Waarom meerpersoonshuishoudens onder de AOW-leeftijd geen abonnementstarief betalen op grond van de Wmo 2015
Sinds 1 januari 2020 is het abonnementstarief in de Wmo 2015 definitief van kracht. De aanleiding hiervoor is het voorkomen van de stapeling van zorgkosten die voornamelijk voortkomen uit het eigen risico voor de zorgverzekering en de eigen bijdrage voor Wmo- en Wlz-voorzieningen. Het abonnementstarief in de Wmo 2015 stelt een vaste maximale bijdrage van €19,- per maand voor maatwerkvoorzieningen, persoonsgebonden budgetten en de algemene voorzieningen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan. Daarnaast zijn er uitzonderingen op de regel die nader worden geregeld in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Deze uitzonderingen zijn over het algemeen duidelijk en begrijpelijk.
Maatregel eenverdienershuishoudens
Er is echter een zo'n uitzondering die tot vragen leidt in de rechtspraktijk. Het abonnementstarief hoeft namelijk niet te worden betaald door: "de gehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, waarvan ten minste een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt." (1) Uit de toelichting op het Uitvoeringsbesluit volgt dat deze uitzondering is opgenomen naar aanleiding van een maatregel die eind 2016 door het kabinet is genomen met het oog op eenverdienerhuishoudens waarbij een van de partners chronisch ziek is.(2) Dit zijn naar het oordeel van de regering gedwongen eenverdienershuishoudens en die kunnen daardoor geen aanspraak maken op bepaalde toeslagen en fiscale kortingen waar tweeverdienerhuishoudens wel weer recht op hebben. Het bleek lastig om deze groep gericht tegemoet te komen en daarom heeft de regering in 2016 besloten voor deze groep geen eigen bijdrage te rekenen voor Wmo-voorzieningen tot een inkomensgrens van €35.175.(3)
Gratis Wmo-voorziening
Deze uitzondering wordt onder het huidige abonnementstarief gehandhaafd, maar om de uitvoeringscomplexiteit te beperken wordt daarbij de inkomensgrens geschrapt, ook aangezien met de invoering van het abonnementstarief geen rekening meer wordt gehouden met het hoogte van het inkomen van de betrokkenen. Dit betekent dat niet AOW-gerechtigde gehuwden geen abonnementstarief hoeven te betalen onder de Wmo 2015. Daarbij is van belang dat het begrip 'gehuwd' in de Wmo 2015 ruim wordt uitgelegd. Hieronder worden ook verstaan: geregistreerde partners en twee mensen met een (duurzaam) gezamenlijke huishouding. Oftewel alle meerpersoonshuishoudens onder de AOW-leeftijd die in aanmerking komen voor een maatwerkvoorzieningen, persoonsgebonden budgetten en de algemene voorzieningen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan hoeven geen abonnementstarief te betalen.
Uitzondering onvoldoende bekend
Met de invoering van het abonnementstarief heeft de regering vastgehouden aan de uitzondering op de eigen bijdrage voor de groep personen zoals beschreven in deze legal update. Met het laten vervallen van de inkomensgrens heeft dit tot gevolg dat een grote groep personen is uitgezonderd van de eigen bijdrage c.q. het abonnementstarief. Dit betreffen niet alleen meer de 'kwetsbare inwoners' onder een bepaalde inkomensgrens. Wij vragen ons af of gemeenten voldoende bekend zijn met de reikwijdte van deze uitzonderingsgrond. Gezien het feit dat veel gemeenten al een budgettair tekort hebben binnen het sociaal domein, zullen als gevolg van het consequent toepassen van deze uitzondering de kosten op grond van de Wmo 2015 mogelijk verder toenemen.
Auteurs
Bastiaan Wallage (Advocaat Zorg & Sociaal Domein bij Van Benthem & Keulen)
Freek Reijmerink (juridisch medewerker Zorg en Sociaal Domein bij Van Benthem & Keulen)
(1) Artikel 3.8 lid 3 sub f Uitvoeringsbesluit Wmo 2015
(2) Kamerstukken II 2016/17, 34550 XVI, nr. 10
(3) Staatsblad 2018, 444, p. 13