Waarom the firm wel een familiestatuut kan gebruiken

The firm. Tot voor kort associeerde ik dat met de titel van een boek van John Grisham. Maar inmiddels denk ik bij ‘the firm’ aan iets anders. De vader van Queen Elizabeth, George VI, zou ooit hebben gezegd: ‘we are not a family, we’re a firm’. En het zou Prince Philip zijn die de term sinds jaar en dag als grapje gebruikt. Maar sinds het spraakmakende interview van Prince Harry en Meghan Markle met Oprah Winfrey is ineens de term ‘the firm’ wereldbekend. En als serious business, no joke.

Volgens de Britse media bestaat er binnen ‘the firm’ nog een ‘inner circle’. Die heet ‘the firm of eight’. Deze wordt gevormd door Queen Elizabeth met zeven famileleden die ook wel de ‘werkende familieleden’ worden genoemd. Prince Harry, Meghan Markle en Prince Andrew maken geen deel uit van deze ‘firm of eight’. Prince Philip ook niet omdat hij met pensioen is gegaan. Verder is er maar weinig bekend over wat er onderling is geregeld.

Ik vraag me af of de Windsorfamilie de structuur van ‘the firm’ en de afspraken met de familieleden in een contract heeft vastgelegd. Waarom? Ik haal net zoals in mijn vorige column weer even Napoleon Bonaparte van stal. Hij maakte namelijk een Bonapartistisch familiestatuut. Hierin was onder meer vastgelegd wie er tot de keizerlijke familie behoorde, waarvan hij vanzelfsprekend het hoofd was. Maar er was ook een bepaling die regelde dat trouwlustige familieleden eerst toestemming moesten vragen aan het hoofd van de familie.

In Nederland hebben familiebedrijven tegenwoordig steeds vaker een familiestatuut. Dat is een contract tussen familieleden over de relatie tussen de familie, het vermogen en het familiebedrijf. De afspraken gaan over structuur, cultuur en gedrag. Vanwege complexe familierelaties en verschillende belangen is het vaak een hele uitdaging om tot een familiestatuut te komen, waarbij meestal ook de niet in het familiebedrijf werkende familieleden worden betrokken. Maar als het familiestatuut er eenmaal ligt, levert het een belangrijke bijdrage aan het evenwicht tussen de verschillende belangen en rollen van de familieleden.

Bij de vormgeving van het familiestatuut draait het om de vraag wat de aard is van het familiebedrijf. Werkt de familie of een deel ervan bij hetzelfde bedrijf, waarvan familieleden eigenaar zijn? Je kunt dan denken aan de hotels van de horecafamilie Van der Valk of het supermarktimperium Jumbo van de familie Van Eerd. Of: is de familie in wezen zelf het bedrijf? Dan kun je aan de celebfamily Kardashian denken. De familie Meiland is inmiddels een beetje van beide geworden.

Als de familie zelf het bedrijf is, of als het bedrijf of product de familienaam draagt, dan kan het familiestatuut eigenlijk niet zonder een reputatieclausule. Hiermee leg je vast dat de familieleden geen uitingen doen die elkaars reputatie of dat van het familiebedrijf kunnen beschadigen. Deze clausule moet voorkomen dat familieleden op een gegeven moment de vuile was buiten hangen.

Met de volgende uitspraak van Meghan Markle lijkt het alsof de Windsors geen reputatieclausule zijn overeengekomen: ‘I don’t know how they could expect that, after all of this time, we would still just be silent if there is an active role that The Firm is playing in perpetuating falsehoods about us.’ Maar het kan ook zijn dat die clausule als eerste is geschonden door anderen uit ‘the firm’, waardoor zij nu recht van spreken meent te hebben. We zullen waarschijnlijk nooit te weten komen of er een familiestatuut is. The firm is een familiebedrijf sui generis waar eigen regels gelden. En als the firm al een familiestatuut heeft, dan is de kans groot dat het ongeschreven is. Dat zou overeenkomstig de Engelse traditie van het ongeschreven recht zijn. En Napoleon Bonaparte? Die kroonde zichzelf tot keizer en kon wel een contract gebruiken om zijn familiebedrijf en ambitites in goede banen te leiden. Dat heet, voor zo lang het duurde. Toen Napoleon uiteindelijk verbannen op Sint-Helena zat, was de Bonapartistische droom uiteengespat. En het familiestatuut een dode letter. That’s for sure.

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi april 2021.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *