Een soevereine vrije mens van vlees en bloed in de rechtszaal en op het notariskantoor

Er is een groep van mensen die zich heeft losgemaakt van de Nederlandse staat. Ze noemen zich ‘soeverein’ en ‘autonoom’. Eind mei waarschuwde de AIVD dat ze op langere termijn een dreiging kunnen vormen voor onze rechtsorde. Niet veel later zag ik video’s op X (toen nog Twitter) voorbijkomen over deurwaarders die niet door hen worden erkend. Ik ‘noteerde’ alvast op de to-do-lijst in mijn hoofd dat ik een keer zou moeten bedenken wat deze beweging voor het notariaat gaat betekenen. Deze ‘aantekening’ was amper gemaakt of ik maakte het van heel dichtbij mee. Deze soevereine mens (voluit: soevereine vrije mens van vlees en bloed) stelde talloze vragen over de notariële bevoegdheid en over het testament van zijn overleden vader. Vragen die niet eerder waren gesteld door een cliënt. De communicatie kostte enige moeite, omdat de soeverein een eigen juridische taal sprak. Slechts enkele termen waren te herkennen, maar totaal out of context.

Nu was het echt hoog tijd om mij verder te gaan verdiepen in deze beweging. Soevereine en autonome mensen lijken namelijk een eigen rechtsorde te hebben waarin politie, rechters, notarissen, de Belastingdienst en deurwaarders niet als zodanig worden erkend. Zij geloven kort gezegd niet in een externe autoriteit. Daarom voelen zij zich vrij: soeverein of autonoom. Er zijn twee verschillende stromingen te onderscheiden en daarbinnen is er geen homogeniteit. Je kunt dus niet spreken van dé autonoom of dé soeverein. Er bestaan websites waarop documenten besteld kunnen worden waarmee zo’n vrij leven zonder overheidsbemoeienis kan worden opgebouwd. Bijvoorbeeld door je huis tot ambassade uit te roepen, teksten waarmee je blauwe enveloppen terugstuurt en documenten om ‘autoriteiten’ aansprakelijk te stellen. Sommigen nemen een nieuwe naam aan en vermelden voortaan hun geslachtsnaam na de afkorting vdf: van de familie. Ik kende tot voor kort deze afkorting alleen uit studenten- en straattaal voor ‘Van den frissche’, wat ‘proost’ betekent.

Het soevereine leven leidt ertoe dat bijvoorbeeld het hof Arnhem-Leeuwarden onlangs een uitspraak (ECLI:NL:GHARL:2023:6265) deed over een beboete soevereine automobilist. Deze stelde principiële bezwaren tegen dwingende en eenzijdig opgelegde regels te hebben en weigerde te betalen. Ook trok hij de juistheid van de vaststelling van de snelheidsovertreding in twijfel. Deze soevereine automobilist vroeg de rechter te oordelen dat de wet niet op hem van toepassing is. Alle stellingen werden door het hof weerlegd. Het zal echter zeker niet de laatste keer zijn dat de rechter met soevereinen te maken krijgt.

Betekent dit dat het tijd is om Jean-Jacques Rousseaus Du contrat social ou principes du droit politique te (her)lezen? Hij was immers de grondlegger van de veronderstelde volonté générale (de algemene volkswil) waaraan burgers zich conformeren en waardoor zij zich aan wetten houden. Of de moderne boeken over hervormingen van de rechtsstaat zoals Het papieren paleis (Maurits Barendrecht & Maurits Chabot) en Een nieuw sociaal contract (Pieter Omtzigt)? Legitimiteit en effectiviteit van recht en bestuur moeten in algemene zin continu aandacht krijgen. Voor nu lijken de soevereinen en autonomen vooral zichzelf in (de financiële) problemen te brengen. En wat de toekomst betreft: de AIVD volgt deze beweging op de voet.

Nu er in de rechtszalen en op notariskantoren mensen komen die niet willen meedoen aan onze rechtsorde is de prangende vraag: hoe daarmee om te gaan? Het hof Arnhem-Leeuwarden kon niet anders dan oordelen dat iedereen die in Nederland woont zich moet houden aan de Nederlandse regels. In de erfrechtelijke praktijk kan een erfgenaam met verschillende juridische ‘middelen’ worden gedwongen mee te doen aan de afwikkeling van een erfenis. Die middelen zie ik echter als een ultimum remedium. Om te beginnen probeer je je te verplaatsen in de gesprekspartner. En ook al spreek je letterlijk een andere (juridische) taal dan een soevereine en autonome mens, dan kun je het beste eerst – ondanks de tijdsinspanning die dat vergt – diens vragen proberen te beantwoorden en hopelijk te komen tot een oplossing. Vanuit het notariaat en de rechtspraak ben ik gewend niet over mensen te oordelen, en alleen over hun juridisch relevante gedrag. In mijn privéleven probeer ik dat ook zo te doen. Maar daar houd ik wel vast aan ‘vdf’ als afkorting voor ‘Van den frissche’!

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi september 2023.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *