Wopke

Een mooie scriptie is het. Origineel, onderbouwd en geschreven met stijl. Bijzonder ook dat twaalf overwerkte rechters zich hadden laten interviewen. Op de borrel in het Academiegebouw staat een trotse moeder. ‘Ja, natuurlijk hebben we Fleur af en toe een handje geholpen, met taal, met respondenten en met wat denkwerk, maar welke ouder doet dat niet?’ De begeleider knikt. Het liep vlot. Een scribent die afspraken voorstelt, feedback vraagt op de moeilijke punten én belangstellend vraagt waar de komende vakantie heengaat – het kan minder. Niet vreemd dat Fleur inmiddels een enkeltje heeft genomen naar een Zuidaskantoor, dat kantoor waar die studievriend van mama ook werkt.

Traditioneel geldt de rechtenstudie als pad naar boven, als toegangspoort tot beroepen met aanzien. De collegebanken zijn deze maand weer gevuld met velen die om deze reden aan de studie beginnen. Maar gaan we in de juridische wereld goed om met privilege? Hebben Priscilla en Amir evenveel kansen? Om het bot te zeggen: wie zomers vrijwilligerswerk doet in Malawi komt vermoedelijk makkelijker in het honoursklasje dan wie leidinggeeft in het distributiecentrum van de Jumbo. Maatschappelijke ervaring is niet gratis te verkrijgen. En wanneer we in de studie toetsen op vaardigheden als pleiten, adviseren en onderhandelen, gaat dat dan gepaard met de nodige training? Daarzonder toetsen we wat de student zich informeel eigen heeft gemaakt. We toetsen privilege, althans in zekere mate. Dit zet zich na de studie voort. Wilt u advocaat worden? Zeven vinkjes helpen. Of liever rechter? U hoeft geen juridisch-inhoudelijk examen af te leggen, zoals in België, Duitsland en veel andere landen, maar u moet vooral stevig overkomen in gesprekken met de commissie. Wopke Hoekstra zou het prima doen. En er is wel een test, maar die gaat over blokjes, getallenreeksen en gekke taalassociaties – vraag je rio-vriend welk oefenboek je moet doornemen.

Vergeef mij de overdrijving. Natuurlijk, zo beroerd is het ook niet gesteld. Een glanzende carrière, het kan zonder connecties. En helemaal blind voor privilege is niemand. Maar de eerste generatie heeft het stukken lastiger. Diversiteit is ook in dat opzicht waardevol en er kan gerust een tandje bij. Hoe kan dit werken? Het begint met aandacht voor de herkomst en de omstandigheden van de ander. Waarom zijn afwijkende studietrajecten bedacht voor topsporters, maar niet voor mantelzorgers en alleenstaande moeders? Selectiegesprekken kunnen objectiever, door te werken met standaardvragen, expliciete criteria en een extern paar ogen. Ga niet te snel mee met de kandidaat die zich volmondig aandient, maar benader voor een topfunctie ook de talentvolle twijfelaar. Misschien kunnen ook boeken wat doen tegen privilege blindness. Boeken als Het gym, Misschien moet je iets lager mikken en Armoede uitgelegd aan mensen met geld. En help ook andermans dochter met de scriptie, want adel verplicht.

De top zou het goede voorbeeld moeten geven. Exacte gegevens heb ik niet, maar ’s lands hoogste rechters lijken bovengemiddeld vaak geboren te zijn in de Randstad, gestudeerd te hebben in Leiden en gewerkt te hebben bij een select aantal grote, Amsterdamse en Haagse advocatenkantoren. Dat kan geen toeval zijn. Gelukkig vermeldt de Hoge Raad keurig te streven naar ‘diversiteit in herkomst’ en wil de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kandidaten aantrekken die ‘de diversiteit en samenstelling van de Nederlandse samenleving weerspiegelen’. Nu nog waarmaken. Er is talent buiten de bubbel, en wat meer kleur zou best mogen. Fleur, Priscilla en Amir verdienen het allemaal.

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi september 2024.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *