Mientje

Mientje, 89 jaar, is nog goed bij de pinken. Maar het doolhof van artikel 3:40 BW krijg ik haar niet uitgelegd. Is haar hobbykamer – waar zij haar garens bewaart, de naaimachine en de truien voor de kinderen van ‘de Oekraïne’ – geldig, vernietigbaar of nietig? Die vraag houdt Mientje bezig sinds 24 februari 2023. In zijn arrest van die datum besliste de Hoge Raad dat

‘een wijziging van de akte van splitsing die inhoudt dat een gemeenschappelijk gedeelte in een appartementencomplex wordt toegedeeld aan een van de appartementseigenaars, slechts […] kan worden geëffectueerd […] met medewerking van alle appartementseigenaars’ (ECLI:NL:HR:2023:286, NJ 2023/258, m.nt. F.M.J. Verstijlen, r.o. 3.4.3).

Oftewel: toen Mientje en wijlen haar echtgenoot in 2009 hun appartement uitbreidden ten koste van de gemeenschappelijke gang, hadden zij de toestemming moeten krijgen van alle dertig medebewoners van het complex. Ze hadden beter moeten weten dan de dienstdoende notaris, die uit artikel 5:139 lid 2 BW meende te mogen opmaken – net als bijna al zijn vakgenoten – dat een meerderheid van tachtig procent van de appartementseigenaars genoeg was.

Vijftien jaar later zou Mientje graag verhuizen naar een serviceflat iets verderop, nu haar reuma steeds erger wordt. Maar de notaris (dezelfde als destijds!) zegt niet te kunnen meewerken aan de overdracht van haar huidige appartement. De status van de hobbykamer is onduidelijk, want ja, is die eigenlijk wel onderdeel geworden van het appartementsrecht? De Hoge Raad zegt hierover niets en een recente aflevering van het WPNR heeft de notaris niet bepaald gerustgesteld (afl. 7468, p. 447: ‘Verschillende standpunten zijn pleitbaar’). We nemen maar even het zekere voor het onzekere. Met een beetje geluk geeft de Hoge Raad over drie jaar duidelijkheid en blijkt dan dat de hobbykamer er toch bij hoort. Zo ging het in Didamook. Lees maar in HR 15 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1661 (Didam II), r.o. 3.2.3.

Toch jammer, zo leg ik Mientje uit, dat de Hoge Raad niet meteen al een zinnetje heeft gewijd aan de consequenties van zijn nieuwe regel voor bestaande situaties, of heeft gedaan aan prospective overruling, of zelfs maar praktijkjuristen heeft geraadpleegd, die hem als amici curiae hadden kunnen wijzen op de gevolgen voor de praktijk. Tja, de raadsheren (en -vrouwen) zijn maar mensen, ze kunnen ook niet alles. En eerst moet de KNB onderzoeken hoeveel gevallen worden geraakt door de nieuwe regel, zoals in WPNR wordt bepleit. Mientje is even stil. ‘Wil je nog een koffie?’

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi januari 2025.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *