingegaan op hoe nieuwe opsporingsbevoegdheden en opsporingsmethoden mede tot stand komen door inmenging van de zijde van de politie zelf.
Opinie | Opiniërend artikeljanuari 1995AA19950027
L. Stevens
De media zijn dol op strafzaken, ongetwijfeld vanwege het klassieke drama dat mensen kan doen huiveren. Maar dat is niet waarom het strafrecht zo’n boeiend rechtsgebied is, aldus Lonneke Stevens in deze amuse. Ze noemt drie voorbeelden van de dilemma’s die het strafrecht zo interessant maken.
Opinie | Amusemei 2021AA20210430
S. Klos
Binnen het merkenrecht is de term verwarring weer een van de kernbegrippen. Wanneer twee onderscheidende tekens zo veel op elkaar lijken dat mensen ze door elkaar halen kan er sprake zijn van verwarring. Puma/Sabel HvJ EG 11 november 1997 zaak C-251-95 Hyster/Karry Krane Hoge Raad 26 juni 1653
Opinie | Amusemaart 2007AA20070187
B. de Knock
De strijd tegen het illegaal aanbod van muziek voelt voor de rechthebbenden langzamerhand als water naar de zee dragen. Een strijd die wordt gekentekend door pyrrusoverwinningen en verbale lynchpartijen tussen onbegrepen consumenten en ongelukkige kunstenaars. In dit slagveld blijft de muziekliefhebber verward achter omdat enerzijds wordt gezegd dat piraterij de industrie schaadt en er anderzijds, meer dan ooit, interesse is in het luisteren naar of maken van muziek. Hoe krijgen we de consument aan het legale downloaden?
Blauwe pagina's | Recht en Mediafebruari 2011AA20110086
Th.G. Drupsteen
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 december 1995, ECLI:NL:RVS:1995:AN5094, nr. FO 1.95.0203 (mr. De Vries), AB 1996, 303, m.nt. PvB, Gem. Stem 1996, 7037, nr. 4, m.nt. HH. In deze uitspraak van de ABRvS en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de rechtsbescherming bij besluiten en plannen die genomen en gemaakt worden op basis van de WRO.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1996AA19960768
J.C. Jaakke
Na een beknopte achtergrond van de ratingproblematiek wordt ingegaan op de (on)mogelijkheden van aansprakelijkstelling van ratingbureaus onder Nederlands recht aan de hand van de actuele Europese regelgeving. Centraal staat de vraag of de meest recente verordening op dit gebied de aansprakelijkstelling eenvoudiger maakt.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2014AA20140190
A. Bouichi, M. de Jonge, M. Nolen
Dit redactioneel behandelt de vraag in welke mate een werkgever aansprakelijk kan zijn indien een van zijn werknemers psychische of lichamelijke schade lijdt als gevolg van stress op de werkvloer.
Opinie | Redactioneeldecember 2002AA20020867