‘Knowing’ and ‘showing’: hoe Nederland het bedrijfsleven aanspoort mensenrechten te eerbiedigen

Op 20 december j.l. berichtte de rijksoverheid op haar website over het ‘Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten’. Dit rapport beschrijft het Nederlands beleid ten aanzien van de verhouding tussen het bedrijfsleven en mensenrechten, bevat suggesties uit onder meer het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties en actiepunten. Hieronder vindt u een grove samenvatting van het rapport en mijn reactie erop.

Het Ruggie-beleidskader

Even een stukje achtergrond. In 2008 presenteerde professor John Ruggie als VN Speciaal Vertegenwoordiger Bedrijfsleven en Mensenrechten het beleidskader Protect, Respect and Remedy over de verhouding tussen het bedrijfsleven en mensenrechten. Hieruit volgde de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (hierna: United Nations Guiding Principles) welke in 2011 unaniem door de VN-Mensenrechtenraad zijn bekrachtigd. De UN Guiding Principles zijn van toepassing op alle bedrijven en alle staten.

Actief beleid

In het rapport staat dat voor Nederland het operationaliseren van de UN Guiding Principles een belangrijke prioriteit is. Op dit moment voert Nederland al actief beleid om het bedrijfsleven mensenrechten te laten respecteren. Zo verscheen begin vorig jaar de beleidsnota ‘Wat de wereld verdient’[1] over hulp en handel. Hierin wordt internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) een voorwaarde genoemd voor duurzame en inclusieve groei. Een paar maand later verscheen de kabinetsbrief ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen loont’[2], waarin de taken van de overheid op het gebied van IMVO staan beschreven. Ook komt aan de orde het bevorderen van de verantwoordelijkheid die bedrijven zelf hebben in het eerbiedigen van mensenrechten. In dezelfde maand verscheen de mensenrechtenbrief ‘Respect en recht voor ieder mens’[3].  Deze bevestigde het belang van de integrale implementatie van het Ruggie- beleidskader en wijst op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Ik moet zeggen, ik ben blij dat de overheid zo actief bezig is de naleving van de mensenrechten te bevorderen.

 Suggesties en voornemens

Voor het consultatieproces zijn er 50 vertegenwoordigers ondervraagd met achtergrond in o.a.  het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.  Er “bleek grote betrokkenheid en interesse voor het onderwerp en brede consensus over het belang en de inhoud van de UN Guiding Principles”. Dat is goed om te horen! Er kwamen vijf hoofdpunten uit de consultaties naar voren:

  1. Actieve rol overheid
  2. Beleidscoherentie
  3. Vertaalslag due diligence
  4. Transparantie en rapportage
  5. Remediemogelijkheden

Ondanks de consensus waren er natuurlijk ook punten van discussie. Zo was er de wens dat de overheid een actievere rol speelt (Duty to Protect) (punt 1). Doch, er was discussie over hoe dat er dan moet uitzien. Er werd gepleit in dit kader voor een internationaal gelijk speelveld voor alle bedrijven. Hierbij ziet Nederland een belangrijke rol voor de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).  Ook tijdens handelsmissies is het promoten van IMVO belangrijk voor Nederland en maakt het er een belangrijk onderdeel van uit.

Ten aanzien van de beleidscoherentie (punt 2) heeft Nederland verbeterpunten; er wordt nu geen eenduidige signaal afgegeven t.a.v. MVO en mensenrechten. Maar het kabinet erkent het belang van een eenduidig beleid en het rapport noemt de manieren waarop naar verbetering wordt gezocht (p.6). In dit kader wordt ook gewezen naar de sociale voorwaarden uit het beleid Duurzaam Inkopen. Hierbij verlangt de overheid dat bedrijven die aan hen leveren, mensenrechten respecteert. In 2014 zal worden bekeken of het in overeenstemming is met OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles. Verder is er animo voor een Europese aanpak en een actieve inzet op internationale fora van Nederland. In het rapport staat beschreven hoe ons land plannen voor maakt voor het laatste. Wat betreft Handel- en investeringsakkoorden zet Nederland in op “duidelijke afspraken” over de relatie tussen handel, investeringen en duurzaamheid. (p. 7).

Due diligence (punt 3) is een kernprincipe van de UN Guiding Principles maar tijdens de consultatie bleek dat de overheid geen begrijpelijke taal spreekt. De laatste is gelukkig druk doende dit te verbeteren door allerlei hulpmiddelen (p. 8).  

Transparantie en rapportage (punt 4) komen terug in de UN Guiding Principles  met het doel dat bedrijven rekenschap afleggen. Ook de Nederlandse overheid steunt initiatieven tot meer openheid, zoals over behaalde maatschappelijke resultaten en belastingen.

Wat betreft remediemogelijkheden (punt 5) geeft Ruggie aan dat er verschillende klachtenmechanismen bestaan, maar allemaal met het doel de gedane schade ongedaan te maken of te corrigeren. Het rapport gaat beschrijft juridische en niet-juridische mechanismen, waarvoor ik naar het rapport zelf  verwijs (p. 14-17)

Dubbel

Het is een beetje dubbel, dit rapport, vind ik. Het is goed om te horen over de actieve inzet van de Nederlandse overheid voor de mensenrechter in dit kader. Hopelijk blijft dat zo. Toch blijf ik ook achter met vragen en een zekere twijfel.

‘Goed voorbeeld doet volgen’ geeft wat weer van mijn eerste reactie op dit rapport. Het is algemeen bekend dat  ook in Nederland mensenrechten geschonden worden en het handel drijft met landen die de mensenrechten (totaal) niet serieus nemen. Als Nederland het bedrijfsleven oproept tot het respecteren van mensenrechten, dient het dat zelf ook te doen in haar handelscontacten met andere staten. (Ik begrijp natuurlijk ook wel dat dit soort zaken ingewikkeld liggen.) En dan vraag ik me toch af of er bedrijven zijn die zich daarom niet zo geroepen voelen tot de oproep van de overheid. Niet meer dan ze al deden in ieder geval. Tenslotte is er al de Corporate Governance Code. En de meeste internationale bedrijven hebben in hun beleid zaken als kinderarbeid al uitgesloten.

Verder zie ik de financiële belangen van bedrijven de strijd voor mensenrechten dwarsbomen. Dat blijft ingewikkeld. Een bedrijf wil tenslotte blijven groeien en financieel gezond blijven. Dus kan er een spanningsveld tussen financiële belangen en naleving van mensenrechten ontstaan. Het is goed te horen dat er meer begeleiding van de overheid wordt gewenst in de naleving van mensenrechten. Toch vraag ik mij af, de meeste grote bedrijven hebben een winstoogmerk als hoogste prioriteit. Hoe krijg je het voorelkaar als overheid van buitenaf een bedrijf te bewegen in bepaalde gevallen de mensenrechten voor winst en/of groei te laten gaan. Vraagt dat niet om verandering van binnenuit het bedrijf? Een aanpassing van de bedrijfsfilosofie?  Maar wie weet, wellicht is dat al gaande. Misschien ben ik te negatief. In een bedrijf werken tenslotte ook gewoon mensen die – is mijn ervaring – van goede wil zijn.


[1] Wat de wereld verdient. Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen, TK 33 625, nr. 1, april 2013

[2] Maatschappelijk verantwoord ondernemen loont, TK 26485, nr. 164, juni 2013.

[3] Respect en recht voor ieder mens, TK 32735, nr. 78, juni 2013

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *