Vind een Maandblad-aflevering
Kies de maand en het jaar waarin het nummer dat je zoekt is verschenen en ga naar de aflevering.
* Van 2012 tot en met heden vind je naast de artikelen van de betreffende maand ook het volledige nummer integraal.
* Vóór 2012 vind je per nummer alleen de losse artikelen die in dat nummer zijn verschenen en kun je niet het volledige nummer integraal bekijken.
Maandblad juli/augustus 2025





Waar een debiteur op het land met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden, is dat op zee niet altijd het geval. De scheepseigenaar kan zijn aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen namelijk beperken. Vroeger kon hij zelfs volstaan met afstand van zijn schip aan de crediteur. Dit eeuwenoude privilege wordt doorgaans uitgelegd als een welbewuste inbreuk op de rechten van de crediteur en op de rechtvaardigheid, ter stimulering van investeringen in de maritieme economie. Maar klopt dat beeld wel?
Het zeerecht biedt de scheepseigenaar de mogelijkheid om zijn aansprakelijkheid te beperken, met andere woorden niet de volledige schade te vergoeden waarvoor hij aansprakelijk is. De term ‘scheepseigenaar’ kent in het beperkingsrecht een eigen definitie, die aanzienlijk ruimer is dan enkel de vermogensrechtelijke eigenaar. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de positie van bevrachters, managers en operators als beperkingsgerechtigde ‘scheepseigenaars’.
Kristof Gombeer onderzoekt in deze bijdrage aan het Bijzonder Nummer ‘Recht door zee’ de spanningen tussen het internationale zeerecht en de mensenrechten in het kader van maritieme migratie. Gombeer toont aan hoe mensenrechten de laatste decennia een correctieve rol zijn gaan spelen bij situaties waarin migranten op zee in nood verkeren. Aan de hand van recente jurisprudentie en het optreden van verschillende staten analyseert hij hoe drie zeerechtregimes onvoldoende soelaas bieden wanneer nationale belangen botsen met mensenrechtelijke verplichtingen.
Het misdrijf maritieme piraterij – zeeroof – stond tien tot vijftien jaar geleden volop in de belangstelling vanwege vele kapingen door Somalische piraten. Deze bijdrage gaat over de lessen die uit die periode geleerd kunnen worden voor de strafrechtelijke aanpak van piraterij in eventuele toekomstige gevallen. De slotsom is dat zowel het internationale als het nationale strafrechtelijke kader van piraterij verbeterd kunnen worden.
In dit artikel beschrijven auteurs de verdeling van het recht tot belastingheffing op zee vanuit een Nederlands vennootschapsbelastingperspectief met een focus op het onderscheid tussen de territoriale wateren, de exclusieve economische zone (EEZ), het continentaal plat en tot slot de volle zee. Het artikel bespreekt hoe Nederland buitenlandse bedrijven belast die werkzaamheden verrichten in Nederlandse wateren en voorkoming van dubbele belasting biedt voor Nederlandse bedrijven die werkzaamheden verrichten in buitenlandse wateren. Tot slot wordt ingegaan op belastingheffing bij werkzaamheden op volle zee.
Diepzeemijnbouw wordt gezien als een oplossing in de behoefte aan schaarse metalen. Deze technologie kan echter ernstige negatieve gevolgen hebben voor het mariene milieu. Het VN-Zeerechtverdrag regelt de bescherming van het mariene milieu. Dit artikel bespreekt de relevante juridische bepalingen en de toepassing daarvan op diepzeemijnbouw.
Dit artikel bespreekt een in 2023 tot stand gekomen internationale overeenkomst voor het behoud en duurzaam gebruik van de biologische diversiteit van de oceaan. Het artikel gaat in op de achtergrond en onderhandeling van de overeenkomst en de inhoud ervan. Het artikel concludeert dat de overeenkomst een belangrijke stap kan zijn voor de bescherming van de oceaan, maar dat veel zal afhangen van zijn toekomstige uitvoering.
Future sea level rise (SLR) is in part unavoidable and poses a significant threat to migratory waterbirds in the Wadden Sea. Against this backdrop, this article interrogates the Ramsar Convention and the African-Eurasian Migratory Waterbird Agreement (AEWA) to assess to what extent these nature conservation regimes require and encourage adaptation action that can help migratory waterbirds in the Wadden Sea cope with SLR. The article shows that both regimes indirectly require parties to take SLR adaptation action and contain soft law that can fulfil a supplementary role.
With the recent entry into force (on 26 June 2025) of the Hong Kong Convention on ship recycling, this article examines its relationship with the older Basel Convention on hazardous waste. Can the two international treaties coexist, or do they risk undermining each other? Drawing on treaty law and Conference of the Parties deliberations, the article probes questions of legal harmony, equivalence of control, and the pressing need for clarity in the international regulation of shipbreaking.