Sweet Home Alabama voor Amerikaans kiesrecht

Column Vanessa Mak.

Niet lang geleden was ik even terug in Rotterdam en verbleef een nacht in een van de mooiste historische gebouwen die de stad nog heeft: Hotel New York. Voor mij bijzonder, omdat ik vanaf afgelopen september voor een jaar vertrokken ben naar de naamgever van dit hotel, New York in de Verenigde Staten. Vanuit dit andere NY, ‘the city that never sleeps’, schrijf ik in 2015 maandelijks een column voor Ars Aequi. De Holland-Amerika Lijn in omgekeerde richting, zullen we maar zeggen.

Er doet zich van alles moois voor aan juridische ontwikkelingen aan deze kant van de oceaan die voor Nederlandse juristen tot interessante vergelijkingen of bespiegelingen kunnen leiden. In het najaar viel vooral op dat veel te doen was over de rol van de US Supreme Court in verkiezingstijd, de mid-term verkiezingen voor het Amerikaanse congres. Recht en politiek schurken hier dichter tegen elkaar aan dan in het Nederlandse systeem het geval is.

De mid-terms gaven weer aanleiding tot inmenging van het Supreme Court. Ik zeg hier ‘weer’, omdat het hooggerechtshof in de afgelopen decennia vaker te maken heeft gekregen met netelige kwesties rond verkiezingen. Bij menigeen zal nog in het geheugen gegrift staan hoe het Al Gore verging in de verkiezingen van 2000. Hoewel dat een uitzonderlijk geval betrof, roept het kiesstelsel van de VS ook op andere punten vragen op. Een heet hangijzer is in hoeverre het kiesrecht van individuele Staten zodanig is ingericht, dat het in het voordeel van een van beide grote partijen, de democraten of de republikeinen, uitvalt. Vaak wordt die vraag via raciale of etnische lijnen aangekaart, omdat uit empirische gegevens zou blijken dat bijvoorbeeld zwarten en latino’s vaker voor de democratische partij stemmen dan voor de republikeinen (al zijn empirische studies daarover niet eenduidig, Samuel Issacharoff, ‘Ballot Bedlam’, 14 november 2014, http://ssrn.com/abstract=2524469). Regels die het voor deze groepen moeilijker maken om naar de stembus te komen, zouden dus verkiezingsuitslagen kunnen beïnvloeden. De vraag is of het hooggerechtshof daar op enige wijze paal en perk aan kan, of zelfs moet, stellen.

Dat lijkt verrassend mee te vallen. In het algemeen geldt dat de Staten bevoegd zijn regels te stellen voor de toegang tot de stembus, bijvoorbeeld dat de kiezer een legitimatiebewijs met foto moet laten zien. Hoewel die regels discriminerend kunnen zijn naar bepaalde groepen die in de regel niet over zo’n ID beschikken (zoals zwarten of latino’s) laat het Supreme Court veel vrijheid aan de Staten om toch dit soort regelgeving te gebruiken. In een landmark case uit 2013, Shelby County (570 U.S.__(2013)) betreffende een kiesdistrict in Alabama, besliste het hooggerechtshof dat een aantal Staten in het zuiden van de VS niet langer gehouden is om wijzigingen in de kiesregels voorafgaand aan verkiezingen voor goedkeuring voor te leggen aan het Ministerie van Justitie, of om voorafgaande rechterlijke goedkeuring te verkrijgen. De wetgeving waarin die regel was neergelegd was inmiddels ruim 40 jaar oud en in de tussentijd, zo werd gesteld, was discriminatie van kiezers succesvol teruggedrongen. De uitkomst was close: 5-4. De minderheid wees erop dat het afnemen van discriminatie juist als gevolg kon worden gezien van de voorafgaande goedkeuring. Niettemin heeft het Supreme Court in navolging van Shelby County ook dit najaar lokale regels, zoals ID-vereisten, overeind gelaten (zie o.a. 574 U.S.__(2014)).

Afgezien van het juridische getouwtrek, worden verkiezingen ook gekleurd door gerrymandering. Handige bestuurders maken al sinds enige jaren gebruik van adviseurs die de lijnen van de kiesdistricten zodanig weten te tekenen dat het maximaal in het voordeel van de heersende partij werkt (zie NRC Handelsblad, 28 oktober 2014, p. 10-11). Of daar juridisch wat aan gedaan gaat worden, is moeilijk te zeggen maar lijkt op korte termijn onwaarschijnlijk. Toch blijft het tegengaan van manipulatie van verkiezingsuitslagen van alle tijden. Het verhaal gaat dat de stad New York stemmachines invoerde omdat die te zwaar zijn om – als gewone stembussen – in de East River te kunnen kieperen.

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi januari 2015.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *