Het vergeten Koninkrijk

Waar vinden we, los van het internationale en Europese recht, de hoogste geschreven geldende normen van onze rechtsorde? Velen zullen – net als het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – ‘de Grondwet’ als antwoord geven (Ministerie BZK, Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden 2023 (rapport), p. 5). We kennen echter nog een regeling die hoger recht dan dat van de Grondwet bevat: het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. ‘De Grondwet neemt de bepalingen van het Statuut in acht’, zo luidt artikel 5 lid 2 Statuut (al zijn de werkelijke verhoudingen nog net iets ingewikkelder, zie Hoogers, AA20220704). Dat Nederland samen met drie andere landen – Aruba, Curaçao en Sint Maarten – ‘op voet van gelijkwaardigheid’ een Koninkrijk vormt (Preambule en art. 1 Statuut), lijkt ook vaak aan de aandacht te ontschieten. Hoe kan het toch, dat het Statuut en het Koninkrijk zo vaak vergeten worden? Is er wellicht te weinig aandacht voor in de staatsrechtelijke literatuur?

Om dat te onderzoeken, hebben we er een aantal staatsrechtelijke handboeken op nageslagen, om te zien hoe veel of weinig pagina’s er gewijd worden aan Statuut en Koninkrijk. Natuurlijk geven de handboeken geen volledig beeld, maar ze bieden wel een indicatie van het belang dat gehecht wordt aan een onderwerp, omdat een handboek ‘een stelselmatige samenvatting behelst van een kennisdomein, een tak van wetenschap’ (Dikke Van Dale Online). Bovendien zullen de meeste studenten het staatsrecht aangeleerd krijgen via dit soort werken. Voor de liefhebbers van het Koninkrijksrecht levert deze zoektocht geen vrolijkmakende cijfers op.

Het Van der Pot Handboek (2014) telt, als dikste handboek dat we hebben onderzocht (1024 pagina’s), ook de meeste pagina’s over Statuut en Koninkrijk; in totaal besteedt het 26 pagina’s aan het overkoepelende Koninkrijksrecht en nog eens 17 pagina’s aan het staatsrecht van de drie Caribische landen van het Koninkrijk. In het 624 pagina’s tellende Staatsrecht (2022) besteden Heringa, Verheij & Van der Woude 23 pagina’s aan het Koninkrijksrecht. De recentste bewerking van Kortmanns Constitutioneel recht (2021) besteedt met haar 676 pagina’s, net als Instituten van de staat (Muller, Kummeling & Nehmelman 2020, 712 p.) 15 pagina’s aan Statuut en Koninkrijk. Beginselen van het Nederlandse staatsrecht (Belinfante e.a. 2023) gunt 13 van de 392 pagina’s aan het Koninkrijk. Bovend’Eert gebruikt in zijn 316 pagina’s tellende Inleiding constitutioneel recht (2023) 10 pagina’s voor Statuut en Koninkrijk, met 3 aanvullende pagina’s voor het staatsrecht van de Caribische landen. Het dieptepunt is het 426 pagina’s tellende Beginselen van de democratische rechtsstaat (Burkens e.a., 2022), waarin via het register gevonden kan worden dat het Statuut op slechts 2 pagina’s wordt genoemd; ‘Koninkrijk’ staat zelfs niet in het register. In de stelselmatige samenvattingen van het Nederlandse staatsrecht, is over Statuut en Koninkrijk dus zeer weinig te vinden. Geen wonder dat het Ministerie van BZK dan ook zo’n flater slaat door de Grondwet de hoogste geschreven nationale norm te noemen.

We kunnen ons afvragen of de geringe aandacht voor Statuut en Koninkrijk ook een gebrek is. Alles gaat zo toch ook goed? Dat doet dit vraagstuk naar onzer mening tekort. Gelet op artikel 5 lid 2 Statuut gaat het hier nu eenmaal om een essentieel onderdeel van ons staatsrecht. Het Statuut is – nog meer dan de Grondwet – de basis van ons staatsbestel. Dat daar weinig (academische) aandacht voor is, is jammer. Voor de praktijk levert dit echter ook problemen op. Door een gebrek aan kennis over het Koninkrijksrecht kunnen fouten gemaakt worden, bijvoorbeeld bij grondwetswijzigingen (zie bijvoorbeeld Nap, AA20170468, p. 469), wat problematisch kan zijn voor de status van de Grondwet. Bovendien kan, zoals nu actueel is (Fischer, Utrecht Law Review (18) 2022, afl. 1, p. 14-28), niet werkelijk begonnen worden aan het ‘dekoloniseren’ van het (staatsrechtelijke) rechtenonderwijs, zonder dat we volledige rekenschap geven aan het Koninkrijk en haar geschiedenis. Genoeg redenen dus om, vooral ook in de handboeken, meer aandacht aan Statuut en Koninkrijk te schenken.

Dit redactioneel van Koen Haex & Daan de Vries is verschenen in Ars Aequi december 2023.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *